Laatste nieuws
levenseinde

Te veel dokters kiezen de dood

12 reacties

Cultuurverandering beroepsgroep nodig om suïcide tegen te gaan

Artsen die er zelf doorheen zitten – en dat zijn er niet weinig – volgen vaak niet de raad op die ze patiënten zouden geven. De cultuur binnen de beroepsgroep is er niet naar. Isolement kan het gevolg zijn, en dan is die kast met dodelijke middelen ineens gevaarlijk dichtbij.

Tijdens een van de eerste colleges spreekt een professor de nieuwe lichting studenten toe. ‘Dames en heren, welkom bij de studie geneeskunde. Ik moet u ervoor waarschuwen dat u voor een ongezond vak heeft gekozen. U loopt een verhoogd risico op een depressie en een verslaving aan middelen, met name alcohol. Uw kans te overlijden aan zelfdoding is groter dan die van een niet-arts.’

Hoewel Nederlandse cijfers over suïcide onder artsen ontbreken, is de waarschuwing van deze hoogleraar terecht. Buitenlands onderzoek bevestigt herhaaldelijk dat artsen een significant hoger risico hebben om te overlijden aan suïcide dan de algemene populatie of andere academici.1 2 Een systematische review van veertien internationale onderzoeken naar zelfmoord onder artsen toonde relatieve risico’s van 1,1 tot 3,4 onder mannelijke en 2,5 tot 5,7 onder vrouwelijke artsen ten opzichte van de algemene bevolking.2 In een meta-analyse werd een bescheiden, maar significant verhoogd suïciderisico voor mannelijke artsen gevonden (1,41) en voor vrouwelijke artsen een fors verhoogd risico (2,27).

Onbesproken
De onderzoeken zijn uitgevoerd in andere Europese landen en de Verenigde Staten, maar het is niet te verwachten dat de situatie onder Nederlandse artsen anders is. Nederlands onderzoek naar mortaliteitsgegevens van tandartsen en anesthesiologen toonde een verhoogde sterfte door zelfdoding aan.3 4 Andere studies laten zien dat vooral onder vrouwelijke artsen sprake is van een verhoogd risico op zelfdoding, en al onder geneeskundestudenten in de doctoraalfase een verhoogd suïciderisico aanwezig is.5-7

Artsen zijn
notoire zorgmijders

In de jaren zestig van de vorige eeuw werd voor het eerst aangetoond dat artsen relatief vaak suïcide plegen. Het onderwerp kreeg destijds weinig aandacht, mede vanwege methodologische beperkingen van de onderzoeken.1 8 Maar ook de neiging van de beroepsgroep om dit probleem en de onderliggende oorzaken onbesproken te laten, kan een reden zijn voor de beperkte aandacht en het uitblijven van preventiemaatregelen.

Veel depressies
Suïcide komt voort uit een complexe interactie tussen risicofactoren en beschermende factoren.9 De twee belangrijkste risicofactoren zijn psychiatrische stoornissen en middelenmisbruik, vooral depressieve stoornissen en alcoholmisbruik.10-12 Het risico is groter als van beide sprake is. Alcoholmisbruik komt frequenter voor onder artsen dan in de algemene bevolking, in het bijzonder onder vrouwelijke artsen.1 Artsen blijken tevens vaker te lijden aan een depressieve stoornis. Een verhoogde incidentie van 15 tot 30 procent wordt gezien onder medische studenten en aios.10

Het is niet bekend waarom artsen vaker depressief worden, maar er zijn vele theorieën. Zo kan er sprake zijn van een genetische predispositie, waarbij psychiatrische stoornissen en alcoholisme meer in families van artsen voorkomen.10 Persoonlijke ervaringen met gezinsproblematiek, verlies, misbruik en trauma zouden een reden kunnen zijn waarom toekomstige artsen zich aangetrokken voelen tot een zorgend beroep.13 Verder zouden artsen perfectionistisch en (zelf)kritisch zijn, en fouten zien als een teken van persoonlijk falen.10

Burn-out
Ook ondervinden dokters veel werkgerelateerde stress. Burn-out komt bij artsen in opleiding tot medisch specialist geregeld voor.14 Onderzoek door UMC Groningen laat zien dat 13 procent van de aios in Nederland aan de criteria van een burn-out voldoet.15 16 Specialisten hebben te maken met een toenemende hoeveelheid administratie en een veranderend takenpakket. Vrouwelijke artsen worstelen met bijkomende stressoren: carrière maken in een door mannen gedomineerd beroep, ongewenste seksuele intimidatie en gecombineerde zorg voor gezin- en beroepsleven.1 17

Hoewel ze van belang lijken, is er weinig correlatie tussen deze stressfactoren en het verhoogde risico op suïcide onder artsen. De stressoren zijn ook niet specifiek voor het beroep van arts, en het is niet bewezen dat artsen meer werkgerelateerde stress ondervinden dan anderen. Voorts geven artsen aan dat ze, ondanks werkgerelateerde stress, over het algemeen heel tevreden zijn over hun werk.18 Wellicht dragen de genoemde stressoren pas bij aan suïcide als er al sprake is van een depressieve stoornis of middelenmisbruik.10

Zorgmijders
De belangrijkste factoren die beschermen tegen suïcide zijn beperking van de toegang tot dodelijke middelen, effectieve behandeling van psychiatrische stoornissen en ondersteuning door familie en collega’s.9 10 En juist op deze factoren scoren artsen slecht. Zij hebben ruim toegang tot potentieel dodelijke medicamenten én de kennis over het gebruik ervan. Anders dan in de algemene bevolking komt suïcide onder artsen dan ook vaker voor dan parasuïcide.19 20 Overdosering van medicatie is daarbij de meest voorkomende methode.9 10 De beschikbaarheid van dodelijke middelen wordt regelmatig als verklaring gegeven voor het verhoogde aantal zelfmoorden onder anesthesiologen.

Hoewel artsen een betere toegang hebben tot adequate medische zorg, maakt het merendeel van de artsen met een psychiatrische stoornis hier geen gebruik van. Artsen zijn notoire zorgmijders. Binnen de medische beroepscultuur is er maar beperkte ondersteuning en aanmoediging om psychisch lijden te erkennen en op zoek te gaan naar behandeling. Depressieve artsen zijn derhalve bang voor stigmatisering en openlijke of verborgen discriminatie op de werkvloer. Zij vrezen voor een negatieve weerslag op carrièremogelijkheden, baangarantie en werkprivileges.

Zelfbehandeling
Daarbij komt dat artsen hulp moeten zoeken binnen de eigen werksetting. Behoud van vertrouwelijkheid kan (gevoelsmatig) in het geding komen.En zelfs als artsen hulp zoeken voor hun depressiviteit of suïcidaliteit, krijgen zij paradoxaal genoeg een slechtere behandeling wegens de collegiale of zelfs vriendschappelijke relatie tussen patiënt en behandelaar. De behandelend arts geeft vaak te veel vrijheid aan de patiënt-arts.10 De meeste depressieve artsen zoeken geen hulp, gaan over tot zelfbehandeling met medicamenten of alcohol en raken geïsoleerd. Dan kunnen suïcidale gedachten leiden tot een poging tot zelfdoding. Aangezien artsen zoals gezegd kennis over en toeging tot effectieve methoden hebben om het leven te beëindigen, is een eerste poging vaak meteen succesvol.

Preventie
In het Kaderdocument Nationaal Actieplan Suïcide Preventie staat dat tussen 2005 en 2010 de preventie van psychische problemen en suïcide in het nationaal beleid moet zijn opgenomen.21 Dat beleid richt zich vooral op kwetsbare groepen met psychische klachten die weinig sociale steun ervaren. De preventie bestaat voornamelijk uit het optimaliseren van de psychische hulp, het weerbaarder maken van mensen en het voorkomen van suïcidegedachten.

Er is een klimaat nodig
dat zieke artsen aanmoedigt hulp te zoeken

Om depressieve en suïcidale artsen te kunnen helpen, zullen zij tijdig moeten worden geïdentificeerd. Een depressieve stoornis wordt in 40 tot 60 procent van de gevallen niet adequaat gediagnosticeerd of behandeld.22 Dit zal zeker gelden voor zorgmijdende artsen die hun symptomen goed weten te verbergen. Reeds vroeg in de opleiding geneeskunde dient daarom meer aandacht te worden gegeven aan het verhoogd risico op depressie, middelenmisbruik en suïcide onder artsen, evenals het vroegtijdig herkennen en behandelen van een depressieve stoornis.

Een andere belangrijke preventiemaatregel is beperking van de toegang tot dodelijke middelen. Zelfmedicatie dient in deze context niet alleen te worden ontmoedigd. De vraag moet worden gesteld of het verantwoord is dat artsen zichzelf zonder enige vorm van controle zware sedativa en opioïden kunnen voorschrijven. Tevens kan gebruikmaking van de preventieve gezondheidszorg en het huisartsenbezoek bij ziekte meer worden aangemoedigd.

Cultuurverandering
Medische faculteiten en ziekenhuizen zouden een onbelemmerde toegang tot discrete en vertrouwelijke psychiatrische hulpverlening aan hun studenten en personeel moeten bieden, intern dan wel extern. En de KNMG kan een centrale rol spelen bij het ontwikkelen van preventieve programma’s. Medisch Contact besteedde de afgelopen jaren al relatief veel aandacht aan psychische ziekten en alcoholisme onder artsen.16 23 24

Willen preventieprogramma’s baat hebben, dan is een klimaat nodig waarin zieke artsen worden aangemoedigd hulp te zoeken voor hun problemen. Om dit te bewerkstelligen is een cultuurverandering nodig binnen de medische beroepsgroep. Een open discussie kan helpen het institutionele beleid en de attitude van artsen te veranderen. Pas dan zullen veel artsen met psychische problemen hulp kunnen én durven zoeken. Daarnaast zouden artsen op hun collega’s moeten letten en hen moeten bijstaan als zij zichzelf niet meer weten te helpen.

Audrey M. van Schaik, psychiater GGZ inGeest
Sebastiaan A. Kleijn, aios afdeling Cardiologie, VU medisch centrum
Astrid A.M. van der Veldt, aios afdeling Nucleaire geneeskunde en PET research, VUmc
Willem van Tilburg, psychiater, emeritus hoogleraar psychiatrie, VUmc

Correspondentieadres: au.vanschaik@ggzingeest.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl
Geen belangenverstrengeling gemeld.

Samenvatting

  • Artsen hebben een verhoogd risico op depressie, misbruik van verdovende middelen en suïcide.
  • Preventieve maatregelen zoals beperking van de mogelijkheid tot zelfmedicatie en toegang tot discrete psychiatrische hulp zijn van groot belang om het artsenvak gezonder te maken.
  • Om te zorgen dat die maatregelen effect hebben, moet het taboe op psychiatrische stoornissen en suïcide onder artsen worden doorbroken.

Artsen lijden vaker aan een depressieve stoornis dan de algemene bevolking. beeld: Corbis
Artsen lijden vaker aan een depressieve stoornis dan de algemene bevolking. beeld: Corbis

 

Literatuur

1. Schernhammer ES, Colditz GA. Suicide rates among physicians: a quantitative and gender assessment (meta-analysis). Am J Psychiatry 2004; 161: 2295-302.

2. Lindeman S, Laara E, Hakko H, Lonnqvist J. A systematic review on gender-specific suicide mortality in medical doctors. Br J Psychiatry 1996; 168: 274-9.

3. Liem L, Duijn, S de. Hoog aantal suïcides anesthesiologen. MedNet Magazine 2005; 16.

4. Bol P. Mortaliteit van tandartsen. Ned Tijdschr Tandheelkd 2002; 109: 240-1.

5. Lagro-Janssen ALM, Luijks HDP. Zelfdoding bij vrouwelijke en mannelijke artsen. Ned Tijdschr Geneeskd 2008; 152: 2177-81.

6. Silverman M. Physicians and suicide. In: Goldman LS, Meyers M, Dickstein et al. The handbook of physician health: essential guide to understanding the heath care needs of physicians. Chicago, American Medical Association, 2000.

7. Hampton T. Experts address risk of physician suicide. JAMA 2005; 294: 1189-91.

8. Holmes VF, Rich CL. Suicide among physicians. In: Blumenthal S, Kupfer D. Suicide over the life cycle: risk factors, assessment and treatment of suicidal patients. Washington, American Psychiatric Press Inc, 1990.

9. Mann JJ. A current perspective of suicide and attempted suicide. Ann Intern Med 2002; 136: 302-11.

10. Center C, Davis M, Detre T, et al. Confronting depression and suicide in physicians: a consensus statement. JAMA 2003; 289: 3161-6.

11. Hawton K, Malmberg A, Simkin S. Suicide in doctors. A psychological autopsy study. J Psychosom Res 2004; 57: 1-4.

12. Roy A. Suicide in doctors. Psychiatr Clin North Am. 1985; 8: 377-87.

13. Myers M, Fine C. Suicide in physicians: toward prevention. Medscape Gen Med 2003; 5(4).

14. Thomas NK. Resident burn-out. JAMA 2004; 292: 2880-9.

15. Prins JT, Hoekstra-Weebers JE, van de Wiel HB, et al. Burnout among Dutch medical residents. Int J Behav Med 2007; 14(3): 119-25.

16. Heijden FMMA van der. Toegewijd, maar oververmoeid. Medisch Contact 2006; 45: 1792-5.

17. Robinson GE. Stresses on women physicians: consequences and coping techniques. Depress Anxiety 2003; 17: 180-9.

18. Landon BE. Career satisfaction among physicians. JAMA 2004; 291: 634.

19. Hem E, GrLnvold NT, Aasland OG, Ekeberg O. The prevalence of suicidal ideation and suicidal attempts among Norwegian physicians. Results from a cross-sectional survey of a nationwide sample. Eur Psychiatry 2000; 15: 183-9.

20. Schernhammer E. Taking their own lives - the high rate of physician suicide. N Engl J Med 2005; 352: 2473-6.

21. Bool M, Blekman J, Jong de S, e.a. Verminderen van suïcidaliteit. Beleidsadvies. Utrecht, Trimbos Instituut, 2007.

22. Young AS, Klap R, Sherbourne CD, Wells KB. The quality of care for depressive and anxiety disorders in the United States. Arch Gen Psychiatry 2001; 58: 55-61.

23. Melchior M. Overdag dokter, ’s avonds alcoholist. Medisch Contact 2006; 61: 1368-9.

24. Heijden FMMA van der, Prins JT, Bakker AB. Burn-out in de opleiding tot medisch specialist. Medisch Contact 2005; 60: 1904-7.

beeld: Millenium, HH
beeld: Millenium, HH
<strong>PDF van dit artikel</strong> Eerdere MC-artikelen over artsen met problemen:
levenseinde aios depressie alcoholverslaving
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • I.C.J.M. Schretlen

    , ROSMALEN

    Het artikel "Te veel dokters kiezen de dood" kreeg als tweede titel "Cultuurverandering beroepsgroep nodig om suïcide tegen te gaan". Deze cultuurverandering lijkt zich toe te spitsen op "zieke artsen" die moeten worden "aangemoedigd hulp te zoeken v...oor hun problemen". Enerzijds dreigt hierbij een stigmatisering die averechts zou kunnen uitwerken. Anderzijds bestaat de kans dat ándere factoren minder aandacht krijgen zoals werkomstandigheden (die tot chronische moeheid kunnen lijden), collegiale contacten (een zieke collega die uitvalt betekent vaak een extra belasting voor anderen) en een hoog verwachtingspatroon ten aanzien van de beroepsuitoefening. Bij een noodzakelijke cultuurverandering komt bij mij vaak het beeld op van een kind dat een eik omver wil drukken. Men onderschat hierbij de krachten die de huidige situatie bestendigen. Het zou al mooi zijn wanneer artsen onderling deze factoren op een constructieve wijze met elkaar kunnen bespreken.

    Ignace Schretlen

  • Jurjen H. Breedijk, vrijgevestigd arbeids- en bedrijfsgeneeskundige

    , Amstelveen

    Met belangstelling heb ik kennis genomen van het artikel geschreven door Van Schaik et al. Hierin worden duidelijk de beïnvloedbare factoren genoemd ter voorkoming van ernstig psychisch leed en suïcide(pogingen) in de specifieke beroepsgroep van dok...ters. Ik wil graag de mogelijkheid van de in het artikel aangehaalde preventieve gezondheidszorg toelichten vanuit de sociaal geneeskundige invalshoek. Elke Nederlandse werknemer heeft de mogelijkheid zich te (laten) wenden tot de bedrijfsgezondheidszorg, te bieden door de werkgever. Medische professionals, al dan niet in loondienst, moeten zich in deze strikt vertrouwelijke medische setting kunnen laten informeren bij problematiek op het gebied van arbeid en gezondheid. Een bedrijfsarts is bekend met de specifieke functie-eisen, arbeidsomstandigheden en organisatiecultuur waar werkenden mee te maken hebben. De medische situatie (fysiek, psychisch) kan het welbevinden, het functioneren en de (werk)inzetbaarheid negatief beïnvloeden. Het blijkt dat er helaas nog veel onbekendheid is over de rol en de mogelijkheden van hulpverlening door de arbeids- en bedrijfsgeneeskundige voor onder andere collega-artsen. Deze mogelijkheden bestaan onder andere uit: arbeidsmedische begeleiding, verwijzingen naar onder andere (arbeids)psychologische en psychiatrische hulpverlening, eventueel overleg na toestemming van de cliënt met hulpverleners, initiëren van verslavingszorg, (tijdelijke) aanpassingen van werkomstandigheden, beoordelingen van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid, duurzame passende reïntegratie, bemiddeling bij zorgverzekeraars, arbeidsrechtelijke aspecten waaronder conflicthantering etc. De begeleiding van medisch specialisten met beroepsgerelateerde problematiek zou, door zowel meer bekendheid van de nood van de patiënt-arts als door de adequate hulpverleningsmogelijkheden, in een vroeger stadium gestart kunnen worden en mogelijk preventief werken op de ernst van het psychische leed en het aantal suïcidepogingen onder deze beroepspopulatie.

  • ,

    Ik ben een vrouwelijke aio, met een druk gezinsleven en hobbys. In dit drukke leven verdwijnt medische literatuur soms in het cellofaan op een Stapel.Een Stapel vol zaken die je niet kwijt wil raken en waar je ook niet de hele dag aan herinnerd wil w...orden. In een kast. Met een deur ervoor. Op zolder.

    En zo kan het gebeuren dan je op een avond je een weg baant door die Stapel en twee medisch contacten achter elkaar leest. Ik las het artkel van Henk Maassen in medisch contact nummer 24. Fitte arts kweekt fitte patient. Hierin vertelt de public health arts Erika Frank dat vooral vrouwelijke artsen zeer gezond zijn. Ze zijn hierbij een voorbeeld voor hun patienten en de gezondheid van patienten verbeterd hierdoor. Fantastisch. Ik bedacht dat ik nog een reden had om het hardlopen te continueren. Ook stootte ik even mijn partner aan om dit met hem te delen. Koren op mijn molen.

    Maar dit feel good moment duurde kort. In het volgende medisch contact dat ik van zijn cellofaantje bevrijdde las ik het artikel van Van Schaik: te veel artsen kiezen de dood. En dan met name vrouwelijke artsen zouden burn-out, depressief en suicidaal zijn. Ze worstelen met stressoren van gecombineerde zorg voor gezins en beroepsleven. Oje dat ben ik, bedacht ik me. En in dit artikel heb ik wel meer kans om depressief te worden en een zorgmijder te zijn. Terwijl Erika Frank daar heel anders over denkt.

    Vannacht droomde ik dat ik aan het hardlopen was door de duinen. Met achter mij aan een drom patienten. Alle diabeten waren er en ook de COPD-ers zetten hun beste beentje voor. Het was een prachtige dag en we hadden een mooi tempo. Maar opeens stortte ik me van het klimduin in Schoorl, mijn patienten als lemmingen volgend.

    Met vriendelijke groet, Gina Boorsma aios huisarts geneeskunde

  • K. Schippers

    , VENLO

    We moeter er alles aan doen om artsen tenminste tot hun 67e te laten leven, want dan betaal je nog het meeste aan belasting. Daarna is het verstandig om suicide juist populairder te maken, om de uitgaven aan pansioenen te kunnen beperken en de vergri...jzing tegen te gaan.
    Had het ook bijna gedaan ook zonder drank maar had toch teveel medeleven met mijn familie. Zal er op mijn 67e nog eens op terug komen, als ik mijn plicht netjes gedaan heb (vooral dagelijks jaar-in jaar-uit zoveel mogelijk formulieren heb ingevuld) en mijn zus en broer wellicht niet meer in leven zijn.

  • ,

    Je zou zeggen dat een zeker surplus aan inzicht
    en de zwaarte van het beroep elkaar ongeveer
    in evenwicht houden. Dat blijkt niet het geval.
    Vooral bij vrouwen, bij wie gedacht wordt aan
    meer communicatieve vaardigheden, en een
    minder afstandelijke a...ttitude, zijn de cijfers
    schokkend.
    Als je minder afstand neemt moet er gelegenheid
    zijn meer diepgaand te communiceren. Als het moet
    op ieder moment. Tijdgebrek mag geen excuus zijn.
    Dat betekent: iedere dag bijpraten. Misschien maar
    tien minuten. Gratis. Een circuit waarbinnen collega’s zich
    daartoe beschikbaar stellen als de meest logische zaak
    van de wereld, omdat we het met elkaar doen. Hoort bij het vak.
    Net als diensten draaien maar dan voor elkaar. Jij doet het voor haar
    of hem omdat zij het voor jou doen.
    OK? Voortaan …….. . O, waarom niet?

    Arie van Engelen, arts, psychoanalyticus.

  • C.M.H.B. Lucas

    , ROELOFARENDSVEEN

    Ik mis een factor in dit stuk die wellicht ook meespeelt als oorzaak voor het hogere aantal suicides onder artsen. Los van de vaak enorme werkdruk speelt m.i. nog als extra stressfactor het feit dat als een dokter een fout maakt dit in het ergste gev...al de dood tot gevolg kan hebben. Het risico van het maken van een fout, laten we heel eerlijk zijn zeker gezien de toename in werkbelasting de laatste jaren hangt ten slotte iedere dokter boven het hoofd. Ik ben bang dat dit in de toekomstige gezondheidszorg alleen maar erger gaat worden.

  • A.I. van Heusden

    , SNEEK

    Na drie jaar lang tegen marktwerking in de zorg te zijn geweest, ben ik er nu voor: collegae kunnen een carrière maken en vooral breken. Ik ben nu 23 jaar huisarts en vraag me af hoe het werkelijk gegaan is met collegae, die uit Hagro’s gewerkt werde...n met allerlei argumenten. Artsen zijn soms vreselijk onder elkaar. Soms ook geweldig. Ik zou graag willen, dat collegae, die door ziekte, depressie of niet, privé-omstandigheden of andere oorzaken, die in principe weinig met een HAGRO-contract te maken hebben, mij mailen of bellen. We zijn bezig een dossier aan te leggen en gaan dat op korte termijn laten toetsen door een advocaat, die op terrein van collegialiteit en economisch hinderen haar specialisatie heeft. Er zou een vertrouwensorgaan kunnen komen per regio met onafhankelijke mensen en een voormalig arbeidsongeschikte collega om uitwassen in ons vak te helpen voorkomen. Dit zou een taak kunnen zijn voor de KNMG, niet van de LHV. Laatstgenoemde pretendeert dan wel onze vakbond te zijn, maar ze laat diverse groepen leden gewoon in de kou staan, om de grote schreeuwers aan hun kant te houden. Marktwerking zal er hopelijk voor zorgen, dat oprecht in patiënten geïnteresseerde collegae(die door grote en/of zakelijke en/of afstandelijke en/of vage collegae) als "anders" ofwel "niet passend in de Hagro" uitgemaakt worden, door patiënten beoordeeld kunnen worden op hun merites en niet langer door hun peergroup.
    Misschien hebt u enig idee waarover ik het heb? herkent u zich? Bel dan 06-20442033 of mail naar a.van.heusden@huisartspraktijksneek.nl

  • J.W.A.P. van Hoogstraten

    , DIEPENVEEN

    Moment van timing voor het vrij geven van deze info weinig doordacht. PR matig werkt het averechts. ( NOVA) Overigens een internationale studie zonder de nederlandse markt daarin te betrekken.
    Maar het kan er ook nog wel bij. Voor de beeldvorming du...s.
    De dokter als depressieve alcoholistische suicidale graaier .
    Voel me een stuk beter nu.....

  • W.Chr. van Dijk

    , CURACAO Netherlands Antilles

    mijn (reactieve) depressie, behandeld, volkomen genezen, was voor mijn collega's reden het maatschapsverdrag op te zeggen: " je weet het maar nooit, straks komt het terug"
    reden genoeg om weer depressief te worden en alsnog tot suicide over te gaan... toch ?

  • H. Ortgies

    , DEN HELDER

    'Onnodig veel artsen' wat een rare hoofdlijn op het titel! Hoeveel zelfdodingen zijn wel nodig?
    Een betere formulering had meer recht aan de artikel gedaan.
    Met vriendelijke groet,
    H Ortgies

  • ,

    Artsen hulp bieden
    Van Schaik e.a. (MC 2010/25:1218-1220) beschrijven dat artsen een verhoogd risico lopen op depressie, misbruik van verdovende middelen en daardoor meer kans lopen om suïcide te plegen. Preventieve maatregelen, zoals beperking van z...elfmedicatie en toegang tot discrete psychiatrische hulp zijn volgens de auteurs van groot belang om het artsenvak gezonder te maken. Zij roepen de KNMG op om een centrale rol te spelen bij het ontwikkelen van preventieve programma's.
    De KNMG onderschrijft het grote belang om artsen die in problemen raken zo snel mogelijk te helpen. Via preventie moeten risico's op depressies, het gebruik van verdovende middelen en de overweging om suïcide te plegen onder deze beroepsgroep aangepakt worden. De KNMG vindt het van belang eerst na te gaan of het internationale onderzoek over suïcide ook op de Nederlandse situatie van toepassing is. Vervolgens kunnen gerichte preventiemaatregelen ingezet worden.
    De KNMG ontwikkelt specifiek voor verslaafde artsen momenteel een ‘dokters helpen dokters programma’. De KNMG zet dit programma samen met Cor de Jong op, hoogleraar verslaving en verslavingzorg aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Het gaat om het inrichten van een steun- en meldpunt voor verslaafde artsen die snelle toegang biedt tot adequate verslavingszorg. De verwachting is dat het programma in het najaar start.

    Utrecht, juni 2010
    Mw. dr. M.E.J. de Rond, beleidsadviseur KNMG

  • M.Ch. Doorakkers

    , VENRAY

    Deze problematiek kan mi niet los gezien worden van privacy issues, ook een bosbrand begint klein en kan worden bezworen bij adequaat en bovenal snel ingrijpen. Privacy gevoeligheid kan bij patient en behandelaar leiden tot uitstel, ik pleit voor een... soort van vertrouwensartsen/psychiaters om een snelle laagdrempelige en discrete hulp mogelijk te maken. Juist buiten de eigen regio.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.