Tuchtrecht
Sophie Broersen Hilde van der Meer
7 minuten leestijd
Uitspraak tuchtcollege

Osteopaat klaagt kritische huisarts aan

6 reacties

Een arts die in die hoedanigheid stukjes schrijft, kan om die reden voor de tuchtrechter worden gesleept. Dat overkwam een huisarts die op zijn eigen website een kritische column schreef over osteopathie. Een osteopaat stoorde zich aan deze column: de huisarts verwijst volgens hem naar verkeerde bronnen, en zorgt ervoor dat het vertrouwen in osteopaten wordt ondermijnd. Zelf lijdt hij daardoor grote – financiële – schade, omdat het werken hem onmogelijk wordt gemaakt. Gelukkig gaat het tuchtcollege nuchter om met de klacht. Want ja, de osteopaat mag de huisarts voor de tuchtrechter slepen, maar dat wil nog niet zeggen dat hij gelijk heeft. Het college hecht aan een onbelemmerd debat over de effectiviteit van geneeskundige methodes. Dat – en nog een aantal andere argumenten – doet het college besluiten de klacht af te wijzen. Gelukkig. Het is van belang dat discussies over de zin en onzin van behandelingen vrijuit gevoerd kunnen worden. Iedereen mag zijn zegje doen, osteo-
paten mogen op hun websites reclame maken voor hun behandeling, maar artsen mogen daar op hun beurt tegenin gaan. Ook in een column zonder wetenschappelijke pretenties, zolang ze binnen de grenzen van de uitingsvrijheid blijven, die een ‘redelijk handelend
beroepsbeoefenaar’ toekomt.

Sophie Broersen, arts/journalist

Hilde van der Meer, jurist


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

 Beslissing d.d. 16 augustus 2013 naar aanleiding van de op 30 november 2012 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam ingekomen en vervolgens naar het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle doorgezonden klacht van

 A, wonende te B, k l a g e r

 -tegen-

C,  huisarts, werkzaam te D, bijgestaan door mr. I.F.A. Broeckaert te Almere, v e r w e e r d e r

1.     HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het college heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift met bijlagen;

- het verweerschrift met bijlagen;

- de repliek met bijlagen;

- de dupliek.

Partijen hebben afgezien van de hun geboden mogelijkheid om te worden gehoord in het kader van het vooronderzoek.

De zaak is behandeld ter openbare zitting van 5 juli 2013, alwaar klager en verweerder zijn verschenen, de laatste met zijn gemachtigde, die aan de hand van een pleitnota het standpunt van verweerder nader heeft toegelicht.

2.     DE FEITEN 

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Klager heeft een therapeutische praktijk. Op zijn website vermeldt hij daarover het volgende. Hij is geschoold als remedial masseur en heeft gewerkt als ontspannings- en geneeskundig masseur. Vervolgens is hij ook osteopathisch en mesologisch geschoold. Met een combinatie van therapieën biedt hij als complementair geneeskundige behandelingen aan voor een breed scala aan aandoeningen. Daarnaast heeft klager samen met een ander een aantal klinieken opgezet  voor borstmassage. Volgens de website van deze klinieken kan een goede doorbloeding van borsten door middel van massage klachten verminderen en “toekomstige ellende” (gedoeld wordt op borstkanker) voorkomen. Vrouwen die kiezen voor deze behandeling wordt verzocht mee te doen aan onderzoek om de effectiviteit van de methode wetenschappelijk te onderbouwen.

Verweerder schrijft (maatschappij-)kritische columns en publiceert deze op zijn eigen website. Op die website presenteert hij zichzelf als “huisarts & hoofdpijndokter & gemeenteraadslid & publicist”. Deze columns worden vrijwel altijd overgenomen door het plaatselijke huis-aan-huis-blad, soms worden deze ook gepubliceerd in het blad Huisarts & Wetenschap en in het blad van de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten.

Op 17 augustus 2011 heeft verweerder een column op zijn website geplaatst met onder meer de volgende inhoud:

“Er zijn kinderartsen die aan ouders ‘osteopathie in overweging geven, als de baby onrustig is’. Osteopathie is al eng. Als echte kinderartsen hier reclame voor gaan maken, dan wordt het helemaal eng. Even uitleggen wat osteopathie is. Osteopaten voelen iets wat anderen niet voelen: scheve schedeltjes, kromme babynekjes, verkleefde hersenvliezen en vastzittende levertjes. Osteopaten kennen als enigen de verbanden tussen al die scheefheid, ziektes en ongemak. Normale baby’s moeten ook oppassen, want die worden preventief behandeld, vanaf de geboorte. Osteopaten duwen alles op zijn plaats, heel zachtjes natuurlijk. Dit gebeurt zo subtiel dat ze vermoedelijk niets doen. Of ze kraken die babynekjes wel echt en dan gaat er een enkele keer een baby dood (TV-programma Zembla, zie Google).

Osteopathie bestrijkt dus het hele leven, niemand is gezond en ze kunnen alles. Gebedsgenezers beweren hetzelfde. Betrouwbare geneeskunde beweert dat niet. (…)”Aan de column is een addendum toegevoegd, waarin verweerder meldt dat een der kinderartsen heeft gebeld met de reactie dat kraken van babynekjes craniosacrale therapie is en niet gebeurt door osteopaten. Verweerder heeft in een reactie hierop aangegeven dat volgens verschillende bronnen op internet craniosacrale therapie een onderdeel is van osteopathie.

De Vereniging tegen kwakzalverij heeft de column van verweerder met het addendum overgenomen op haar website.

Op de website ‘GeenStijl’ is op 17 september 2012 een column verschenen waarin in scherpe bewoordingen de vloer wordt aangeveegd met de methode van borstmassage die in de door klager opgezette klinieken wordt toegepast. Na doorklikken kan de lezer van deze column uitkomen bij de column van verweerder, zoals die is overgenomen door de Vereniging tegen kwakzalverij in een artikel op haar website over de effectiviteit van borstmassages.

3.     HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT 

Klager verwijt verweerder -zakelijk weergegeven- het volgende. Als osteopaat heeft klager last van onwaarheden in de media over osteopathie. Zoals de verwijzing van verweerder naar de uitzending van het programma Zembla. In dit programma wordt beweerd dat osteopaten verkeerde en gevaarlijke behandelmethodes toepassen. Dit echter ten onrechte, want die behandelaars waren chiropractor en/of fysiotherapeut. Bovendien is een klacht tegen Zembla over de uitzending van de zijde van chiropractoren door de Raad voor de Journalistiek gegrond verklaard. Verweerder verwijst bewust naar foutieve bronnen. Dit veroorzaakt onnodige onrust onder de bevolking. Osteopaten zijn hiervan de dupe. Klager wordt gehinderd bij het opzetten van een nieuwe bedrijfsactiviteit door (in)directe verwijzingen naar de column van verweerder, met aanzienlijke financiële schade als gevolg. Daarnaast frustreert verweerder wetenschappelijk onderzoek dat klager wil uitvoeren.

4.     HET STANDPUNT VAN VERWEERDER 

Verweerder voert -zakelijk weergegeven- het volgende aan. Hij heeft de column niet geschreven in de hoedanigheid van huisarts. Klager is geen rechtstreeks belanghebbende, hij maakt dat niet duidelijk. Artikel 47, eerste lid onder b (de zogenaamde tweede tuchtnorm) heeft geen betrekking op alternatieve geneeswijzen, met de hier bedoelde (algemene) individuele gezondheidszorg wordt uitsluitend op reguliere geneeskunde gedoeld. Om deze redenen is klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. Bezwaarlijk kan worden gesteld dat zijn column over behandeling van baby’s reputatieschade oplevert bij het opzetten van een kliniek voor borstmassage.

5.     DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1              

Ten aanzien van de ontvankelijkheid van klager in zijn klacht geldt het volgende. Verweerder heeft zich op zijn website onder meer, en in de eerste plaats, gepresenteerd als huisarts en hoofdpijndokter en de bestreden column gaat over behandeling van (huil)baby’s en het verwijsbeleid van kinderartsen ter zake. Derhalve is niet staande te houden dat hij bij de publicatie van deze column niet de hoedanigheid van arts had en is hij derhalve dienaangaande aan tuchtrecht onderworpen. Klager stelt (onder meer) dat het vertrouwen van het publiek in hem als osteopaat en in de methode van borstmassages die worden gegeven in de kliniek, waarvan hij mede-eigenaar is, wordt ondermijnd door de publiekelijke uitlatingen van verweerder. Daardoor leidt hij grote schade en is hem het werken als osteopaat in de kliniek en het verrichten van onderzoek naar de effectiviteit van borstmassages onmogelijk gemaakt. Niet vanwege die zakelijke belangen, maar wel op basis van de gestelde vertrouwensondermijning is klager als rechtstreeks belanghebbende aan te merken. Over de vraag of artikel 47, eerste lid onder b, van de Wet BIG ook het oog heeft op alternatieve/complementaire behandelmethodes als die van klager, wordt het volgende overwogen. De wetgever heeft met de invoering van de Wet BIG het monopolie op de geneeskunst losgelaten. Ook niet-BIG-geregistreerde therapeuten hebben daardoor een plaats gekregen in de individuele gezondheidszorg.  De therapieën zoals klager die toepast vallen derhalve eveneens onder het begrip gezondheidszorg als genoemd in bedoeld artikel. Op grond van het voorgaande dient klager ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht.

5.2

Het college wijst er bij de inhoudelijke beoordeling allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.3

Voorop staat dat de kwaliteit van de gezondheidszorg is gediend met een onbelemmerd debat over de effectiviteit van geneeskundige methodes, zoals die tussen aanhangers van reguliere en alternatieve geneeswijzen. In dit geval betreft het een column op persoonlijke titel, zonder wetenschappelijke pretenties. Verweerder heeft zijn column aangevuld met het tegengeluid vanuit de hoek van kinderartsen en heeft vervolgens onderbouwd uiteengezet dat craniosacrale therapie ook wordt toegepast door osteopaten. Hem kan niet worden verweten dat hij heeft gebruik gemaakt van een bron als Zembla waarin naar journalistieke maatstaven gemeten een eenzijdig beeld is geschetst, hetgeen hij echter niet wist en ook niet hoefde te weten. Evenmin kan hem worden verweten dat de Vereniging tegen kwakzalverij zijn column (overigens mét de reactie van een kinderarts) integraal heeft overgenomen en dat vervolgens GeenStijl in een pagina over de methode van borstmassages een link naar de website van de Vereniging tegen kwakzalverij heeft opgenomen. Ten slotte is de kans niet erg groot te achten dat een column die primair gericht is op een alternatieve behandeling van huilbaby’s en het verwijzingsbeleid van kinderartsen terzake, vertrouwensondermijnend werkt bij de doelgroep van vrouwen, die borstmassages ondergaan of overwegen. Dit alles leidt tot het oordeel dat verweerder jegens klager in zijn uitlatingen is gebleven binnen de grenzen van de uitingsvrijheid die hem als redelijk handelend beroepsbeoefenaar toekomt en dat hem deze dus niet tuchtrechtelijk zijn te verwijten. De klacht is dus ongegrond.

6.     DE BESLISSING

Het college:

-         wijst de klacht af;

-         bepaalt dat deze beslissing nadat deze onherroepelijk is geworden in geanonimiseerde vorm in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften ‘Medisch Contact’, ‘Tijdschrift voor Gezondheidsrecht’ en ‘Gezondheidszorg Jurisprudentie’;

Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, mr. E.W.M. Meulemans, lid-jurist, en T.S. van der Veer, M.H. Braakman en G.W.A. Diehl, leden-geneeskundigen, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Bart, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op

16 augustus 2013 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.                                                                                

<B>Download het MC-artiklel met de ingekorte versie van deze uitspraak (PDF)</b>
kwakzalverij
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • K. Balwant-Gir

    Huisarts, IJSSELSTEIN UT

    Ik begrijp niet dat deze klacht überhaupt door het tuchtcollege werd behandeld.

  • R.W. Poolman

    Orthopedisch Chirurg, Amsterdam

    Ik krijg het idee dat er steeds meer misbruik wordt gemaakt van het college. Dit is hier een mooi voorbeeld van. De klacht kan niet idoot genoeg zijn en het college moet er toch naar kijken. Zou de zorg hier nu veiliger en beter door worden? Deze kla...cht heeft niets met patiëntenzorg te maken. De osteopaat had beter een zaak wegens smaad kunnen aanspannen. Het tuchtcollege is dan niet het juiste gremium.

  • A.A. de Vos

    huisarts, BREDA

    In feite zou de osteopaat in deze een wederstraf moeten krijgen zoals dat ook het geval is wanneer een voetballer een schwalbe maakt. Die krijgt een gele kaart. Wat mij betreft maakt de osteopaat hier een schwalbe. Gele kaart dus!

  • G. Koster

    bedrijfsarts, GRONINGEN

    In de dagelijkse praktijk word ik met regelmaat geconfronteerd met beweringen als: wervels staan scheef, of nog erger, los; "de bekkens bewegen volgens de osteopaat verkeerd" of "regelmatige behandeling is vereist om te voorkomen dat de wervelkolom o...pnieuw instabiel wordt". Men vindt dat we deze onzin voor zoete koek moeten slikken, en we ons daar niet tegen zouden mogen verweren?

    In die zin is de uitspraak van het tuchtcollege helder: onzin dus.

    Blijft de vraag of een dergelijk, naar mijn mening vooral commercieel ingegeven, klacht ter beoordeling van het tuchtcollege is. Immers, zij oordeelt over medisch handelen, en daarbij hoort dat je je ook kritisch kunt opstellen.

    Als de osteopaat vindt dat hij schade leidt, zou hij een andere procedure moeten voeren.

    En smaad? M.i. moet je als professional in Nederland toch je mening kunnen uiten, en het gevolg daarvan is dat niet iedereen het daarmee eens is, maar: that's life, dude!

  • P.T.H. Langendijk

    Orthopedisch Chirurg, LEIDEN

    Volgens mij is het gewoon een viezerik die onder het mom van wetenschappelijk onderzoek aan borsten wil zitten. Dit soort mensen dienen dan ook strafrechtelijk aangepakt te worden. Om het nog maar niet te hebben over zijn geneeskundige massage scholi...ng en al die andere opleidingen die hij genoten heeft!
    Maar ja zolang mensen willen betalen voor alternatieve geneeswijzen in de aanvullende verzekering blijf je deze praktijken houden. De IGZ zou zich wat intensiever met deze tak van sport moeten bezighouden.

  • C.J. de Jong

    anesthesioloog, AMSTERDAM

    Het is al de tweede keer dat een osteopaat een arts aanklaagt en probeert medici de mond te snoeren als het over de ineffectiviteit van alternatieve behandelwijze zoals osteopathie gaat. http://www.kwakzalverij.nl/1583/Tuchtcollege_stelt_borstenknijp...er_in_ongelijk .
    Het is dringend noodzakelijk dat richtlijncommissies een uitspraak over de ineffectiviteit van veel gebruikte alternatieve behandelwijzen opnemen in de nieuwste versie van de richtlijn. Dat spaart het medisch tuchtcollege veel werk.
    Catherine de Jong, anesthesioloog
    Voorzitter Vereniging tegen de Kwakzalverij

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.