Wat ziet u?
Johan Hiel
2 minuten leestijd
Gezien

Vijf mooie verpleegkundigen

Plaats een reactie
figuur 1
figuur 1
figuur 2
figuur 2
figuur 3
figuur 3


Op de blanco CT-scan bij binnenkomst (figuur 1) en de MRI-scan (T1 gewogen zonder contrast) van drie dagen later (figuur 2) is een hyperdensiteit rechts occipitaal zichtbaar, passend bij een bloeding.

De controle-CT-scan acht weken later (figuur 3) toont volledige resorptie van de bloeding.


Een 75-jarige man komt op de spoedeisende hulp vanwege plotseling ontstane hoofdpijn, malaise en visusklachten. Hij is bekend met diabetes mellitus en atrium-fibrilleren en hij gebruikt fenprocoumon als antistolling.

Bij neurologisch onderzoek zien we een niet-zieke man met een duidelijke hemianopsie links zonder verdere neurologische afwijkingen. CT-scan en MRI-onderzoek van het cerebrum tonen een kleine bloeding rechts occipitaal. De INR is 2,92.

Patiënt wordt behandeld met vierfactorenconcentraat (protrombinecomplex) en vitamine K. Hij knapt geleidelijk op, zijn hoofdpijn neemt af en ook de gezichtsveldstoornis trekt bij. De controle-CT-scan na acht weken toont volledige resorptie van de bloeding.

Tijdens de opname is patiënt zeer te spreken over vijf mooie verpleegkundigen die hij voortdurend in zijn linkergezichtsveld op zijn kamer aan het werk ziet. Patiënt is er zich volledig van bewust dat deze verpleegkundigen er niet echt zijn en gaat daar op een humoristische manier mee om. Hij heeft nooit eerder hallucinaties gehad, is niet psychiatrisch belast en gebruikt geen drugs of over-matig alcohol.

We concluderen dat er sprake is van visuele hallucinaties horend bij het syndroom van Charles Bonnet door een bloeding rechts occipitaal. Bij patiënt verdwijnen de hallucinaties, enigszins tot zijn spijt, na enkele weken spontaan.

Het syndroom van Charles Bonnet, genoemd naar de Zwitserse filosoof Charles Bonnet (1720-1793), is een relatief zeldzame aandoening waarbij visuele hallucinaties optreden als gevolg van een visusstoornis. De oorzaak van de visusstoornis kan in de gehele visuele tractus gelegen zijn. Patiënten zijn zich doorgaans bewust van de onechtheid van de hallucinaties en meestal verdwijnen de hallucinaties spontaan bij herstel of verbetering van de visus, zoals ook bij deze patiënt het geval was. Medicamenteuze therapie in de zin van een anti-psychoticum kan overwogen worden als de hallucinaties angstaanjagend zijn, maar is slechts zelden nodig.

Joost Hartman, coassistent neurologie
dr. Johan Hiel, neuroloog
dr. Marjan Slob, radioloog,
St. Annaziekenhuis Geldrop

beeld auteurs


contact: j.hiel@st-anna.nl
cc: redactie@medischcontact.nl

<b>Download deze Gezien als PDF</b>
Gezien
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.