Nieuws

Geneeskundestudent wil parttime werken

Plaats een reactie

Enquête KNMG Studentenplatform

Veel geneeskundestudenten kiezen niet voor hun droomspecialisatie maar voor het vakgebied met minder werkdruk en meer mogelijkheden tot parttime werken. Dat blijkt uit een jaarlijkse enquête van het KNMG Studentenplatform.

Je zou kunnen veronderstellen dat vakinhoudelijke interesse een grote rol speelt bij de keuze voor een medische vervolgopleiding.1 Maar uit de jaarlijkse enquête van het KNMG Studentenplatform komt toch een ander beeld naar voren. Zo blijkt de helft van de geneeskundestudenten voor een andere medische vervolgopleiding te kiezen dan het vakgebied dat puur op basis van interesse gekozen wordt. In de enquête werd aan de studenten gevraagd het specialisme van hun eerste keuze aan te vinken in twee contexten: de ‘ideale’ versus de ‘echte’ wereld. In de ‘ideale’ wereld werd de keuze puur op vakinhoudelijke interesse gebaseerd, zonder rekening te houden met factoren als werkdruk, diensten, combinatie met gezin, vrije tijd en opleidingskansen. In de ‘echte’ wereld werden deze factoren wel meegewogen.

Het onderzoek

In november 2010 kregen 13.778 studentleden van de KNMG een digitale enquête, met vragen over uiteenlopende onderwerpen. In totaal hebben 3.190 studenten de enquête volledig ingevuld (responspercentage 23%). Het respondentenprofiel is representatief voor de Nederlandse geneeskundestudenten qua verdeling naar universiteit, geslacht en studiejaar.

Ideale en echte wereld
Puur op basis van interesse kiezen de meeste studenten voor kindergeneeskunde (12%) en interne geneeskunde (11%). Vooral vrouwen vinden kindergeneeskunde het meest interessante vakgebied. Mannen kiezen vaker voor interne geneeskunde en chirurgie. De sociaal geneeskundige richtingen (0,7%) en ouderengeneeskunde (0,3%) zijn opvallend impopulair.

Als factoren als werkdruk, diensten, combinatie met het gezinsleven, vrije tijd en opleidingskansen worden meegewogen, kiest een kwart van de geneeskundestudenten – evenveel mannen als vrouwen – voor de huisartsgeneeskunde (meer dan drie keer zoveel als in de ‘ideale’ wereld).

Het aantal studenten dat voor een sociaal geneeskundige opleiding kiest verdrievoudigt. Voor ouderengeneeskunde verviervoudigt het aantal. Desondanks blijven er in deze vakken onvoldoende kandidaten voor het aantal beschikbare opleidingsplekken.

Kindergeneeskunde, interne geneeskunde en chirurgie zijn in de ‘echte wereld’ minder populair dan in de ‘ideale’: het aantal studenten dat voor deze specialismen kiest, is gehalveerd, maar is nog steeds ruim voldoende voor het aantal beschikbare opleidingsplaatsen.

‘Parttime werken is mogelijk in de chirurgie’

Koen, chirurg in een academisch ziekenhuis, werkt fulltime (waarvan één dag thuis) en is vader van Joep (4 maanden):

‘In principe moet het mogelijk zijn dat een arts die werkzaam is in het ziekenhuis vier dagen per week werkt. Echter, het ene specialisme leent zich hier beter voor dan het ander. Vier dagen werken betreft bij de chirurgie meestal een fulltime baan, gezien de avond- en nachtdiensten die wij hebben en waarvoor we gecompenseerd worden. Het gevaar van parttime werken in de chirurgische praktijk, maar ook bij diverse andere specialismen, is dat de continuïteit in patiëntenzorg in het gedrang komt en de nazorg aan (geopereerde) patiënten niet gewaarborgd is. In mijn ziekenhuis is dat goed geregeld, er zijn altijd twee collega-chirurgen van mijn specialisme aanwezig en wij dragen onze patiënten aan elkaar over. Daarnaast zijn wij op de dag dat wij geen (klinische) patiëntenzorg hebben wel bereikbaar voor calamiteiten. Parttime werken is dus mogelijk, mits aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt. Ook in de chirurgie.’

Werk en gezin
De combinatie van werk en gezin is de voornaamste reden dat studenten in de ‘echte wereld’ een andere medische vervolgopleiding kiezen (46%). Van deze groep was het merendeel vrouw. Mannen wisselen hun keuze vaker vanwege hoge werkdruk en diensten.

Studenten uit studiejaar 1 tot en met 3 maken vaker dezelfde specialisatiekeuze in de ‘echte’ wereld en de ‘ideale wereld’. Hoe verder studenten in de studie komen, hoe realistischer het beeld van de verschillende vakgebieden wordt, door onder andere het lopen van coschappen. Pas dan maken studenten kennis met andere aspecten van het vakgebied dan alleen de inhoudelijke. Ook gaan ze naarmate het einde van de studie nadert, meer nadenken over hoe zij hun toekomstige leven willen zien.

Fulltime of parttime
Dat het leven naast het werk erg belangrijk is, blijkt ook uit het feit dat het merendeel van de studenten aangeeft later parttime te willen gaan werken. Tijdens het arts-assistentschap wil al een ruime meerderheid (58%) van de studenten parttime (0,8 fte of minder) werken. Als specialist is zelfs 72 procent van de studenten van plan om parttime te gaan werken. Een veelgehoorde uitspraak is dat dit komt door het groeiende aantal vrouwen in de geneeskunde. Dit is slechts gedeeltelijk waar: het percentage mannen dat als specialist parttime wil werken is 42.

Veel geneeskundestudenten willen later het liefst parttime werken. Maar kan dit ook?
Hoe meer artsen parttime gaan werken, des te meer artsen er nodig zullen zijn. Met als gevolg dat er meer studenten tot arts moeten worden opgeleid. De ramingen van het Capaciteitsorgaan laten zien dat er in de toekomst geen tekort aan artsen zal ontstaan.2 Het KNMG Studentenplatform betwijfelt dit, naar aanleiding van het hoge percentage studenten dat zegt later parttime te willen werken. Hierbij komt nog dat de geneeskundestudie verre van goedkoop is. Een afgestudeerde arts kost meer dan 160.000 euro.1 Is een parttime werkende arts die investering – zeker nu op alle vlakken in de gezondheidszorg bezuinigd moet worden – wel waard? Als geneeskundestudent is het belangrijk je af te vragen of de kosten van je studie wel opwegen tegen wat het later oplevert.

24-uurszorg
Deeltijdwerk heeft ook vakinhoudelijke consequenties. Anders dan bij een kantoorbaan moet het geneeskundig vak 24 uur per dag uitgeoefend worden om optimale zorg te kunnen leveren. Continuïteit en communicatie zijn essentieel voor goede zorg. Frequente overdrachtsmomenten kunnen leiden tot verlies van belangrijke informatie. Ook kan het beloop van een patiënt moeilijker worden vervolgd als deze steeds door een andere arts wordt beoordeeld. Ook het maken van roosters, de samenhang en samenwerking binnen een organisatie wordt bemoeilijkt naarmate meer collega’s parttime aanwezig zijn. En voor de patiënt is het ook niet prettig iedere dag een andere arts aan het bed te zien.

Aan de andere kant blijkt de in deeltijd werkende arts meer tevreden, positiever in uitstraling en minder moe dan zijn voltijdcollega.3 De organisatie is flexibeler en er kan meer expertise gerealiseerd worden. Bovendien zullen door de mogelijkheid in deeltijd te kunnen werken artsen in hun beroep actief blijven waardoor hun kunde voor de beroepsgroep niet verloren gaat.2

Voorbijgaande trend?
Kennelijk hechten studenten zo veel waarde aan hun toekomstige leven naast het werk, dat ze het waard vinden om een andere vervolgopleiding te doen dan ze op basis van interesse zouden willen. Ook wil 70 procent van de studenten parttime werken.

Volgens het KNMG Studentenplatform moet de praktijk nog aan deze ontwikkeling aangepast worden.

Binnen een aantal specialismen is het parttime werken al ruimschoots geaccepteerd en gerealiseerd, maar dit geldt niet voor alle, waaronder de meer populaire specialismen. Aan de ene kant heeft dit tot gevolg dat alleen de meest gemotiveerde studenten voor de ‘zwaardere’ specialismen kiezen. Zij hebben het ervoor over om veel voor hun werk op te geven. Aan de andere kant is het gegeven dat zó veel studenten in de toekomst het liefst parttime willen werken een duidelijk teken: het is tijd dat álle specialismen, inclusief de ‘zwaardere’, zo worden ingericht dat dit ook daadwerkelijk mogelijk wordt.

Het KNMG Studentenplatform nodigt iedereen uit om bij te dragen aan het in gang te zetten van deze kentering. Een eigentijdse inrichting van de zorg is van levensbelang.

De keuzes

Hoeveel procent van de studenten kiest welke vervolgopleiding? Onderstaand de meest opvallende verschillen tussen de ideale vakinhoudelijke keuze en de realistische keuze waarbij rekening is gehouden met werkdruk, diensten, gezin, vrije tijd en opleidingskansen.

Charlotte Kruydenberg, Clasine de Klerk, Marion Vlemminx, Joyce Struik

1 SEO Economisch Onderzoek: Houkes-Hommes, A. ŒDe kosten van verruimen of loslaten van de numerus fixus¹, p.24
2 Ramingen capaciteitsorgaan 2010: Capaciteitsplan 2010
3 NIVEL Heiligers, P., Hingstman, L., ŒQuickscan deeltijd werken medisch specialisten: knelpunten en prioriteiten¹ 2003, p. 30


Themabijeenkomst

Ben jij geïnteresseerd in dit onderwerp, kom dan naar onze themabijeenkomst over parttime werken. Kijk voor meer informatie op www.artsinspe.nl/agenda.

Wanneer Donderdag 27 oktober 2011 van 18.30-21.00 uur
Waar Domus Medica in Utrecht

Toegang Gratis



<b>Medische vervolgopleiding</b> <b>ideaal</b> <b>realistisch</b>
Kindergeneeskunde 12,0% 5,0%
Interne geneeskunde 11,2% 6,5%
Huisartsgeneeskunde 8,0% 25,7%
Gynaecologie 7,3% 2,4%
Chirurgie 7,1% 3,6%
Sociale geneeskunde 0,7% 1,8%
Ouderengeneeskunde 0,3% 1,3%
Ik weet het nog niet 14% 17,4%
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.