Nieuwe Geneesmiddelenwet ondermijnt positie Lareb

In de nieuwe Geneesmiddelenwet krijgt het College ter Boordeling van Geneesmiddelen (CBG) de verantwoordelijkheid voor het toezicht op geneesmiddelenbijwerkingen.

Het CBG is aangewezen als de partij die ‘samenwerkingsorganen van beroepsbeoefenaren’ voor het registreren en analyseren van bijwerkingen bevordert. Internationaal is er na de rel over Vioxx juist een tendens in de andere richting. In The Lancet en British Medical Journal pleiten respectievelijk hoofdredacteur Richard Horton en hoogleraar farmaco-epidemiologie Stephen Evans voor een sterke scheiding tussen registratieautoriteiten en bewakers van bijwerkingen.

‘De scheiding van de marktautorisatie van geneesmiddelen en het postregistratie-onderzoek naar bijwerkingen is belangrijk. Anders krijg je namelijk de situatie dat een instelling het eigen handelen controleert’, zegt Kees van Grootheest, directeur van het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb. ‘In de Verenigde Staten wordt de invloed van de industrie ook als argument genoemd. Zonder iets over de Europese registratieautoriteiten te willen zeggen, kan ik wel stellen dat wij in ieder geval geen enkele band hebben met de industrie. Lareb is van de beroepsgroepen en van de patiënten.’

In de Geneesmiddelenwet wordt de wijziging een bevestiging van de bestaande situatie genoemd. ‘Eigenlijk verandert er niets’, reageert CBG-woordvoerder Ilona van den Brink. We kregen van de minister altijd al het mandaat om de subsidie te verstrekken. Straks is er sprake van directe financiering. Het is een kleine technische ingreep. Voor het Lareb maakt het niets uit. Het registreren van bijwerkingen gebeurt zoals wij het willen. Voorlopig blijft alles bij het oude.’

Het is juist dit ‘voorlopig’ waarover Van Grootheest zich zorgen maakt: ‘Als het CBG in de toekomst besluit de registratie van bijwerkingen naar zich toe te trekken, krijg je nooit meer een onafhankelijk instituut.’ De nieuwe Geneesmiddelen­-wet wordt volgende week in de Tweede Kamer behandeld. << EJP