Specialist ouderengeneeskunde had antistolling moeten (her)overwegen
2 reactiesKlager dient een klacht in tegen een specialist ouderengeneeskunde over de behandeling van zijn moeder in een verpleeghuisunit van een woonzorglocatie. Op de woonzorglocatie waar zij daarvoor verbleef, kreeg zij een tijdje antistollingsmedicatie vanwege atriumfibrilleren.
In de overdrachtslijst staat de antistollingsmedicatie niet vermeld. De specialist ouderengeneeskunde heeft de voorgeschreven medicatie uit de overdrachtslijst overgenomen. Patiënte heeft een TIA gekregen. Daarna verslechterde haar gezondheid.
In de laatste dagen van haar leven kreeg ze palliatieve zorg. Klager verwijt de arts dat zij ten onrechte de antistollingsmedicatie heeft stopgezet en dat er palliatieve zorg is verleend in plaats van zorg gericht op het leven. Volgens het college had de arts het beleid ten aanzien van de antistollingsmedicatie zelf moeten (her)beoordelen. Maar de arts heeft zorgvuldig gehandeld in de laatste levensfase van de patiënt en er was geen sprake van palliatieve sedatie of actieve levensbeëindiging. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.
RTG Groningen, 20 oktober 2020
Fred Bekker
ouderenpsychiater, Apeldoorn
het uitgebreide verslag op de overheidswebsite lezende, zijn de conclusie en beslissing van het Tuchtcollege voor mij onbegrijpelijk. Het lijkt erop dat men binnen de context van een scala van ongefundeerde klachten gemeend heeft een stok te moeten z...oeken om de hond (beklaagde) mee te slaan en klager tegemoet te moeten komen. Met de paternalistische toevoeging "Ten overvloede merkt het college nog het volgende op ..." wordt het er niet beter op en vraag je je af in hoeverre het Tuchtcollege ook de deskundigheid van de beklaagde als specialist respecteert; daarnaast rijst de vraag wat binnen het college de rol en positie zijn geweest van leden-beroepsgenoten. Twee van drie leden-beroepsgenoten kennende verbaast mij e.e.a. nog eens te meer. Ik mag hopen dat beroep is aangetekend?
Fred Bekker
ouderenpsychiater, Apeldoorn
het uitgebreide verslag op de overheidswebsite lezende, zijn de conclusie en beslissing van het Tuchtcollege voor mij onbegrijpelijk. Het lijkt erop dat men binnen de context van een scala van ongefundeerde klachten gemeend heeft een stok te moeten z...oeken om de hond (beklaagde) mee te slaan en klager tegemoet te moeten komen. Met de paternalistische toevoeging "Ten overvloede merkt het college nog het volgende op ..." wordt het er niet beter op en vraag je je af in hoeverre het Tuchtcollege ook de deskundigheid van de beklaagde als specialist respecteert; daarnaast rijst de vraag wat binnen het college de rol en positie zijn geweest van leden-beroepsgenoten. Twee van drie leden-beroepsgenoten kennende verbaast mij e.e.a. nog eens te meer. Ik mag hopen dat beroep is aangetekend?