Nieuws
Arash
Arash
2 minuten leestijd
Blog

Elk moment kan het laatste moment zijn

Plaats een reactie

De sluisdeur schuift voor me open en ik loop het verpleeghuis binnen. De receptioniste kijkt me enigszins aarzelend aan, dus ik vertel dat ik voor de avonddienst kom. Hierop wordt mij van onder een plastic scherm een mondkapje aangereikt. Ik loop naar de wc om mij om te kleden. Wat een gedoe zeg, denk ik terwijl ik het mondkapje strak genoeg probeer vast te knopen. Eenmaal omgekleed kijk ik nog een laatste keer naar mijn reflectie in de spiegel. Er gaat een gevoel van opwinding door me heen, tijd om aan mijn dienst te beginnen.

Bij het betreden van de afdeling staar ik een lege, doodstille gang in. Ik loop naar de huiskamer, waar ik de gastvrouw aantref. Inmiddels is het mijn standaard eerste vraag geworden: ‘Zijn er mensen met het coronavirus besmet op de afdeling?’ De gastvrouw vertelt dat het virus op deze afdeling (officieel) niet aanwezig is. Uit voorzorg zitten alle bewoners op hun kamer in quarantaine. Ik voel enige opluchting en vraag hoe het verder met de dertien bewoners gaat. Gelijk wordt mij duidelijk gemaakt dat het niet meer om dertien bewoners gaat, want ondanks dat er momenteel niemand positief is getest heeft het virus ook deze afdeling niet overgeslagen.

Er blijken drie bewoners te zijn overleden aan het coronavirus in de afgelopen twee weken. Onder de overledenen is ook meneer X, die voor mij niet zomaar een bewoner was. Toen ik met dit werk begon was meneer X namelijk de eerste persoon die ik heb verzorgd. Hij had de ziekte van Alzheimer en kon hierdoor amper nog praten. Destijds probeerde meneer X zich tijdens de verzorging aan mij voor te stellen. Het uitsteken van zijn hand ging gepaard met wat onverstaanbare woorden. Ik schudde zijn bevende hand, een moment dat ik nooit meer zal vergeten. Nu is meneer X er dus niet meer. Ik loop door de gang richting zijn kamer. Op de deur hangt nog steeds een geel waarschuwingsbord: ‘ISOLATIE’. Eigenlijk zou ik nog een laatste keer de kamer binnen willen lopen, maar dat voelt niet gepast. Het trieste feit is dat ik meneer X nooit meer zal zien. Even sta ik voor de deur, terugdenkend aan die inwerkdienst.

Plots word ik uit mijn gedachten getrokken. Het alarm van een andere bewoner gaat af. Ik snel richting de kamer, waar ik mevrouw netjes op haar stoel vind. Op de vraag waarom ze het alarm heeft geactiveerd antwoordt ze dat ze eenzaam is. Geen bezoek, geen contact met medebewoners en alsmaar op die kamer moeten blijven. Ik zeg dat ik haar begrijp, maar is dat wel zo? Ik kan hier weg, zij niet. Ze zit daar maar, wachtend op het volgende contactmoment met de verzorgers. Even neem ik de tijd om bij haar te zijn. Een moment van stilte volgt, waarin een zeker gevoel van saamhorigheid te vinden is. Sinds het begin van deze crisis maak ik de momenten met de bewoners extra bewust mee, want het zouden zomaar de laatste kunnen zijn.

  • Arash

    Arash heeft een achtergrond in de biomedische wetenschappen en volgt nu de SUMMA opleiding, waarin hij wordt opgeleid tot arts en klinisch onderzoeker. Naast zijn studie werkt hij als verzorger in verpleeghuizen. Hij reflecteert graag op zijn ervaringen door ze op te schrijven, en hoopt dat anderen hier ook van kunnen leren.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.