Nieuws
De Geneeskundestudent
3 minuten leestijd
kennis

Weet de student van nu echt zo weinig? Onzin!

Plaats een reactie

Krijg je als co weleens te horen dat je te weinig weet? Dat medisch studenten vroeger meer parate kennis hadden? Dan ben je niet de enige. Maar zijn die opmerkingen terecht? Of ligt het aan de perceptie van artsen en opleiders? We vroegen het prof. dr. Jan Kuks, neuroloog en mastercoördinator in het UMCG en Laura Blok, kinderanesthesioloog en plaatsvervangend opleider anesthesiologie in het Radboudumc.

In 2009 deed De Geneeskundestudent (toen nog KNMG Studentenplatform) al onderzoek naar de kennis onder coassistenten. Veelgehoorde kritiek was dat de studenten niets meer zouden weten en dat er een zesjes­cultuur zou heersen. In de jaarlijkse enquête werd in 2009 aan de studenten zélf gevraagd wat de oorzaak zou kunnen zijn van dit vermeende kennisgebrek en of studenten dit zelf ook zo beleefden.

De resultaten van de enquête logen er niet om: maar liefst 40 procent vond toentertijd zijn of haar eigen kennisniveau (veel) te laag. Opvallend genoeg vond slechts 23 procent het kennisniveau van collega-studenten onvoldoende. Meer dan de helft van de studenten gaf aan dat er in het curriculum te weinig tijd was voor medisch-inhoudelijke onderwerpen. Dit zou volgens hen 70 tot 80 procent van de tijd in beslag moeten nemen. Verder zou er bezuinigd mogen worden op reflecteren. Daarnaast werd aangekaart dat een gebrek aan motivatie onder geneeskundestudenten een rol zou kunnen spelen.1 Maar hoe staat het er nu voor? Is de situatie veranderd?

Van alle tijden

Neuroloog Jan Kuks is van mening dat de netto­hoeveelheid kennis van geneeskundestudenten zeker niet is afgenomen. De totale hoeveelheid medisch-wetenschappelijke kennis is toegenomen, waardoor de procentuele hoeveelheid kennis van de student is afgenomen, maar dit geldt eigenlijk ook voor hemzelf en andere artsen. Kuks: ‘Wij hadden vroeger ook niet zoveel kennis, “de studenten weten niets” is een opmerking van alle tijden.’ Anesthesioloog Laura Blok is het hiermee eens. Ook zij is van mening dat de gemiddelde coassistent zeker niet minder weet dan zijzelf vroeger. ‘De kennis is nu ook makkelijker te vergaren.’ Beiden geven daarbij aan dat dit leidt tot een andere leerstijl dan vroeger.

Waar komt de opmerking dan vandaan? Allereerst moeten studenten zich volgens Kuks hier niets van aantrekken. Deze artsen moeten goed beseffen in welke fase van de studie de student zich bevindt. Ook zouden ze moeten terugdenken aan hoe ze zelf in die fase waren. Bovendien hebben ze te weinig oog voor wat de student wél weet: ‘Het is heel gemakkelijk om de eerste de beste coassistent te confronteren met wat hij of zij niet weet. Zelf hebben ze ook niet de kennis die buiten hun specialisme ligt en die de student wel degelijk paraat heeft; daar wordt echter niet naar gevraagd.’ Verder ziet Kuks dat veel medisch specialisten zijn vergeten wat een basisopleiding inhoudt en vooral vragen bedenken vanuit hun eigen referentieniveau. Hierdoor worden de vragen die ze stellen soms veel te gedetailleerd, ook in de toetsing. ‘Ze moeten meer kijken naar wat een student weet van het concept van het geheel dan naar wat hij of zij van de feiten weet.’

Heel gemotiveerd

Aan de mentaliteit van geneeskundestudenten ligt het zeker niet. Blok ziet vaak coassis­tenten die in de laatste fase van hun studie zitten en juist heel gemotiveerd zijn. Sommigen vragen haar zelfs al voordat ze beginnen wat ze moeten doen om een 8 te halen, omdat ze cum laude willen slagen. Kuks beaamt dit: ‘Een zesjescultuur is er helemaal niet meer. Mensen willen steeds hogere cijfers halen.’ De huidige generatie studenten kenmerkt zich volgens Kuks juist door de gedrevenheid om hard te studeren, ook vanwege de overheidsmaatregelen. Verder ziet hij dat studenten nu minder vrije tijd hebben. Ze zijn erop gebrand om extra activiteiten naast hun studie te ondernemen en ze drijven elkaar hierin enorm op. Deze manier van cv-building blijft niet zonder gevolgen: ‘Wat er met de studenten meer dan vroeger gebeurt, is dat ze uit de bocht vliegen en burn-out raken.’

Harde kennis

Hoewel Kuks aangeeft dat geneeskundestudenten niet méér parate kennis nodig hebben, zou hij wel graag zien dat ze meer inzicht in medisch-biologische vakken krijgen, zoals farmacologie en medische fysiologie. Hij geeft een voorbeeld: ‘Anatomie kun je nog in een atlas nazoeken als je de principes maar goed kent, maar hoe een longfunctiecurve in elkaar zit, dat moet je hebben begrepen, en dat begrijpen mensen onvoldoende.’ Blok voegt toe: ‘We moeten teruggaan naar de basis, waarbij harde kennis blijvend wordt getest.’ Verder vindt Blok het belangrijk dat opleiders studenten actief blijven betrekken, ondanks de hoge werk- en administratiedruk. En tegen studenten zegt zij: ‘Je maakt je eigen opleiding, hoe enthousiaster jij bent, hoe meer je mag doen. Wees assertief en actief.’

Kuks heeft voor studenten een helder en eenvoudig advies: ‘Zoek alles op wat je niet weet. Houd je ogen en oren goed open.’

Ze hebben te weinig oog voor wat de student wél weet

Voetnoot :Vroeger waren co's veel beter

download dit artikel (pdf)

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.