Blind vertrouwen
Plaats een reactieHalf in slaap roer ik door de slappe koffie die ik last-minute nog heb kunnen scoren. Ik vraag me af hoe al die mensen het hier doen; al zit er maar een handjevol artsen het is een drukte van jewelste. Het vroege tijdstip lijkt hen niet te deren. Ik hoor praten over een uitgerekende datum, de vakantieplannen die voorzichtig gemaakt worden en dat de studenten aan wie gisteren een werkgroep is gegeven er niets van bakten.
Bij die laatste opmerking draai ik subtiel mijn hoofd weg, zogenaamd om te kijken hoe laat het is. Terwijl ik dat doe, verschijnt een onbekend gezicht in de deuropening. Het is duidelijk dat de man achter dat gezicht, net als ik, probeert zo min mogelijk op te vallen. Dat dat hem niet lukt, ligt niet aan zijn grote lichaam of zijn enigszins atypische manier van lopen. Het zaaltje valt langzaam stil. Ook hij merkt heel goed dat de gesprekken over vakantieplannen wegebben, maar een houding weet hij zich niet te geven.
Wat zou er aan de hand zijn met deze grote vriendelijke reus? Het is me een raadsel. De stilte wordt doorbroken door een voorzichtige vrouwelijke stem. ‘Gaat het?’ Vragend kijk ik de zaal rond die langzaam wat voller wordt. Vijftien paar ogen kijken in dezelfde richting. Met zijn hoofd gebogen naar de grond probeert hij iets te zeggen. Zijn mond gaat open, maar zijn lippen weten kennelijk geen woorden te vormen.
Degene naast me tikt me aan. Ik voel de warme adem bij mijn gezicht en bijna onverstaanbaar wordt er in mijn oor gefluisterd wat er speelt. Ik schrik bij wat ik hoor. Deze reus is een oogarts en heeft gister een complicatie gemaakt, de patiënt is blind geworden. Maar, wordt er gauw achteraan gezegd, als je oogarts wordt weet je één ding zeker. Zonder dat het je intentie is, ga je ooit iemand blind maken. Ik accepteer het als waarheid en kijk nog eens de zaal rond. De vijftien paar ogen zijn nu beter af te lezen. Gevuld met compassie en een ‘dat-had-ik-kunnen-zijn gevoel’, maar bovenal medelijden. Ogenschijnlijk medelijden met de blinde patiënt die nooit meer de glimlach van zijn geliefden zal kunnen zien. Als ik dieper in de ogen van de artsen kijk, overheerst toch het medelijden met de arts. Hij had het allerbeste voor gehad met zijn patiënt. Dat had hij altijd. Maar hij blijft natuurlijk een mens.
lees meer van maëlle- Er zijn nog geen reacties