Nieuws

Zeg er wat van!

Plaats een reactie

Je co-maatje ziet er wat bleekjes uit. Ze vertelt dat ze lang heeft doorgewerkt de avond ervoor. Eigenlijk is ze vreselijk moe, maar ze mag assisteren bij een operatie. Je vraagt je af of dat assisteren wel zo’n goed idee is. Wat moet je hiermee?

Van een arts mag worden verwacht dat hij een collega aanspreekt op gedrag dat schade of risico’s voor patiënten veroorzaakt.1 2 Denk hierbij aan slechte dossiervoering, het niet in acht nemen van veiligheidsmaatregelen of onzorgvuldigheid bij het voorschrijven van medicatie. Tijdens de opleiding geneeskunde wordt al veel aandacht besteed aan professioneel gedrag. Elkaar aanspreken bij misstanden, ‘aanspreekgedrag’, maakt hier ook deel van uit. Als arts in spe kun je in de situatie terechtkomen dat je een collega zou moeten wijzen op zijn of haar gedrag. Hebben geneeskundestudenten vertrouwen in hun eigen aanspreekgedrag? En hoe gaan zij hier in de praktijk mee om? Het KNMG Studentenplatform deed een onderzoek.

Aanspreken in de praktijk
In november 2013 werden alle studenten-leden van de KNMG uitgenodigd voor de jaarlijkse digitale studentenenquête. In totaal vulden 1244 coassistenten en 1416 bachelorstudenten de enquête in. Iedereen kreeg twee casussen voorgelegd (zie onder). Wij vroegen de studenten of ze een dergelijke situatie weleens meegemaakt hadden en wat ze toen deden of wat ze zouden doen. De meeste bachelorstudenten verwachtten dat zij hun medestudent zouden aanspreken bij het constateren van een van de misstanden uit de voorgelegde casussen. Van degenen die een dergelijke situatie hadden meegemaakt, had 30 procent (casus A) en 46 procent (casus B) ook daadwerkelijk actie ondernomen en er iets van gezegd. Waarom spreken studenten elkaar niet aan? Veel gehoorde antwoorden zijn: ‘Het is niet mijn verantwoordelijkheid’ en ‘Ik wil de goede relatie met mijn medestudent niet verstoren’.

Ook een meerderheid van de coassistenten gaf aan dat zij hun collega zouden aanspreken op ongewenst gedrag. In het geval van de medestudent die onvoldoende rekening houdt met hygiëne, sprak 40 procent van de coassistenten zijn of haar collega daadwerkelijk aan. In het geval van een collega die zich denigrerend opstelt, heeft 58 procent van de coassistenten iets gezegd. Wanneer je studenten in het laatste jaar van hun studie vraagt of zij ooit verzuimd hebben in aanspreekgedrag, zegt één op de vier ‘ja’.

Dr. Joost Wiersinga, internist-infectioloog in het AMC en tevens voorzitter van de Evaluatiecommissie Master Geneeskunde van de UvA, benadrukt dat aanspreken een belangrijk onderwerp is, niet alleen voor coassistenten, maar ook voor arts-assistenten en stafleden. ‘Er is in het AMC tegenwoordig meer aandacht voor aanspreekgedrag tijdens de opleiding geneeskunde. Binnen het AMC bestaan bijvoorbeeld bijeenkomsten waarin arts-assistenten en stafleden retrospectief met elkaar ingaan op gemaakte fouten. Coassistenten zijn daar verplicht bij aanwezig, zodat ze leren elkaar aan te spreken op misstanden. De toenemende aandacht voor professioneel gedrag en aanspreekgedrag heeft al een goede uitwerking, maar blijvende aandacht hiervoor is noodzakelijk.’

Aanspreken kun je leren
De meeste geneeskundestudenten denken dat zij hun medestudenten zouden aanspreken wanneer er iets gebeurt dat niet door de beugel kan. De aankomende generatie artsen is zich er, over het algemeen, kennelijk van bewust dat aanspreekgedrag belangrijk is. Een mooie constatering. Toch blijkt het in veel situaties nog moeilijk om op een medestudent af te stappen. Studenten geven aan dat zij zich niet altijd verantwoordelijk voelen voor het gedrag van hun medestudent of zijn bang om de relatie onderling te verstoren. Het is belangrijk dat faculteiten binnen de opleiding aandacht besteden aan aanspreekgedrag, bijvoorbeeld tijdens de studie-uren die gericht zijn op professionele ontwikkeling. Als student kun je hier ook zelf mee aan de slag gaan; oefen bijvoorbeeld eens in je co-groepje hoe je elkaar hier op kunt aanspreken.

Het niet aanspreken van een collega op misstanden leidt soms tot situaties waarbij de gezondheid van een patiënt in het geding is. Aanspreekgedrag is dan ook een professionele plicht voor elke (aankomende) arts. Laten we het zo effectief mogelijk doen, zodat gevaarlijke situaties zo veel mogelijk voorkomen kunnen worden. Studenten kunnen bij problemen met aanspreekgedrag terecht bij een vertrouwenspersoon op de faculteit.


Aanspreken: denken en doen

Het aantal studenten dat denkt een medestudent in de betreffende situatie aan te spreken versus het aantal studenten dat dat ook daadwerkelijk heeft gedaan. Casus A en B zijn voorgelegd aan bachelorstudenten (A&B; n=1416) en, casus C en D aan coassistenten (C&D; n=1244).



Rogier Butter, Rosalie Beekman, Edwin Duijzer

Voetnoten

1. KNMG publicatie: Omgaan met incidenten, fouten en klachten: wat mag van artsen worden verwacht? (2007)
2. C.L.A. van Herwaarden e.a., Raamplan artsenopleiding 2009, Utrecht: Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (2009)
3. M. Langelaan e.a., Monitor Zorggerelateerde schade 2011/2012, Amsterdam/Utrecht: EMGO+ Instituut en NIVEL (2013)

<b>PDF van dit artikel</b>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.