Laatste nieuws
Uitspraak tuchtcollege

MC 10 - Rijbewijskeuring

Plaats een reactie

Het lijkt logistiek zo eenvoudig. Als huisarts mag je je eigen patiënten niet keuren voor de verlenging van het rijbewijs omdat je niet onafhankelijk bent. Dus als je dan in de praktijk een huisarts in opleiding hebt, dan laat je die het toch doen? Pseudo-onafhankelijk ons inziens, maar het gebeurt wel degelijk - zie ook de onderstaande zaak. Soms mag de haio (nu aios huisartsgeneeskunde) het geld houden. Wat hebzuchtiger ingestelde opleiders stoppen het bedrag, al dan niet met nota, in hun eigen zak. Die praktijk onttrekt zich aan het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam. Dat geldt niet voor het feit dat de haio voorafgaand aan de keuring - oh zo gemakkelijk - even het dossier van de betreffende patiënt had ingezien. Tja, dat ligt voor het grijpen in de eigen praktijk, maar niet goed, vindt het tuchtcollege. 



Omdat de haio nu de pet van keurend arts op had en niet die van behandelend arts, mocht zij zonder toestemming van de patiënt annex keurling zijn medisch dossier niet inzien. Waar is de geheimhoudingsplicht anders voor?



Omdat ook het tuchtcollege denkt dat de gewraakte gang van zaken niet uniek is, werd de uitspraak ter publicatie aangeboden aan Medisch Contact. Niet alleen de werkgever van huisartsen in opleiding (SBOH) en huisartseninstituten, maar heel geneeskundig Nederland mag de boodschap tot zich nemen en zo nodig uitdragen.



Toch intrigeert de vraag of de man nou ter plekke is goedgekeurd of niet. Waarschijnlijk niet, want anders had hij de moeite van een klaagschrift vast niet genomen.



B.V.M. Crul, arts


mr. W.P. Rijksen



Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam d.d. 30 oktober 2007



Het college heeft het volgende over­wogen en beslist omtrent de op 19 september 2006 binnengekomen klacht van A, wonende te B, klager, tegen C, arts, wonende te D, verweerster.



1. Het verloop van de procedure


Het college heeft kennisgenomen van het klaagschrift, het aanvullend klaagschrift van 1 oktober 2006, het antwoord van 11 december 2006, de repliek van 13 januari 2007, de dupliek van 27 februari 2007, de correspondentie betreffende het vooronderzoek en de bij het college binnengekomen inlichtingen van de huisarts van klager, E, werkzaam in praktijk F te B.



Partijen hebben geen gebruik­gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord. De klacht is ter openbare terechtzitting van 4 september 2007 behandeld. Klager was met bericht afwezig. Verweerster was aanwezig. Zij werd bijgestaan door mr. G, verbonden aan H te D.



2. De feiten


Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden, kan van het volgende worden uitgegaan: verweerster was in het eerste jaar van haar opleiding van 1 september 2005 tot eind augustus 2006 als huisarts in opleiding (haio) werkzaam in praktijk F.


Op 21 augustus 2006 heeft verweerster klager, geboren in 1924, in F gezien in het kader van een keuring ter verlenging van zijn rijbewijs. Verweerster heeft het medisch dossier van klager geraadpleegd.  



3. Het standpunt van klager en de klacht


De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster:


1. zich zonder toestemming van klager inzage heeft verschaft in het medisch dossier van klager;


2. uit het medisch dossier van klager


 onjuiste gegevens heeft geciteerd;


3. geen betrouwbare gezichtsmeting heeft verricht;


4. zonder medeweten van klager en de huisarts de apotheek verzocht heeft om de medicatie te stoppen.



Ad 1. Verweerster heeft zich inzage verschaft in het medisch dossier ten behoeve van haar oordeelsvorming in het kader van de keuring. Dat had zij niet mogen doen.



Ad 2. Verweerster heeft gesteld dat klager aan suikerziekte leed. Dat is onjuist. Klager leed niet aan suikerziekte. De huisarts van klager heeft slechts gezegd dat het glucosegehalte nuchter enkele jaren geleden op de grens was, maar dat behandeling niet nodig was. Bovendien heeft verweerster dat gezegd bij binnenkomst van klager, hetgeen betekent dat verweerster het medisch dossier van klager al had geraadpleegd. Ook heeft verweerster het verslag van de cardioloog aangaande de pacemaker van klager niet juist weergegeven.



Verweerster heeft een bloedsuiker van 6,5 genoteerd. Zij heeft echter geen bloedonderzoek verricht. Klager had een abnormaal hoge bloeddruk ten gevolge van stress. Hij ontkent dat hij verweerster heeft gevraagd om een lagere bloeddruk in het verslag te vermelden, zoals verweerster heeft gesuggereerd.



Ad 3. Van een betrouwbare gezichtsmeting is geen sprake geweest. Dat heeft de behandelend oogarts van klager bevestigd. Zijn bevindingen na onderzoek komen niet overeen met die van verweerster.



4. Het standpunt van verweerster


Verweerster heeft ter zitting erkend dat zij het medisch dossier van klager zonder zijn toestemming niet had mogen raadplegen. Voorts heeft verweerster de overige klachtonderdelen en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.



5. De overwegingen van het college


Ad 1. Het college stelt voorop dat verweerster, zoals zij ook heeft erkend, in deze optredend als keurend arts in het kader van een keuring ter verlenging van het rijbewijs van klager niet zonder zijn toestemming het medisch dossier van klager had mogen inzien. Ook het college acht dit klachtonderdeel gegrond.



Zonder toestemming van de patiënt mogen in beginsel alleen de hulpverlener en degenen die betrokken zijn bij de behandeling kennisnemen van het van de patiënt opgemaakte dossier. Dat volgt uit artikel BW 7: 457. Weliswaar betreft dit artikel de geheimhoudingsplicht van de hulpverlener, maar de aard en strekking van dit artikel brengen mee dat, behoudens in de gevallen die in de leden 2 en 3 van genoemd artikel zijn genoemd, anderen, en zeker een arts, niet zonder toestemming van de patiënt kennis mogen nemen van deze onder de geheimhoudingsplicht vallende gegevens.



Het beroepsgeheim (de geheimhoudingsplicht van de hulpverlener) vindt zijn grondslag in het recht van de patiënt op geheimhouding van zijn persoonlijke gegevens. Verweerster was hier keuringsarts - en dus een derde - en niet de (vervanger van de) hulpverlener van klager, noch rechtstreeks bij de behandeling betrokken. Zij mocht dus niet zonder expliciete toestemming van klager ten behoeve van de keuring kennis­nemen van het medisch dossier. Toestemming daarvoor van de hulpverlener zou dat niet anders maken. Door aldus te handelen, heeft verweerster het recht op geheimhouding van de persoonlijke gegevens van klager geschonden.



Ad 2. Klager heeft te kennen  gegeven geen behoefte te hebben om ter zitting te verschijnen om zijn klacht op dit punt mondeling nader toe te lichten dan wel het verweerschrift van commentaar te voorzien. Hij wordt daarom geacht het verweerschrift niet te willen weerspreken, zodat van de juistheid daarvan moet worden uitgegaan. Overigens is niet gebleken dat verweerster onjuiste gegevens uit het medisch dossier heeft geciteerd, noch dat klager hierover tijdens het onderzoek niet zijn commentaar heeft kunnen geven. In het dossier staat immers bij de probleemlijst diabetes type 2 vermeld. Behandeling met medicijnen was niet nodig, maar wel begeleiding en een regelmatige controle. Evenmin is gebleken dat verweerster het verslag van de cardioloog niet juist heeft weergegeven. Ook is niet aannemelijk dat verweerster geen onderzoek heeft verricht om het bloedsuikergehalte te bepalen en ook niet dat zij niet de juiste bloeddruk heeft genoteerd. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.



Ad 3. Niet aannemelijk is geworden dat verweerster de oogmeting op onzorgvuldige wijze heeft verricht. Het moet er integendeel voor worden gehouden dat verweerster het onderzoek heeft verricht volgens de geldende richtlijnen. Klager heeft dit klachtonderdeel ook niet nader toegelicht. Zo blijkt ook niet dat de behandelend oogarts van klager na onderzoek tot andere bevindingen is gekomen dan verweerster. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.



Ad 4. Verweerster heeft ontkend dat zij de medicatieverstrekking van klager heeft belemmerd. Bij repliek heeft klager deze betwisting slechts beantwoord met de opmerking, in het kort weergegeven, dat hij van de apotheker had vernomen dat het bericht om zijn medicatie te stoppen via de assistentes van de huisarts was ontvangen. Dat is onvoldoende voor een gemotiveerde betwisting, zodat dit klachtonderdeel ongegrond is.



De conclusie van het voorgaande is dat de klacht deels gegrond is. Verweerster heeft gehandeld in strijd met de zorg die zij ingevolge artikel 47 lid 1 onder b van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg jegens klager had behoren te betrachten. Nu verweerster ter zitting inzicht heeft betoond in haar onzorgvuldig handelen en nu zij heeft aangegeven dat zij hiervan voor de toekomst heeft geleerd, acht het college het in deze omstandigheden passend om haar de lichtste maatregel op te leggen.



Wél maakt het college zich zorgen omtrent de werkwijze in praktijk F, waar het naar verluidt gebruik is haio’s keuringen te laten verrichten, waartoe kennelijk kennisneming van de medisch dossiers van keurlingen zonder hun toestemming mogelijk wordt gemaakt althans geaccepteerd. Verweerster heeft ter zitting verklaard zich voor te nemen F op de hoogte te stellen van deze uitspraak. Omdat niet uitgesloten is dat ook elders in het land bij het doen van keuringen zonder toestemming van de keurling wordt gebruikgemaakt van onder geheimhoudingsplicht vallende gegevens, zal de publicatie van deze uitspraak worden bevolen.



6. De beslissing


Het regionaal tuchtcollege:



- waarschuwt verweerster.



Bepaalt dat de beslissing ingevolge ar­tikel 71 van de Wet BIG in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekend­gemaakt en aan de tijdschriften Medisch Contact en het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht ter bekendmaking zal worden aangeboden. Aldus gewezen op 4 september 2007 door: mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, M.L.H. van Vliet en D.E. de Jong, leden-arts, mr. M. Bleeker-Hemmes als secretaris, en in het openbaar uit­gesproken ter terechtzitting van 30 oktober 2007 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris.



PDF van dit artikel

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.