Laatste nieuws
3 minuten leestijd
Federatienieuws

Bevoegd mits bekwaam; achterhaald of nog actueel?

Plaats een reactie

Recentelijk stond in MC (MC 10/2011: 576) een bericht over een Duitse kaakchirurg die af en toe ook borstoperaties uitvoerde. Dat moest kunnen, zo vond hij, want die handelingen waren veel minder moeilijk dan de kaakchirurgische ingrepen die hij ook verrichtte. Met andere woorden: hij vond zich bekwaam om borstoperaties uit te voeren omdat hij ook bekwaam was om complexere operaties te verrichten.

De Duitse tuchtrechter legde de kaakchirurg een geldboete op. Hij mocht namelijk geen handelingen verrichten buiten zijn specialisme. Dit zou blijken uit de ‘Berufsordnung für Ärzte’. De hoogste Duitse rechter, het Bundesverfassungsgericht, was echter milder voor de kaakchirurg en meende dat de geldboete niet opgelegd had mogen worden. De hoofdregel is weliswaar dat een arts slechts bekwaam is op zijn eigen vakgebied, maar daarop moeten uitzonderingen gemaakt kunnen worden, aldus het constitutionele hof. Door het opleggen van een geldboete werd deze arts in zijn professionele vrijheid aangetast. Een bijzondere uitspraak die ook voor de Nederlandse situatie actueel is. Drie Nederlandse uitspraken:

Een tandarts die gespecialiseerd was in ‘craniomandibulaire disfunctie’ zou tijdens een behandeling de borsten van zijn patiënt hebben betast.1 De rechtbank oordeelt dat dit een (medische) palpatie betrof naar aanleiding van de klachten van de patiënt. Hoe vreemd het ook moge lijken, deze betreffende palpatie viel dus kennelijk binnen het specifieke deskundigheidsgebied van de tandarts. Hij werd in ieder geval vrijgesproken van ontucht. Een huisarts die ooglidcorrecties verrichtte kwam recentelijk nog goed weg bij het tuchtcollege.2 Het college vond het aannemelijk dat de huisarts voldoende ervaring en vaardigheden had om bekwaam geacht te worden ooglidcorrecties uit te voeren. De laatste zaak die ik wil noemen, gaat over een gynaecoloog die zich ook had toegelegd op cosmetische ingrepen, zoals borstvergrotingen en buikcorrecties. Hij werd doorgehaald omdat er aan zijn praktijkvoering veel mankeerde.3 Over de vraag of de gynaecoloog cosmetische ingrepen mocht verrichten, oordeelde het college – anders dan de Duitse tuchtrechter in de zaak van de kaakchirurg – dat een gynaecoloog bevoegd is, en bekwaam kan zijn om de cosmetische operaties te verrichten. Zolang hij zichzelf maar bekwaam acht, mag een gynaecoloog dus borstoperaties verrichten. Hij mag zich alleen geen (borst)chirurg noemen, dat zou de patiënten op het verkeerde been zetten!  

Deze zaken raken aan de vraag of de systematiek van de Wet BIG nog wel geschikt is nu artsen steeds verder gespecialiseerd zijn. Is het niet vreemd dat een gynaecoloog bevoegd is (mits bekwaam) om operaties te verrichten die zo op het eerste gezicht niet op zijn deskundigheidsgebied liggen? Het uitgangspunt van de Wet BIG – ‘bevoegd mits bekwaam’ – legt in dit verband een grote verantwoordelijkheid op de beroepsgroep. Misbruik daarvan treft het vertrouwen in de geneeskundige stand als geheel. Hoewel het in het algemeen goed gaat, is het toch de vraag of er niet meer helderheid moet komen over de bevoegdheden van een specialist. Bijvoorbeeld een wettelijke verankering dat je als specialist in beginsel niet geacht wordt bekwaam te zijn – en daarmee evenmin bevoegd bent – handelingen van een ander specialisme te verrichten. Een zelfde lijn dus als in de uitspraak in de zaak van de Duitse kaakchirurg. De hoofdregel is dan dat je bevoegdheid tot het verrichten van specialistische handelingen zich beperkt tot je eigen deskundigheidsgebied, maar dat hierop uitzonderingen mogelijk zijn. Het is vervolgens de vraag wanneer een specialist zich dan op de uitzondering mag beroepen. Mijns inziens zou de arts vooraf moeten aantonen dat hij zich bekwaamd heeft op het betreffende gebied en pas na bijvoorbeeld een toelating door het andere specialisme de betreffende verrichting mag doen. Dit sluit aan bij de regel ‘bevoegd mits bekwaam’, waarbij die bekwaamheid bij andersoortige handelingen niet klakkeloos wordt aangenomen.

Diederik van Meersbergen, juridisch adviseur KNMG

Correspondentie: d.van.meersbergen@fed.knmg.nl

Noten

1. Rechtbank Arnhem, 4 januari 2011, MC 5/2011: 293-5.

2. Regionaal Tuchtcollege ’s-Gravenhage, 31 augustus 2010, www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl.

3. Regionaal Tuchtcollege ’s-Gravenhage, 11 mei 2010, www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl.

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.