Nieuws
Mirthe Diemel
6 minuten leestijd
specialisme

Gynaecologie: elke dag een verrassing

Plaats een reactie
Jonathan Vos
Jonathan Vos

Wie denkt dat een gynaecoloog alleen maar bezig is met ­zwangerschappen en bevallingen, heeft het mis: het specialisme is véél breder dan dat. Ook tweedejaarsaios Veronique Schiffer komt daar al lerende achter. ‘Van anticonceptie en bekkenbodemproblematiek tot aan overgangsklachten, werkelijk elke dag is anders.’

Tijdens haar studie geneeskunde merkte Veronique het al: de colleges over gynaecologie en obstetrie waren wel érg interessant. ‘Zwangerschappen, bevallingen, baby’s; het sprak me enorm aan. Daardoor wist ik al snel dat ik deze richting op wilde.’

Wel deed ze voorafgaand aan haar opleiding promotieonderzoek naar de obstetrie, én werkte ze een tijdje als anios op de afdeling Gynaecologie in een ziekenhuis. ‘Ik wilde zeker weten dat het vak me ook in de praktijk zou aanspreken, maar ik had meteen door: dit is werk waar ik iedere dag met plezier naartoe ga.’

Veelzijdig

Veelzijdigheid is een woord dat tijdens het gesprek geregeld terugkomt. Dat is gynaecologie namelijk bij uitstek, vertelt Veronique enthousiast. ‘Sterker nog: nu ik in opleiding ben, merk ik pas hoe brééd dit specialisme eigenlijk is. Denk aan patiënten met een verstoorde menstruatiecyclus, anticonceptievragen, bekkenbodemproblematiek of vrouwen met overgangsklachten. Hoewel ik lange tijd zeker wist dat obstetrie mijn “ding” was, ben ik nu nog niet helemaal zeker waarin ik me verder wil specialiseren.’ Lachend: ‘Alles is nog mogelijk.’

‘Je krijgt ook met oncologische zorg te maken’

Variatie

Hoe een werkdag er gemiddeld uitziet? Dat is vaak een verrassing. En juist dát maakt haar job zo uitdagend, zegt Veronique bevlogen. ‘Zeker tijdens een verloskamerdienst weet ik niet hoeveel bevallingen en consulten me te wachten staan. Maar ook tijdens een “normale” poli is die afwisseling er. Dan weer zie je iemand met fertiliteitsproblemen, om vervolgens naar het verhaal van een 80-jarige met bloedverlies te luisteren. En dan is er nog een deel oncologische zorg, want ook daarmee krijg je te maken. Die variatie in het werk vind ik belangrijk, daardoor blijft het vak boeiend.’

Natuurlijk zijn er bepaalde taken die je op een dag uitvoert, vertelt Veronique. ‘Het hangt af van waar je ingeroosterd bent: op de poli zie je gedurende de dag nieuwe en controle­patiënten, op de ok sta je voornamelijk te ­opereren. Of je hebt verloskamerdienst: dan begeleid je vooral bevallingen, zie je patiënten op de kraamafdeling en doe je spoed­consulten – denk aan een zwangere die haar foetus minder goed voelt of bloedverlies heeft.’ De verloskamers worden 24/7 bemand, gaat ­Veronique verder. ‘Je krijgt dus ook te maken met on­­regelmatigheidsdiensten. Tijdens die diensten komen bevallingen het meest voor, maar ook andere spoedsituaties, zoals geopereerde patiënten die kampen met pijnklachten of kortademigheid.’

de opleider

Christine Willekes is gynaecoloog en opleider in het Maastricht UMC+

Jonathan Vos
Jonathan Vos

Wat is het kenmerkende van dit ­specialisme?
‘Het beslaat elke levensfase van de vrouw. Denk aan het eerste hoofdstuk over de geboorte, of als de eerste menstruatie uitblijft. Tijdens de adolescentie kunnen er problemen zijn rondom anticonceptie en soa’s, het volgende hoofdstuk is zwanger willen worden, zwanger zijn, maar ook nog niet zwanger ­kunnen worden. Dan kunnen menstruatiestoornissen, bekkenbodemproblematiek, oncologische problemen en de overgang een grote impact hebben. Ons holistische vak is daarnaast niet alleen gericht op de unieke vrouw, maar ook op haar gezin en omgeving. Ik begeleid bijvoorbeeld gecompliceerde zwangerschappen: als daar moeilijke keuzes gemaakt moeten worden, heeft dat effect op iederéén.’

‘Je moet de dokter met het koele hoofd én het warme hart zijn’

Wat zijn belangrijke competenties?
‘Studenten denken vaak: ik moet kunnen opereren, handig zijn. Bij gynaecologie gaat het echter juist ook om mensgerichte competenties: de dokter met het koele hoofd én het warme hart. Goed kunnen samenwerken – ook interprofessioneel, openstaan voor patiënten, empathisch zijn, zulke zaken staan bovenaan. En je moet leiderschap kunnen nemen en goed communiceren. Als een verloskundige met een patiënt komt met een vastzittende placenta, moet je meteen schakelen en aansturen: medicatie laten klaarleggen, verloskamer gereedmaken, bloedgroep controleren, ok reserveren, moeder met partner en pasgeborene opvangen en de verloskundige overdracht doen. Een enorme cascade van gebeurtenissen waarbij één iemand aanstuurt en terughoort: is alles gedaan?’

Klopt het beeld van studenten?
‘Men denkt vaak dat we alleen maar werken en geen tijd hebben voor een privéleven, maar dat is niet de huidige realiteit. Je kunt parttime werken, diensten zijn afgebakend en worden adequaat gecompenseerd. In ons opleidingsrooster houden we structureel rekening met zwangere aiossen. En we lopen behoorlijk voorop als het gaat om duurzame inzetbaarheid, wat ook terugkomt in het landelijk opleidingsplan.’

Wat is het belangrijkste voor- en nadeel?
‘Tijdens nachtdiensten moet je scherp zijn, dus je moet tegen die onregelmatigheid kunnen. Een groot voordeel is dat je een leven lang leert – óók als je al dertig jaar werkt, zoals ik. Een mooi voorbeeld: vroeger maakten we de baarmoeder tijdens een keizersnee met een mes open in de breedte, nu doen we dat vooral digitaal in de lengterichting. Hierdoor is er minder kans op bloedingen en zijdelings uitscheuren. Dergelijke nieuwe inzichten krijgen we, náást wat we tijdens landelijke cursussen leren, juist ook van aiossen uit andere klinieken.’

Goed te doen

Die diensten zijn overigens goed te doen. ­‘Studenten denken dat je als gynaecoloog altijd aan het werk bent, maar dat valt reuze mee’, zegt Veronique, die dit misverstand graag de wereld uit wil helpen. ‘Van de uren die wij werken, bestaat minder dan een derde uit onregelmatigheidsdiensten. Bovendien werkt nagenoeg iedereen bij ons parttime en zijn besprekingen vaak overdag. Een sociaal leven hebben is dus echt mogelijk – met een goede planning hoef je geen enkel feestje te missen.’

Waar studenten wel rekening mee moeten houden, is dat de werktijden niet altijd even vast zijn, vervolgt ze. ‘In principe werk je, afhankelijk van het ziekenhuis, van ongeveer acht tot halfzes, maar je moet enigszins ­flexibel zijn. Stel dat je een bevalling doet en verwacht dat de baby snel wordt geboren, dan maak je die bevalling af – ook al zit je werkdag er bijna op. En als een bespreking uitloopt of er start nog een interessante ok, ga je ook niet ineens weg. Geen grote halszaken, maar je zit dus niet elke dag steevast om zes uur aan het avondeten. Daar moet je tegen kunnen.’

‘Een sociaal leven hebben is echt mogelijk – met een goede planning hoef je geen enkel feestje te missen’

Sociale vaardigheden

Communicatie is belangrijk in elk specialisme, maar Veronique denkt dat het binnen de gynaecologie een van de belangrijkste competenties is. ‘Je krijgt soms te maken met moeilijke en verdrietige situaties. Omdat je iemand moet vertellen dat ze baarmoederhalskanker heeft, of op een echo ziet dat een zwangere een miskraam heeft. Gelukkig gebeurt dat niet dagelijks, maar communicatieve en sociale vaardigheden zijn wel van belang. Denk daarnaast ook aan “smalltalk” tijdens een bevalling of polionderzoek. Patiënten kunnen zich soms beschaamd voelen, dus het is belangrijk daar oog voor te hebben en hen gerust te ­stellen.’

Grote sprongen gemaakt

Ze weet eigenlijk niet waar te beginnen, als Veronique gevraagd wordt naar vakinhoudelijke ontwikkelingen. ‘Momenteel is er veel te doen rondom communicatie in de geboortezorg, en dan met name tijdens bepaalde ­handelingen zoals het zetten van een knip ­tijdens de bevalling. Hoe ga je daarmee om? En hoe kun je een bevallende vrouw – ondanks dat het een medische bevalling is – het gevoel geven dat ze in the lead is, zonder risico’s te lopen en met een gezond kindje als uitkomst? Dat is de komende tijd denk ik een belangrijke rode draad in ons vak. En ook op wetenschappelijk gebied speelt er veel. Dankzij nieuwe echografietechnieken kunnen we bijvoorbeeld steeds eerder prenatale afwijkingen zien. Ook zijn er grote sprongen gemaakt op het gebied van hevig menstrueel bloedverlies, en qua behandeling én preventie van baarmoederhalskanker. Dat zijn dan nog maar enkele highlights.’

Magisch

Mensen vragen haar weleens of het nooit saai wordt na de zoveelste bevalling. ­Veronique moet dan altijd lachen. ‘Cliché maar waar: élke bevalling is anders. Natuurlijk voel je je op een bepaald moment zodanig bekwaam dat je “standaard”-handelingen zelf kunt uitvoeren. Maar je weet nooit hoe een moeder ergens op reageert, wat de rol is van de partner en hoe een bevalling überhaupt verloopt.’ Wat ook nooit verveelt, is het moment van de geboorte, vindt ze. ‘Die magische eerste ontmoeting tussen ouders en hun kindje, en dat jij daar als zorgverlener deel van mag uitmaken, dat blijft bijzonder.’ Glimlachend: ‘Daar kan niks tegenop.’ 

Gynaecologie in het kort

  • De opleiding tot gynaecoloog duurt zes jaar; de eerste vier jaar zijn basis, de laatste twee differentiatie.
  • Er zijn veertig opleidingsplekken in 2024.
  • Er zijn ongeveer 1149 gynaecologen en 366 aiossen in Nederland werkzaam.

Meer weten? Kijk op startalsarts.nl/vervolgopleidingen.

Lees ook:
gynaecologie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.