Blogs
Sadaf
2 minuten leestijd
Blog

Undercover

Plaats een reactie

Ik heb het geluk dat ik me nog steeds undercover door het ziekenhuis kan bewegen. Voor de meeste patiënten ben ik gewoon één van hen, ziek of nog gezond, maar wel in het ziekenhuis als bezoeker, consument of misschien zelfs als ‘gewone’ patiënt. Maar zou ik daar niet als student geneeskunde, coassistent of misschien zelf arts-assistent kunnen rondlopen? Nee, daar trappen ze voorlopig nog niet in. En ik vind het geweldig. Dat idee van ‘je-bent-een-van-ons’, dat vertrouwen, heeft mij de meest waardevolle gesprekken opgeleverd.

Op een donderdagavond die van iedereen snel in een vrijdagmiddag mocht doorvloeien, stond ik naast een ouder echtpaar te wachten op de lift naar de uitgang. We staan op de verdieping van de polikliniek Neurologie. Mevrouw, ze blijkt Sandra te heten, houdt haar ziekenhuisstickers en afspraakkaart in haar ene hand, een sleutelbos met foto’s van, ik neem aan, haar kleinkinderen, in de andere.

‘Snapte jij wat ze bedoelde met terugkomen bij verslechtering, Hans?’

‘Nee, lieverd. Maar ik dacht jij wel?’

‘Nee, ik wist eigenlijk helemaal niet dat het nog erger kón worden. Ik hoop dat de pijn dan ook niet erger wordt.’

Hans knikt.

 In de liften, de parkeergarage, op de bankjes in de centrale hal, overal in het ziekenhuis worden dit soort gesprekken gevoerd. Gesprekken over onduidelijkheden, angsten, wensen en hoop. Soms gebeden, noodkreten, smeekbeden. Soms kreten van geluk, ongeloof of doodsangst. Ze vullen de ruimte en dragen bij aan de onbeschrijfelijke sfeer die er in ziekenhuizen lijkt te heersen. Een dikke mist van geluk en verdriet, aan elkaar geregen door hoop. Tussen de mist zie ik soms artsvormige uitsneden, als een arts-niet-meer-in-opleiding met zijn of haar witte jas als harnas zich net een weg door de mist heeft gebaand.

Ik wil hier met het verhaal van Hans en Sandra geen pleidooi houden voor een meer empathische geneeskunde. Niet omdat ik daar geen voorstander van ben, of omdat ik daar niet meer van zou willen zien in het ziekenhuis. Maar omdat ik denk dat we de huidige geneeskunde daarmee wellicht tekortdoen. Hoe meer ik in het ziekenhuis kom, hoe meer ik namelijk besef dat de meeste artsen zich dagelijks bezighouden met dit fenomeen. Ik zie hen strijden om een balans te vinden tussen overvolle wachtkamer en persoonlijke aandacht. Ik zie hen ongelofelijk moeilijke gesprekken houden, en dan weer de deur achter zich dichttrekken. Er wordt onnoemelijk hard gewerkt en dat is bewonderenswaardig. Het enige wat ik de ‘klare’ artsen, onze voorbeelden, nog zou gunnen is de onzichtbare beweging die mij nog is gegund. Een rondje door het ziekenhuis, incognito. Om deze gesprekken, deze twijfels, angsten en wensen op te vangen, te verwerken, mee te nemen en van te leren. Om nog een extra vijf minuten met piekerende Hans en Sandra te hebben en hun weekend daardoor net iets minder onrustig te maken.

We stappen de lift uit richting de uitgang. Ik onderdruk de neiging om mijn studentenpas uit mijn jaszak te halen en de schuifdeur voor hen te openen.

Ik wil nog even undercover blijven.

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.