Huisarts hoefde beschikbaarheid PrEP niet te controleren
Plaats een reactieKlager is de partner van een patiënt. Hij dient namens zichzelf en zijn partner (klager 2) een klacht in tegen verweerder (huisarts). Hij verwijt de huisarts onder meer dat hij geen kopierecept voor PrEP (middel om hiv te voorkomen) aan zijn partner heeft verstrekt, waardoor hij hem persoonlijk in gevaar gebracht heeft.
Het regionaal tuchtcollege oordeelt dat, los van het feit of klager 2 door toedoen van de huisarts tijdelijk niet beschikte over PrEP, de mogelijke weerslag die dit handelen heeft (gehad) op klager geen tuchtrechtelijk verwijt oplevert.
Klager 2 wist immers of hij beschikte over PrEP en kon zijn partner hierover informeren. Op dat moment is het aan klagers om verantwoordelijk met deze situatie om te gaan. Temeer nu het gaat om preventieve medicatie, gaat de zorgplicht van de huisarts niet zo ver dat deze verantwoordelijkheid op hem kan worden afgewenteld. De klacht wordt ongegrond verklaard.
RTG Amsterdam, 15 april 2020
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
- Er zijn nog geen reacties
