Meer opnames op kinder-ic’s

Het aantal opnames op de acht pediatrische intensivecareafdelingen is in de afgelopen vijf jaar toegenomen. De sterfte bleef gelijk.

Dat laten cijfers zien uit de databank van de Pediatrische Intensive Care Evaluatie (PICE), waarin de geanonimiseerde gegevens staan over alle opnames op de acht Nederlandse kinder-ic’s. In 2003 werden nog 4230 kinderen opgenomen op de pediatrische ic’s, in 2007 was dit aantal toegenomen tot 4840 kinderen. De toename was gevolg van de uitbreiding van ic-capaciteit en invoering van een landelijk transportsysteem. Desondanks worden nog steeds kinderen geweigerd voor opname op de kinder-ic, wegens capaciteitstekort.

Aanleiding voor de registratie was een rapport uit 2000 van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde over problemen rond transport en opvang van ernstig zieke kinderen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg deed een onderzoek en concludeerde dat jaarlijks circa duizend kinderen geen plek op de ic kregen, terwijl ze daarvoor wel waren geïndiceerd. De minister van Volksgezondheid nam maatregelen die leidden tot meer capaciteit en beter vervoer, met meer opnames tot gevolg.

Idse Visser, onderzoeker bij de Stichting PICE, laat in een bijdrage aan Medisch Contact naast de opnamecijfers ook de geregistreerde sterftecijfers zien. Het ongecorrigeerde sterftepercentage op de kinder-ic daalde van 5,2 procent in 2003 naar 3,7 procent in 2007 en varieerde in dat laatste jaar tussen de acht centra van 1,7 procent tot 4,6 procent. De ene kinder-ic krijgt echter ernstiger zieke kinderen dan de andere en na correctie voor de casemix is er geen verschil in mortaliteit tussen de centra of gedurende de vijf gemeten jaren. De landelijke sterfte was niet hoger dan op basis van voorspellende modellen mocht worden verwacht. HC