Nieuws
Naomi van Esschoten
4 minuten leestijd

De patiënt gaat digitaal

Plaats een reactie
Getty Images
Getty Images

Videobellen en gezondheidsapps zijn sinds ­corona stevig in opmars. Maar kun je ook een slechtnieuwsgesprek voeren op afstand? En hoe blijf je de baas over alle data die straks beschikbaar zijn over je patiënt dankzij die apps? ‘Hoe precies ­weten we nog niet, maar dát de rol van de arts gaat veranderen, is zeker.’

‘Patiënt Jasper wacht in de lobby’ geeft het beeld­consultprogramma aan. Even later verschijnt een dertiger in beeld. Hij ziet er niet puik uit: zijn huid is pafferig en hij heeft een driedagenbaardje. De data in zijn epd bevestigen de eerste indruk. Jasper heeft al een tijdje last van zijn astma, met de laatste week flinke ­uitschieters. De app heeft op basis van het behandelplan al advies gegeven voor het aanpassen van de medicatie, maar dat heeft niet geholpen. Dit consult is bedoeld om te kijken wat nu verstandig is, zodat Jasper volgende week weer gladgeschoren naar zijn werk kan.

Kritisch kijken

Toekomstmuziek? ‘Nee hoor, dit soort monitoringsapps wordt al volop gebruikt voor chronische aandoeningen als IBD, COPD, hartfalen en zelfs combinaties van die ziektebeelden’, vertelt beleidsadviseur ethiek Iris Loosman van de KNMG. ‘En er komt nog veel meer digitale zorg. Wel moeten we kritisch kijken of dat ook goede zorg oplevert. Dankzij de covidcrisis is ­bijvoorbeeld videobellen in opmars. Toen kon het niet anders, maar nu is het verstandig om te bepalen welke situaties zich daar het beste voor lenen.’

Samen beslissen

Een belangrijke factor daarin is samen beslissen. ‘Het lijkt voor de hand te liggen dat een controleafspraak met een patiënt die je al kent via beeldbellen kan, terwijl je een diagnosestelling of een slechtnieuwsgesprek liever persoonlijk doet’, legt ­Loosman uit. ‘Maar zo eenvoudig ligt het niet. Sommige patiënten vinden het juist prettiger om de uitslag thuis te horen in hun vertrouwde omgeving, of met de kinderen erbij. Kortom: hoe zorg op afstand er precies gaat uitzien weten we nog niet, maar het wordt straks wel normaal dat je vooraf nadenkt over en bespreekt met de patiënt of die een consult in het ziekenhuis of thuis wil.’

‘Je krijgt nieuwe zorgprocessen’

Blended triage

Ook in de huisartsenpraktijk zijn zorg op afstand en digitale zorg in opmars. ‘Daar zie je bijvoorbeeld dat ­patiënten met een symptoomchecker of op moetiknaardedokter.nl eerst zelf hun klachten inventariseren. Daar rolt een advies uit: een consult via telefoon of video als het kan, en een persoonlijk consult als het nodig is. ‘Je krijgt dus nieuwe zorg­processen en “blended” vormen van triage en zorg’, schetst Loosman. ‘Zo ­kunnen patiënten dankzij videoconsulten makkelijker ’s avonds en in het weekend terecht met hun vragen, bijvoorbeeld bij een ­callcenter waar een huisarts triage doet met videogesprekken. Dat kan leiden tot minder belasting van de huisartsenpost en de spoedeisende hulp.’

Andere dynamiek

Ook de opkomst van gezondheidsapps en de persoonlijke gezondheidsomgeving (pgo) gaan leiden tot een andere dynamiek. Loosman: ‘Nu komen patiënten vaak een aantal keer per jaar bij de huisarts of medisch specialist voor een controle­afspraak. Ondertussen komen er steeds meer gezondheidsapps op het gebied van coaching en monitoring. Die zijn verbonden met het epd van het ziekenhuis of ZorgDomein van de huisarts. Mensen krijgen meer inzicht dankzij de apps én omdat ze al hun gezondheidsgegevens op één plek kunnen inzien en beheren. Als het goed gaat, kun jij – of de patiënt – overleggen om een controlebezoek uit te stellen. De patiënt gaat steeds vaker een deel van de regie op zich nemen.’

Wildgroei

Er kleven ook risico’s aan alle digitale oplossingen. ‘Een gevaar is dat straks een wildgroei ontstaat’, vertelt Loosman, die naast haar werk voor de KNMG ook promotieonderzoek doet aan de TU ­Eindhoven over de ethische kanten van zorgapps. ‘Welke informatie deelt een patiënt, of jij als arts, met de ontwikkelaar? En is informed consent geven via een app hetzelfde als in een gesprek met de dokter? Ook wil je voorkomen dat je straks voor elk ziektebeeld een andere app moet beheersen in het epd. Dat is niet werkbaar. Tot slot wil je niet opgescheept zitten met een app die jou als arts veel werk geeft of die er gelikt uitziet, maar niet de juiste informatie verschaft. En digitale zorg kan misschien efficiënt zijn, maar je wilt ook geen patiënten missen of te laat zien.’

Op waarde schatten

De rol van de arts gaat dan ook veranderen. Loosman: ‘Zo krijgen artsen de beschikking over veel meer informatie: je hoort het ­verhaal van de patiënt en je hebt inzage in metingen en gezondheidsgegevens van een langere periode. Die data moet je op waarde kunnen schatten: is een meting van een smartwatch of een app bijvoorbeeld betrouwbaar? Hoeveel moet je begrijpen van het algoritme dat met ­kunstmatige intelligentie kankercellen of een oogafwijking herkent? En hoe ga je om met mensen die van alles meten en met elke afwijking komen om zich te laten checken?’

Op ontdekkingstocht

Dat wiel hoef je gelukkig niet zelf uit te vinden. Iris Loosman: ‘Veel beroeps- en ­artsenorganisaties buigen zich al over handreikingen en richtlijnen. Ook zijn er instituten als het Nederlandse National eHealth Living Lab (NeLL) die apps testen op effectiviteit en betrouwbaarheid. Wel kun je zelf natuurlijk eens een gezondheidsapp uitproberen. Dan ontdek je hoe het werkt, waar een patiënt tegenaan loopt die een app gebruikt voor zijn of haar ­ziekte, of hoe je mensen kunt begeleiden die digitaal minder vaardig zijn. Kijk ook eens op patiëntenfora over hoe patiënten bepaalde apps ervaren. Of vraag eens in de vakgroep waar je werkt welke e-health er wordt ingezet, voor welke oplossingen en hoe dat bevalt. Wees nieuwsgierig én kritisch!’ 

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.