Nieuws
Rozemarijn Haccou
5 minuten leestijd
opleiding

Kleine veranderingen maken curriculum lhbtiqa+-sensitief

Plaats een reactie
Ed van Rijswijk | Laura Kajim (links) en Isabel Janss
Ed van Rijswijk | Laura Kajim (links) en Isabel Janss

Derdejaarsstudenten geneeskunde Isabel Janss en Laura Kajim (Radboudumc) onderzochten onder begeleiding van belangenbehartiger Roze in Wit hoe het geneeskundecurriculum lhbtiqa+-sensitief kan worden. ‘Minimale veranderingen’ aan het onderwijsprogramma kunnen de opleiding en de uiteindelijke zorg een hoop inclusiever maken, is hun conclusie.

‘Wij willen van tolerantie naar normalisatie’, zegt Megan Engels, promoverend arts en be­-stuurslid van Roze in Wit, die in die hoedanigheid begeleider is van het groepje studenten. ‘In de jaren tachtig hebben onze voorgangers gestreden voor tolerantie van minderheden zoals homoseksuele mensen. Nu gaan wij voor normalisatie, door diversiteit te erkennen.’ Laura Kajim voegt toe: ‘Diversiteit is inmiddels de norm.’

Niet veilig

De vertaalslag maken van diversiteit vieren in de samenleving naar diversiteit herkennen in de spreekkamer is volgens de studenten van belang. ‘We misten tijdens onze bachelor onderwijs over diversiteit, gender en seksuele oriëntatie. Het Radboudumc staat voor persoonsgerichte zorg, maar zonder specifieke lessen over de hormoonhuishouding van transpersonen bijvoorbeeld kunnen wij die later niet aan iedereen bieden’, merkt Isabel Janss op. Niet alleen signaleerden ze tijdens hun opleiding een gebrek aan kennis, ook een oncomfortabele sfeer viel op. Isabel vertelt: ‘We hadden weleens verhalen van ouderejaars gehoord over hun coschappen. Ze vertelden dat ze zich regelmatig afvroegen wat ze wel en niet over hun seksuele geaardheid konden zeggen. Ze voelden zich niet veilig genoeg om gewoon te vertellen over hun relaties, zonder erover na te denken.’

Engels bevestigt dit: ‘Uit ons recente onderzoek naar de behoeften van geneeskundestudenten op het gebied van genderdiversiteit blijkt dat minder dan 10 procent vindt dat er voldoende onderwijs hierover is. En dat terwijl meer dan 75 procent het een heel belangrijk onderdeel van de studie vindt.’ Uit datzelfde onderzoek blijkt dat maar 30 procent van de niet-heteroseksuele geneeskundestudenten ‘uit de kast’ is op de opleiding. ‘Wij zouden willen dat iedereen zich veilig genoeg voelt om zichzelf te zijn op de faculteit’, zegt Kajim. Engels legt het belang daarvan nogmaals uit: ‘Als je niet hoeft na te denken over wat je wel en niet zult zeggen, voel je je veilig. En: van goed in je vel zitten, word je een betere dokter.’

Niet gehoord

Het groepje studenten deed verschillende analyses om uiteindelijk een advies te kunnen geven aan opleidingsdirecteuren. Ze analyseerden het raamplan, een document waarin de eigenschappen en taken die elke basisarts moet beheersen staan beschreven, en hun eigen curriculum. Hieruit bleek dat de eindtermen van de opleiding vooral gericht zijn op inclusieve communicatie, terwijl kennis over gezondheidsuitkomsten van minderheden minimaal naar voren komt. Hun eigen opleiding is in lijn met het raamplan, aangezien er buiten wat onderwijs over genderdysforie weinig lessen zijn over de psychosociale kant van het verhaal en er weinig tot geen diversiteit is binnen het communicatieonderwijs.

Daarnaast analyseerden ze wetenschappelijke literatuur over gezondheidsuitkomsten en -risico’s van mensen uit de lhbtiqa+-gemeenschap. Hieruit bleek dat deze mensen zich vaak niet gehoord voelden door het ontbreken van kennis en een open houding van artsen. De gevolgen hiervan bleken groot: soms meden zij de zorg zelfs.

Verder gingen de studenten in gesprek over een lhbtiqa+-sensitief curriculum met betrokkenen, zoals verschillende belangenorganisaties en professors.

‘Wij willen dat iedereen zich veilig genoeg voelt om zichzelf te zijn op de faculteit’

Open blik

Door de resultaten van de verschillende onderzoeken te bundelen, stelden de studenten een advies op. Dit bestaat uit een verzameling suggesties voor leerdoelen die betrekking hebben op kennis, reflectievaardigheden en communicatievaardigheden. ‘We hebben heel bewust gekozen voor leerdoelen als eindresultaat, omdat elke faculteit deze kan implementeren. Gehele curricula hoeven dus niet op de schop’, licht Janss toe. Wat ze heel belangrijk vinden, is dat elke student leert om stil te staan bij eigen vooroordelen, blinde vlekken en onwetendheid. Engels legt dit uit: ‘Het is heel logisch dat je niet alles over de lhbtiqa+-community weet of begrijpt. Maar, het is ook logisch dat je daar iets aan doet en er feedback over vraagt. We hebben immers de verantwoordelijkheid voor de gezondheid van iedereen.’ Janss en Kajim staan daarachter. Kajim voegt toe: ‘Het is de bedoeling dat iedere geneeskundestudent een open blik heeft naar elke patiënt. Je mag natuurlijk je eigen mening hebben, maar zorg ervoor dat de patiënt alles mag zijn, alles mag vertellen. Dat hoor je trouwens überhaupt te doen vanwege je professionele band.’

‘We hebben de verantwoordelijkheid voor de gezondheid van iedereen’

Concrete veranderingen

Behalve leerdoelen hebben de studenten ook concrete veranderingen in gedachten. ‘Voeg bijvoorbeeld wat vaker aan een tentamenvraag over een casus informatie toe over de seksuele voorkeur of recente transitiebehandelingen. Zo leer je beredeneren óf de persoonlijke context invloed heeft op het ziektebeeld. Dit is beter dan nu: de enige keer dat erbij staat dat iemand homoseksueel is, gaat het altijd over nachtzweten, huidveranderingen en vermoeidheid: hiv’, licht Janss toe. Engels herkent dit voorbeeld van haar studietijd: ‘Haal dit soort stigmatiserende casussen uit de stof en je bent al een heel eind. Als er daarnaast nog eens twee uur is voor een werkgroep over open communicatie, zijn de artsen in spe al veel beter in staat inclusief te dokteren.’

Het advies van deze studenten en de resultaten van het onderzoek van Roze in Wit worden dit najaar voorgelegd aan de onderwijsdirecteuren van alle medische faculteiten. Wat iedere student nu al kan doen om zich inclusiever op te stellen, is een van de Implicit Association Tests van de Harvard Universiteit. Engels vertelt enthousiast dat deze onlinetests er laagdrempelig voor zorgen dat je je aannames over anderen herkent. Ze voegt toe: ‘Het is niet erg om bepaalde associaties te hebben; het is goed om je ervan bewust te zijn. Zo kun je er ook bewust voor kiezen om het geen invloed te laten hebben in je patiëntencontact.’

De Implicit Association Tests en de uitkomsten van de genoemde onderzoeken vind je bij dit artikel op artsinspe.nl.

Roze in Wit

De stichting Roze in Wit staat voor meer zichtbaarheid van de lhbtiqa+-community in de zorg. Voor zowel zorgpersoneel als geneeskundestudenten als patiënten wil de vier jaar oude stichting een veilige en gelijkwaardige omgeving vormen. De stichting richt zich op verwelkoming van diversiteit in de dagelijkse praktijk, geneeskundestudie en onderzoek. De leden zijn mensen die affiniteit hebben met de lhbtiqa+-community, maar maken niet per se deel uit van de gemeenschap.

Megan Engels, promoverend arts en bestuurslid van Roze in Wit.
Megan Engels, promoverend arts en bestuurslid van Roze in Wit.
Lees ook:
opleiding onderwijs onderzoek discriminatie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.