Blogs
2 minuten leestijd
Blog

Blog Stéphanie - Afrikaans realisme

Plaats een reactie

Vandaag vertel ik niet mijn eigen verhaal, vandaag vertel ik het verhaal van Zaliwa. Zaliwa is een van de vrouwen op mijn kraamafdeling. Nadat ze zes jaar tevergeefs heeft geprobeerd zwanger te worden, was het nu eindelijk raak. Dolgelukkig was ze, totdat ze vorige week opeens water langs haar benen voelde stromen. De vliezen waren gebroken, en dat zonder weeën.

Zaliwa kwam terecht op de kraamafdeling, waar ze een week later beviel van haar zo gewenste kindje. Een kwartiertje na zijn geboorte zag ik hem voor het eerst: een prematuurtje van 1,2 kilo.
Als Nederlandse co ben ik door zo’n kleintje meteen geraakt. Zo’n minimensje, zo volmaakt, maar toch ook nog zo imperfect. Slechts een klein bobbeltje in die grote berg met doeken, zo’n kindje, daar komt mijn oergevoel bij bovendrijven.
Met mijn WHO-guidelines in de ene hand en een doekje voor de zweetdruppels in de andere, stel ik een plan op voor dit hummeltje. Infuus, 24 uur iv-dextrose, afgesteld op zijn babygewichtje, beetje meer vanwege de warmtelamp, aminofylline tegen de apnoe’s, bij gebrek aan cafeïne, elk half uur controles, zuurstof. Het liefst had ik dit kleintje opgepakt en meegenomen om zelf elke tien minuten te controleren of het nog ademt, maar mijn supermangevoel moet ergens ophouden.
Ik moet de baby achterlaten bij de verpleegkundigen, die weliswaar heel adequaat zijn, maar ook doordrongen van een hard, Afrikaans realisme: laat dit kind eerst maar eens de eerste 24 uur overleven. Als hij dat aankan, zien we daarna wel weer hoe we hem kunnen helpen, zo God het wil.

Een dag later kom ik weer op de kraamafdeling. Voorzichtig kijk ik in het bed van de moeder. Uit een van de doeken op haar gigantische buik steekt een heel klein bloot handje. Mooi, kangoeroe-care, dat is goed. Vol trots tilt de moeder haar doeken wat verder op, zodat ik nog eens goed kan kijken. Naar het witblauwe, levenloze smurfje op haar buik. Shit.

Terwijl ik met alle doeken en de baby terug naar de zuurstofmachine en reanimatiekar ren, oma erachteraan, de moeder wat verdwaasd achterblijvend, begint hij gelukkig weer te ademen. Met wat stimulatie, een zuurstofbrilletje en een dot glucose is hij algauw weer een mooie roze wurm.

Even later buig ik me over de status, waaruit blijkt dat hij geen enkele door mij voorgeschreven medicatie heeft gehad. ‘Hoefde niet van de nachtdokter’, zegt de een. ‘Ik weet niet wat het is’, zegt de ander. ‘Hij heeft al amoxicilline’, zegt de derde.

Tja, daar is dat harde, Afrikaanse realisme weer: zo doen we het altijd. En wat jij wilt, kennen wij niet.  Uiteindelijk besluit ik om met alle verpleegkundigen nog eens naar mijn boekje te kijken, zodat we er allemaal weer wat van leren.

En het hummeltje? Voorlopig is hij nog mooi roze. Zou, bij gebrek aan aminophylline, dan toch God voor hem gezorgd hebben?

Stéphanie

Meer blogs van Stéphanie

beeld: Thinkstock
beeld: Thinkstock
coschappen buitenland
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.