Laatste nieuws
Mensje Melchior
6 minuten leestijd
medicatie

Beter luisteren, zelf hechten

1 reactie

Voor de beste geneeskunde zijn vrouwelijke én mannelijke dokters nodig

Vrouwelijke artsen zorgen anders voor hun patiënten dan mannelijke collega’s. Zij is de geboren empathische generalist, hij concentreert zich op de details en is meer van de technische handelingen. Waarheden of clichés? En: verandert femini­sering de geneeskunde voorgoed?

beeld: Erickson stock

Vrouwen en mannen kunnen wel hetzelfde, maar doen dat lang niet altijd. Hun hersenen zijn nu eenmaal anders geprogrammeerd. En dat is precies waarom biopsychologe Martine Delfos de feminisering van de geneeskunde ‘absoluut een probleem’ vindt. De auteur van het boek Verschil mag er zijn - Waarom er mannen en vrouwen zijn vreest dat het vak van dokter zover vervrouwelijkt, dat typische mannelijke kwaliteiten verdwijnen.


Delfos onderbouwt in haar boek de neurobiologische verschillen tussen mannen en vrouwen met het nodige onderzoek. Al op de eerste dag na de geboorte gedragen jongens en meisjes zich anders. Dat blijkt uit onderzoek waarbij foto’s van gezichten en voorwerpen werden opgehangen boven de wieg. Vers uit de baarmoeder kijken de meisjes gemiddeld langer naar foto’s van gezichten en de jongens naar plaatjes van voorwerpen.


Die verschillen blijven ook later in het leven. Delfos ontwikkelde het evolutionaire concept ‘voorkeursgedrag’. Vrouwen hebben volgens haar ander voorkeursgedrag dan mannen. Ze willen over het algemeen weten hoe een mens in elkaar zit, gedrag van anderen begrijpen en voorspellen. Ze leggen een soort database aan over mensen en hun gedrag. En vrouwen willen graag aardig worden gevonden. Een goede positie in de groep door empathie is hun overlevingsmechanisme. Zij moeten het evolutionair gezien namelijk minder van kracht en status hebben, maar vooral van samenwerking met andere groepsleden.

Brok klei


Mannen hebben heel ander voorkeursgedrag. Zij zijn al van kleins af aan bezig met techniek, het uitdenken van hoe iets werkt en wat je ermee kunt doen. Delfos geeft als voorbeeld een documentaire waarbij jongens en meisjes zelf mochten kiezen wat ze met een brok klei wilden doen. De meisjes maakten braaf figuurtjes, de jongens smeerden het uit, prikten erin en lieten het vallen. ‘Een onbekend voorwerp prikkelt de belangstelling en competitiedrang, jongens onderzoeken materiaal en bouwen zo een database aan technische kennis’, schrijft Delfos.


De gevolgen voor de geneeskunde: vrouwelijke artsen zijn over het algemeen empathischer, omdat ze de neiging hebben zich te verplaatsen in de ander. Mannen zijn meer oplossingsgericht. Delfos is dan ook niet verbaasd over onderzoek dat aantoont dat vrouwelijke artsen tijdens het spreekuur meer aandacht geven aan gevoelens en emoties, en dat mannen vaker psychofarmaca en slaapmiddelen voorschrijven (zie kader). ‘Mannen zoeken nu eenmaal vooral naar een oplossing. Is het stuk? vragen ze zich af. Zo ja, hoe kunnen we het dan weer maken? Ze concen­treren zich op onderdelen, terwijl vrouwen eerder naar het geheel kijken.


Beide benaderingen hebben voor- en nadelen. Juist daarom is het zo belangrijk dat de geneeskunde gemixt blijft en niet door vrouwen wordt overgenomen.’

Massaal


Dat er een kleine revolutie gaande is in de geneeskunde, mag duidelijk zijn. Het aantal vrouwelijk artsen in Nederland groeit snel. Van de studenten is 70 procent vrouw. In 2020 is 57 procent van de huisartsen vrouw en 46 procent van de medisch specialisten. Toch is huisarts en hoogleraar vrouwenstudies medische wetenschappen Toine Lagro-Janssen niet bang dat mannen de geneeskunde door de toevlucht van vrouwen massaal de rug zullen toekeren. ‘Daarvoor is het vak gewoon te interessant. Van de artsen zal altijd 30 tot 40 procent man blijven.’


Zij denkt wel dat er met de feminisering van de geneeskunde een andere cultuur ontstaat. ‘Vrouwen vinden andere dingen belangrijk dan mannen. Dat zie je al bij studenten geneeskunde. Jongens laten zich bij de keuze van het specialisme meer leiden door status en carrièreperspectieven; meisjes vinden direct patiëntencontact belangrijker en zijn bezig met de combinatie van werk en gezin.’


Daar komt bij dat vrouwelijke artsen inderdaad empathischer zijn. ‘Ze luisteren beter naar de patiënten en gaan echt een relatie met hen aan. Dat heeft trouwens ook nadelen: tijdens consulten maken vrouwen weliswaar meer persoonlijk contact, maar er zit ook minder structuur in de gesprekken. Het kabbelt soms voort, mannen zijn meer to the point.’ Dat heeft volgens Lagro-Janssen niet alleen met biologische verschillen te maken. ‘Het komt ook door socialisatie en hangt samen met culturele waarden die aan mannelijkheid en vrouwelijkheid worden toegekend.’


‘Eén ding staat voor de hoogleraar als een paal boven water: vrouwelijke dokters zijn technisch minstens zo bekwaam als mannelijke. ‘Vaardigheid en aardigheid gaan prima samen. Ook patiënten denken er zo over. Recent onderzoek laat zien dat mannelijke en vrouwelijke patiënten voor operaties en het hechten van wonden evenveel vaardigheid aan mannelijke als aan vrouwelijke dokters toekennen.’

Corpus callosum
Martine Delfos denkt dat neurobiologische discrepanties wel degelijk voor een verschil in aanpak zorgen. In haar boek schrijft ze over het verschil in het verwerken van gegevens, waarbij de witte en grijze stof in de hersenen van belang zijn. Mannen hebben meer witte stof, vooral in de rechterhersenhelft met zijn abstractie en creativiteit, vrouwen meer witte stof in het corpus callosum – de belangrijkste verbinding tussen de hersenhelften – en dan vooral in het achterste gedeelte, het splenium. ‘Vrouwen hebben daarmee de biologische make-up voor de generalist. Ze kijken naar het geheel, overzien grote hoeveelheden informatie en leggen verbanden. Mannen hebben door de grotere hoeveelheid witte stof in de rechterhersenhelft juist de biologische make-up voor een specialist: ze concentreren zich op details en laten zich daarbij niet afleiden.’ Volgens Delfos heeft dat de nodige gevolgen voor de medische praktijk. De bio­psychologe wil daarmee zeggen dat mannen en vrouwen elkaar ook in de geneeskunde goed aanvullen. ‘Vrouwen kunnen door hun totaalbeeld goed overzien wat er allemaal met een patiënt aan de hand is, mannen zijn bijvoorbeeld goed in het onderzoeken van één orgaan en wat daar allemaal mis mee kan zijn. Zonder die heel specialistische blik was de medische wetenschap nooit zo ver gekomen.’

Oncologie


Ella de Jong was jarenlang een vrouw in een typisch mannenvak. In de jaren tachtig volgde ze de opleiding tot chirurg, toen nog maar 2 procent van de chirurgen vrouw was. Inmiddels is dat rond de 5 procent. Van de chirurgen in opleiding is nu tussen de 30 en 40 procent vrouw. ‘Ik was een uitzondering, maar werd door de medechirurgen met open armen ontvangen. De Jong werd algemeen chirurg, draaide een tijd een mammapoli en legde zich toe op oncologie en de ziekte van Crohn. Inmiddels richt ze zich volledig op het onderwijs.


In de twintig jaar dat ze praktiserend chirurg was, merkte ze dat mannelijke en vrouwelijk chirurgen de zaken anders aanpakken. ‘Patiënten vonden het makkelijker om mij vragen te stellen. Aan een vrouw vragen ze toch hoe het thuis met de kinderen moet als ze zelf weken in het ziekenhuis liggen. Ik kende veel patiënten bij naam en was op de hoogte van het wel en wee van hun kinderen en kleinkinderen. Dat was bij mijn mannelijke collega’s wel anders.’


De Jong promoveerde met collega-chirurg Mimi Mulder op het boek Vrouwen in de heel­kunde - Een cultuurhistorische beschouwing. Daar­voor interviewden ze 45 van de 53 vrouwen die zich van 1932 tot 1996 lieten registreren als chirurg. De Jong: ‘Deze vrouwen wilden geen privileges. Om vijf uur naar huis om de kinderen van de crèche te halen, was uit den boze. Ze werkten bij zwangerschap vaak door tot vlak voor de bevalling.’


Leveren vrouwelijke chirurgen ook ander werk? ‘Dat hebben we niet onderzocht, maar ik denk dat er bepaalde verschillen zijn die diep verankerd zitten. Dat baseer ik op mijn eigen ervaring en op wat ik bij andere vrouwelijke chirurgen heb gezien. Vrouwen in de heelkunde blijven vaak breed werken en zijn minder geneigd om zich helemaal op één operatietechniek te storten.’


Wat De Jong in al die jaren ook opviel, is dat vrouwelijke chirurgen voorzichtiger zijn dan mannen. ‘Ze vragen veel eerder om supervisie, terwijl mannen gewoon aan de slag gaan. Mannen denken minder na over wat er allemaal verkeerd kan gaan. En vrouwen zijn ook netter. Na een operatie werken ze alles nog even goed af, ze hechten de wond zelf en zo goed mogelijk. Ik ben blij dat er meer vrouwen chirurg worden. Want het beste team is nu eenmaal divers. Voor de beste geneeskunde heb je vrouwen én mannen nodig.’ MC


Meer emoties, minder pillen


Het geslacht van de dokter heeft onomstotelijk invloed op de medische zorg, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Prof. Toine Lagro-Janssen zette de onderzoeken onlangs op een rij in het NTvG. Een paar opvallende resultaten: vrouwelijke artsen communiceren anders in de spreekkamer, geven meer informatie en vragen meer, waardoor patiënten meer deelnemen aan de medische dialoog. Ze gaan ook meer in op de psychosociale omstandig­heden van de patiënt en besteden meer aandacht aan emoties en gevoelens. Vrouwelijke artsen zijn in hun communicatie gericht op het verkleinen van bestaande statusverschillen, mannen benadrukken deze juist.


Mannelijke huisartsen en internisten schrijven vaker analgetica, slaapmiddelen en andere psychofarmaca voor dan vrouwelijke, en ook hogere doses per keer. Mannelijke artsen bieden ook vaker hormonale substitutietherapie aan vrouwen in de overgang aan. De vrouwelijk arts doet meer aan preventie. Zij besteedt bijvoorbeeld meer tijd aan borstonderzoek, het maken van uitstrijkjes en gynaecologisch onderzoek en vraagt vaker beeldvormend en laboratoriumonderzoek aan dan haar mannelijke collega’s, die weer vaker technische handelingen verrichten.


hersenen medicatie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • K.C.A. van Engelenburg

    Chirurg, DOETINCHEM

    In dit artikel wordt de hele lading stereotypen over mannelijk en vrouwelijk gedrag weer over ons uitgeladen.
    Opvallend is dat weliswaar wordt aangegeven, dat voor de beste geneeskunde er mannelijke en vrouwelijke dokters nodig zijn vanwege de kwalit...eiten van beide geslachten; in de opsomming echter van de verschillen worden de goede eigenschappen van de dokter (empathisch, generalistisch denken, netjes werken, voorzichtig) vooral toegeschreven aan de vrouwelijke collega's... Waaruit men zou kunnen concluderen dat deze toch in het voordeel zijn bij de beroepsuitoefening?
    Hoe het ook zij, dit artikeltje legt wel erg veel nadruk op aangeboren aanleg en heeft weinig oog voor de verwerving van vaardigheden van mannelijke en vrouwelijke dokters en ontwikkeling van (professioneel)gedrag, waardoor gedragsverschillen wellicht genuanceerder worden.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.