Broer van huisarts verwijt haar ‘valse verklaringen’ over hun vader
Plaats een reactieBeklaagde is werkzaam als huisarts en is de zus van klager. Klager verwijt zijn zus dat zij bij diverse instanties in haar hoedanigheid van arts valse verklaringen heeft afgelegd over de geestelijke gezondheidstoestand van hun vader (dat hij aan dementie/alzheimer leed), althans verklaringen waarvan zij de juistheid niet heeft vastgesteld.
Volgens beklaagde moet haar broer niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat zowel de eerste als de tweede tuchtnorm niet van toepassing zijn. Het college stelt vast dat beklaagde geen behandelrelatie heeft gehad met klager of haar vader.
De eerste tuchtnorm is daarom niet van toepassing. De uitlatingen van beklaagde over de gezondheidstoestand van haar vader zijn niet van dergelijke aard en ernst dat zij onder de tweede tuchtnorm vallen. Beklaagde heeft de uitlatingen uitsluitend gedaan in haar hoedanigheid van dochter van de vader. Er is geen enkele sprake van enige weerslag op het belang van de individuele gezondheidszorg. Klager heeft deze weerslag ook nauwelijks gesteld, laat staan onderbouwd. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht.
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht. Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
Meer tuchtrecht- Er zijn nog geen reacties