Federatienieuws
Pieter Rodenburg
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Bedrijfsarts optimaal toegankelijk - voorzitterscolumn NVAB

Plaats een reactie

Pieter Rodenburg, voorzitter NVAB

Na ruim zeven jaar namens de beroepsgroep van de arbeids- en bedrijfsgeneeskundigen deze column in Medisch Contact te hebben mogen schrijven, vandaag mijn laatste bijdrage. Tijd voor een nieuw gezicht, en ook tijd voor een nieuw geluid, rond in essentie hetzelfde beleid.

De NVAB staat primair voor optimale toegankelijkheid van de bedrijfsarts voor álle werkenden. Dus niet alleen voor de werknemer in de (middel)grote bedrijven, maar ook voor de zelfstandige zonder personeel (zzp’er), en de werknemer in het mkb voor wie de toegang tot de bedrijfsarts thans wordt versperd door een casemanager.

Andere onderwerpen die de NVAB, in het kader van het gevraagde advies over het arbostelsel aan staatssecretaris De Krom, heeft genoemd: arbeidsgeneeskunde hoort, naast de functie die de arbeidsgeneeskunde heeft in het kader van preventie, een onderdeel te zijn van de curatieve zorg. Vandaar dat recentelijk weer gesprekken zijn opgestart tussen NVAB en – in eerste instantie – LHV en NHG. De bedoeling is om een ‘health professionals statement’ af te sluiten, zoals dat ook in Engeland gedaan is. De focus zal daarin gericht zijn op optimale zorg voor de werkende.

Voorts pleit de NVAB voor uitbreiding van branchegerichte financiering. In de bouwsector werkt dat al zo. Het voordeel is dat de bedrijfsarts optimaal onafhankelijk kan werken, de werknemer drempelloos toegang heeft tot de bedrijfsarts, en de werkgever weet waar hij qua kosten aan toe is. Door de optimale beschikbaarheid van bedrijfsgezondheidszorg werkt tegenwoordig de gemiddelde bouwvakker een paar jaar langer door zonder medische beperkingen! En dit nieuwe stelsel maakt het ook mogelijk bedrijfsgezondheidszorg voor zzp’ers te organiseren. Gespecialiseerde vormen van arbeidsgeneeskundige zorg, zoals voor arbeids-gerelateerde long- en huidaandoeningen, zouden via het basispakket van de zorgverzekering beschikbaar moeten zijn.

Voor bovengenoemde taken moeten er echter wél bedrijfsartsen zijn. Van de thans tweeduizend werkzame bedrijfsartsen is 50 procent ouder dan 50 jaar. Tussen nu en 2028 gaan dus circa duizend bedrijfsartsen hun werkzaamheden, al dan niet geleidelijk, neerleggen. En er stromen gemiddeld maar twaalf bedrijfsartsen per jaar in! En dat bij een beroepsbevolking die óók vergrijst. Doordat de bedrijfsgezondheidszorg door aanbestedingsconcurrentie juist mínder omzet heeft, is er geen geld om nieuwe bedrijfsartsen op te leiden. Hoe sterk die terugloop in omzet is, blijkt uit het feit dat in Nederland nog slechts 80 euro per werknemer per jaar wordt besteed aan bedrijfsgezondheidszorg. Dit is een terugloop van 100 procent in acht jaar. De niveaus liggen in bijvoorbeeld Finland en Frankrijk op 150 euro per werknemer! Het is duidelijk, onze sector kraakt onder de marktwerking en de overheid moet de helpende hand uitsteken om de opleiding tot bedrijfsarts mede te financieren. Ook moeten we kijken naar substitutie: de NVAB pleit voor meer arboverpleegkundigen.

Zelf breid ik mijn werkzaamheden voor werknemers en arbeidsorganisaties weer uit. Ik ga de komende tien à twaalf jaar mijn mooie professie weer volledig uitoefenen. Ik heb genoten van dit voorzitterswerk en wens mijn opvolger veel succes toe!

Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.