Nieuws
interview

Noorse psychiater: ‘Breivik was toerekeningsvatbaar’

Koelbloedige massamoordenaar was antisociaal maar wist wat hij deed

2 reacties

De Noor Terje Tørrissen was één van de psychiaters die de terrorist Anders Breivik moest beoordelen op zijn toerekeningsvatbaarheid. Het dwong hem na te denken over het verband tussen geestesstoornis en radicalisering.

Begin van deze maand was hij nog even in het nieuws: Noorwegen schendt de mensenrechten van de extreemrechtse massamoordenaar Anders Breivik niet door hem in isolement gevangen te houden. Breivik (1979) – nu 4,5 jaar gevangen – zit een straf uit van 21 jaar vanwege een bomaanslag in Oslo op 22 juli 2011 en de moorden op het eiland Utøya direct daarna, waarbij in totaal 77 jonge mensen om het leven kwamen. De gevangenisstraf van 21 jaar kan worden verlengd als hij tegen het einde nog steeds als bedreiging wordt gezien. Volgens het gerechtshof gaan de omstandigheden niet in tegen de Europese mensenrechtenconventie. Bovendien vindt het hof de strenge detentie gerechtvaardigd omdat Breivik er nog altijd op uit lijkt extremistisch gedachtegoed te verspreiden.

Publieke impact

Terje Tørrissen was één van de forensisch psychiaters die Breiviks toerekeningsvatbaarheid moesten vaststellen. Hij was onlangs in Nederland bij de presentatie van het boek Legal Insanity van zijn Nederlandse collega Gerben Meynen (zie recensie). Tørrissen en zijn vakgenoot Agnaar Aspaas werden gevraagd om Breivik in tweede instantie te beoordelen – er lag op dat moment al een verslag van twee collega’s die tot de conclusie waren gekomen dat de massamoordenaar leed aan schizofrenie van het paranoïde type.

Tørrissen, zacht en enigszins aarzelend sprekend, noemt het een ‘once in a lifetime experience’: ‘Vanwege de ernst van de misdaad en het zeer grote aantal slachtoffers. Maar we hebben de beoordeling niet anders aangepakt dan andere gevallen. Ons mandaat was ook hetzelfde als in andere zaken.’

Dat de publieke impact van hun werk enorm zou zijn, alsmede de druk van de media, besefte Tørrissen van meet af aan. ‘Iedereen in Noorwegen kent wel iemand die weer iemand kent die slachtoffer of getuige was van de aanslagen; het heeft letterlijk het hele land getroffen. Veel mensen willen er niet meer over praten, Breiviks naam zelfs niet noemen. Ze spreken van “de terrorist”.’

Iets in zijn ogen

Tørrissen deelt zijn kennis van de Breivik-casus graag. Hij vindt dat collega’s en anderen, zoals juristen, ervan kunnen leren. Vooral als het gaat om de samenhang tussen geestelijke gezondheid, toerekeningsvatbaarheid en radicalisering. ‘Al het materiaal is bovendien beschikbaar gekomen tijdens de rechtszaak, veel staat op het web. Ik vertel niets wat ook niet tijdens de openbare rechtszaak aan de orde is gekomen.’

Breiviks legitimering is dat hij het – net als soldaten – voor een goede zaak deed

Tørrissen begint zijn betoog met een reeks foto’s van Breivik, waarop we hem volgen van kindertijd via jeugd naar volwassenheid. ‘Een normale jongeman, maar als hij volwassen is, lijkt er iets in zijn ogen veranderd.’ Daarmee zinspelend op wat hij later in het interview zal opmerken: zelfs voor een doorgewinterde, ervaren forensisch psychiater is het moeilijk te accepteren dat iemand die een dergelijk bloedbad heeft aangericht bij zijn volle verstand was. Maar dat is dus precies waar Aspaas en Tørrissen in hun contra-expertise afweken van hun collega’s: Breivik was wel degelijk toerekeningsvatbaar. De rechtbank volgde dat oordeel.

Anders Breivik lacht als psychiater Terje Tørrissen een verklaring aflegt tijdens de rechtszaak (Oslo, 19 juni 2012).
Anders Breivik lacht als psychiater Terje Tørrissen een verklaring aflegt tijdens de rechtszaak (Oslo, 19 juni 2012).

Tørrissen maakt een vergelijking met soldaten die vijanden doden, zelfs als het vrouwen en kinderen zijn. ‘Ook Breiviks legitimering is dat hij het voor een goede zaak deed, daarom kan hij ermee leven. Jazeker, sommige soldaten raken getraumatiseerd, maar de meesten niet. Net zo min als Breivik. Hij heeft oppervlakkige emoties; kent geen of nauwelijks empathie. Maar als je onder die oppervlakte kijkt, als je het rechts-extremistische manifest leest dat hij drie uur voor de aanslagen lanceerde op internet, en als je kennisneemt van zijn uitlatingen na zijn arrestatie, dan doemt het beeld op van een man die in staat is tot complex denken en die begrip heeft van de menselijke aard en emoties.’

Een slimme man

Volgens de psychiaters die Tørrissen en Aspaas voorgingen, was Breivik in 2006 in een psychose geraakt, waarna hij de symptomen begon te vertonen die op paranoïde schizofrenie duidden: vlakke emoties, wanen en vooral het gebruik van allerlei neologismen, zoals die in diens manifest aanwijsbaar zouden zijn. Dat gehele manifest was volgens hen ‘pathetisch zelfbetrokken’ en zou getuigen van grootheidswanen.

Tørrissen en zijn collega besloten geen kennis te nemen van hun verslag en begonnen bij nul. Ze spraken meer dan dertig uur met Breivik, namen psychometrische tests af (‘Breivik bleek een slimme man’), worstelden zich door alle politierapporten, bekeken de ondervragingen op dvd, lazen Breiviks manifest, getuigenverslagen, en verslagen van familie en bekenden. Hun centrale vraag: wat doet, zegt en schrijft hij, en hoe doet, zegt en schrijft hij dat? Wat zegt dat vervolgens over zijn psychiatrische toestand? En, misschien nog belangrijker: werd Breivik gemotiveerd door denkbeelden die weliswaar vreemd overkomen, misschien zelfs op het eerste gezicht als wanen kunnen worden bestempeld, maar dat niet zijn, omdat ze door de ‘culturele’ groep waartoe hij behoort breed worden gedeeld? ‘Veel terroristen plegen aanslagen uit nationalistische, politieke, religieuze of andere ideologische motieven en waren ten tijde van hun daad geestelijk gezond’, weet Tørrissen (zie kader 1).

1. Radicalisering en stoornis

Onder georganiseerde terroristen tref je zelden een verhoogde prevalentie van mentale aandoeningen. Dat stelt de Vlaamse psychiater prof. dr. Geert Dom deze maand in het Tijdschrift voor Psychiatrie. Anders ligt dat bij lone wolves die op eigen initiatief en buiten elke organisatie om gewelddaden plegen: ‘Bij hen zien we wel meer psychiatrische problemen, zij het zonder relatie met specifieke stoornissen.’

Dat neemt niet weg dat psychische stoornissen de gevoeligheid voor radicalisering beïnvloeden, aldus Dom. ‘Mensen die erg ontevreden zijn met hun huidige leven, weinig veranderingsmogelijkheden zien, machteloosheid ervaren, een beperkt sociaal netwerk hebben en sociaal-economische exclusie ervaren, lijken kwetsbaarder. Niet alleen voor radicalisering of sympathieën met gewelddadige acties, maar ook voor depressie en andere psychische problemen.’

Zulke grote of kleine ‘cults’ – op internet, maar ook ‘fysiek’ – komen vaker voor, merkte Tørrissen, nadat hij de literatuur had bestudeerd, en niet altijd gaat het daarbij om terrorisme. ‘In het middenwesten van de VS is bijvoorbeeld een klein dorp waarvan de inwoners geloven dat een inwoner die een beet door een giftige slang overleeft, uiteindelijk naar de hemel gaat. Iedereen daar leeft met dat idee, dat je daarom geen waan kunt noemen. Er zijn vast wel een paar mensen in die gemeenschap psychisch ziek, maar de meesten hangen “gewoon” een geloof aan.’

Wij konden niet aantonen dat zijn narcisme waanachtige trekken kreeg

Psychiaters die daders, zoals Breivik, moeten beoordelen, zullen zich daarom altijd in hun denkbeelden moeten verdiepen, vindt de Noor. ‘Er bleek een grote community op internet actief die dezelfde ideologie als Breivik koestert en zich van dezelfde terminologie bedient. Je kunt dus wel menen dat het niet logisch is om zulke rechts-extremistische denkbeelden aan te hangen, maar Breiviks manifest was op zichzelf consistent met dat gedachtegoed. Onze voorgangers hebben daarmee geen rekening gehouden en een term als ‘sociaal darwinisme’, die voorkomt in het manifest, ten onrechte als neologisme opgevat en daarmee als een teken van een psychose. Maar de term bestaat als sinds de jaren twintig van de vorige eeuw.’

De beste soloterrorist

Het oordeel dat Breivik toerekeningsvatbaar handelde, betekent overigens niet dat hij vrij was of is van mentale problemen (dat kan in Noorwegen, zie kader 2). Het gebrek aan berouw en zijn doelgerichte, genadeloze actie waren volgens Tørrissen aanwijzingen voor een antisociale persoonlijkheidsstoornis, waarbij het wel eigenaardig is dat hij daar in zijn jeugd geen blijk van heeft gegeven. Verder stelden hij en collega Aspaas ook een narcistischepersoonlijkheidsstoornis vast. ‘Je zou nog kunnen denken’, overweegt Tørrissen, ‘dat zijn narcisme op den duur waanachtige trekken kreeg, maar wij konden dat niet aantonen. Hij wilde simpelweg de beste zijn, de beste soloterrorist ooit. In diepste wezen is het bij hem mogelijk geen kwestie van politiek, maar een zaak van het ego. Maar dat is mijn persoonlijke opvatting, nadat ik lang over deze zaak heb kunnen nadenken.’

2. Toerekeningsvatbaarheid in Noorwegen

In Noorwegen is een persoon niet toerekeningsvatbaar als hij op het moment van de misdaad psychotisch, onbewust of ernstig mentaal geretardeerd is – dat heet ook wel het ‘medisch principe’. De Noren kennen daarbij anders dan in Nederland geen gradaties. In Nederland kunnen aantoonbare verbanden tussen een delict en (minder ernstige) vormen van psychopathologie resulteren in verminderde toerekeningsvatbaarheid, die de rechter kan meewegen in de strafmaat. Breivik was in Nederland mogelijk op grond van zijn persoonlijkheidsstoornissen verminderd toerekeningsvatbaar verklaard.

Breivik mag dan niet erg sociaal intelligent zijn, toch kan hij volgens Tørrissen ‘goed communiceren, praten over koetjes en kalfjes, en aardig en beleefd zijn’. ‘Hij is “normaler” dan je zou denken. Gedurende de drie weken dat we hem evalueerden werd hij geleidelijk menselijker, meer relaxed. Omdat hij nu geïsoleerd gevangen zit, is hij opnieuw geradicaliseerd en in de mentale toestand gekomen waarin hij zich bevond voor de aanslag en is dus nu extreem gevaarlijk (zie ook kader 3, red.). Een man als Breivik heeft juist menselijk contact nodig om meer normaal te zijn.’ Het recente oordeel van het Noorse hof zal dus zo goed als zeker averechts werken, volgens Terje Tørrissen.

3. Risicoassessment

VERA-2R (violent extremism risk assessment, versie 2, revisie) is een ‘instrument’ waarmee de kans dat mensen die worden verdacht van of veroordeeld zijn voor extremistische of terroristische strafbare feiten, (opnieuw) gewelddadig worden. Forensisch psychiater dr. Nils Duits van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie legt uit dat het gaat om een ‘gestructureerd klinisch oordeel, waarbij algemene factoren uit het instrument klinisch worden gewogen en geïntegreerd met factoren voortkomend uit diagnostische overwegingen’. Denk daarbij aan onderzoek en observaties van de persoon, gecombineerd met informatie uit het strafdossier, en informatie uit andere bronnen, zoals diens voorgeschiedenis, scholing, werk, naasten, eventuele hulpverleners, eerdere rapportages, en informatie over slachtoffers.

Zo kan de kans op gewelddadig extremisme beter bepaald worden, en het maakt gericht risicomanagement mogelijk, aldus Duits. ‘Inmiddels kunnen we zo systematischer dan de Noorse psychiaters in 2012 tot een duiding en voorspelling van het gedrag van de extremist of terrorist komen.’

Daarbij hoeft niet per se sprake te zijn van een psychiatrische stoornis: ‘Dit is functionele diagnostiek, waarbij we kijken naar invloeden en beperkingen van allerlei aard en naar ontwikkelingsstoornissen.’ De VERA-2R houdt rekening met een veelheid aan indicatoren, zoals de sterkte van overtuigingen en opvattingen van de persoon, diens sociale context, zijn voorgeschiedenis, persoonlijkheidstrekken, uiteraard psychiatrische aspecten, de mate waarin hij over de middelen beschikt om zijn voornemens waar te maken, zijn intenties, toewijding aan ‘de zaak’ en motivatie, de mate waarin hij zich moreel superieur acht en zo meer.

Voor een goed gebruik van het instrument is een meerdaagse training nodig. In Nederland wordt het instrument toenemend ingezet door onder meer de reclassering, in detentie, bij deskundigenrapportages voor de rechtbank, door medewerkers van de veiligheidsdienst, en door de politie.

Lees ook over terrorisme en psychiatrie op www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl

lees ook

download dit artikel

interview psychiatrie persoonlijkheidsstoornissen narcisme toerekeningsvatbaarheid
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Josine van Mill

    psychiater, Amsterdam

    Beste mensen, ook ik heb dit artikel met interesse maar ook met enige verwondering gelezen. Ik lees dat de betrokken psychiater de casus wil delen omdat hij van mening is dat veel mensen er iets van kunnen leren. Ik vraag mij echter af of het onderwi...jzen van het algemene publiek tot het takenpakket hoort van een psychiater die door de rechtbank wordt aangewezen om een verdachte te onderzoeken. Zeker als het "onderwijs" zich vooral toespitst op 1 individuele casus. Daarnaast ben ik van mening dat terughoudendheid met betrekking tot het delen van medische informatie op zijn plaats is (ook al lees ik in het artikel dat de informatie openbaar bekend is).

  • Adeboer

    Huisarts, Dinxperlo

    Dank voor dit interessante artikel. Er moet mij wel iets van het hart: Mogelijk heb ik iets gemist maar ik vraag me af waarom ons beroepsgeheim niet lijkt te gelden voor medici die beroepshalve betrokken raken bij een massamoordenaar.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.