Laatste nieuws
Achter het nieuws

Bij ‘arbeidsarts’ kan iedereen terecht

8 reacties

Achter het nieuws

Arbeid en gezondheid zijn het best gediend met drie professionals: de bedrijfsarts, de verzekeringsarts en een nieuwe professional, de arbeidsarts. Een door de federatie KNMG ingestelde commissie komt binnenkort met een advies.

Een gemeenschappelijke visie van alle artsenorganisaties op het verband tussen arbeid en gezondheid en de positie van de arts daarin, die was er niet. Maar die komt eraan. Gerrit van der Wal, voormalig inspecteur-generaal voor de gezondheidszorg, is onafhankelijk voorzitter van een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van alle KNMG-federatiepartners die een dergelijke visie heeft ontwikkeld. ‘Daar is grote behoefte aan’, zegt hij, ‘en niet alleen bij de NVVG en NVAB (verenigingen voor verzekerings- resp. bedrijfsgeneeskunde, red.). We zijn van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving geëvolueerd – en de dokter moet zich daar rekenschap van geven.’

Deze maand nog zal het unanieme advies gereed zijn; vervolgens wordt het aan de federatiepartners voorgelegd en komt het in het KNMG-bestuur. Naar verwachting is deze fase dit najaar afgerond.

Gebrekkige samenwerking

Vooruitlopend daarop schetst Van der Wal alvast enkele hoofdlijnen van het advies en de kwesties waarop het een antwoord wil geven. Die klinken bekend. Ten eerste: door vergrijzing van de arbeidsmarkt komen er naar verwachting meer werkenden met een chronische aandoening. Ten tweede: de arbeidsmarkt flexibiliseert en dat betekent minder beschermde arbeidsomstandigheden en minder continuïteit in de begeleiding van werkenden. Nu heeft 20 tot 25 procent van de werknemers geen toegang tot een bedrijfsarts, net zoals ruim 1,4 miljoen zzp’ers, circa 590 duizend werklozen en het grote leger van vrijwilligers. Bovendien wringt het dat aan de werknemers die wel toegang hebben tot de bedrijfsgezondheidszorg, een deel dat pas heeft bij verzuim. Bij hen voorziet het contract van hun werkgever met de bedrijfsarts of arbodienst niet in de mogelijkheid om al naar de bedrijfsarts te gaan met gezondheidsklachten voordat er sprake is van verzuim.

Er zijn meer bekende klachten: in de curatieve zorg bijvoorbeeld is te weinig oog voor arbeid als determinant voor ziekte en gezondheid. En sinds jaar en dag wordt er geklaagd over de gebrekkige samenwerking tussen de curatieve sector en de sociaal geneeskundigen, maar ook tussen bedrijfs- en verzekeringsartsen onderling. En last but not least, bedrijfs- en verzekeringsartsen zouden twee heren dienen: ze moeten immers zowel het belang van de zieke werknemer/patiënt of de arbeidsongeschikte dienen als dat van de werkgever of uitkeringsinstantie/verzekeraar. Dat kan mensen wantrouwend maken.




Reacties

Verzekeringsarts Desiree Wierper – medisch directeur van Ergatis expertisecentrum op het gebied van arbeid en gezondheid – vindt de drie uitstroomprofielen ‘helemaal geen goed idee’. ‘Het punt is dat nu de verzekeringsarts en de bedrijfsarts elkaar vaak al niet begrijpen; een derde erbij maakt het nog ingewikkelder. Beperk je daarom tot één uitstroomprofiel: arts arbeid en gezondheid. Die moet verstand hebben van begeleiden en beoordelen, en die kan dan als zodanig bij een arbodienst werken, voor een verzekeraar of het UWV, of zich inzetten voor zzp’ers en andere groepen.’ Haar collega Bas Tomassen vult aan: ‘En belast de Zorgverzekeringswet hier niet mee. De arts arbeid en gezondheid die voor zzp’ers en werklozen werkt, moet je financieren uit de gemeentekas – dat sluit ook mooi aan bij de Participatiewet die de gemeenten aanzet mensen en arbeid dichter bij elkaar te brengen. Ik denk niet dat zulke drastische maatregelen nodig zijn: het merendeel van de zieken kan immers binnen enkele dagen zijn werk geheel of gedeeltelijk hervatten, maar 5 procent kan dat niet, en na een halfjaar is dat percentage geslonken tot 2,5. Bovendien: slechts 20 procent van de werkende bevolking heeft nu geen bedrijfsarts.’

Rob Hoedeman, bedrijfsarts bij ArboNed, vindt het wel een goed plan en geeft het een goede kans. ‘Het vervult een behoefte, omdat het aantal zzp’ers alleen maar toeneemt. Zij kunnen straks dus de arbeidsarts consulteren. Het is geen goede zaak als werknemers met een vaste bedrijfsarts via de werkgever de arbeidsarts voor een second opinion kunnen consulteren. Dat kan tot verschillende adviezen leiden in die gevallen waarin de arbeidsarts geen directe informatie heeft over werkomstandigheden; zijn beoordeling zal zich dan, vermoed ik, noodgedwongen vooral toespitsen op het medische aspect. En dat is jammer.’




Drie beroepsprofielen

De commissie zal met een aantal voorstellen komen om deze kwesties het hoofd te bieden. Zo moet de relatie tussen arbeid en gezondheid een essentieel bestanddeel worden van het medische opleidingscurriculum en praktijk. Zoals artsen naar familieomstandigheden vragen, zouden ze ook standaard naar het werk van een patiënt moeten vragen. Maar meest in het oog springt het voorstel om het specialisme arbeid en gezondheid van drie profielen of rollen te voorzien: bedrijfsartsen, werkend in opdracht van een bedrijf, verzekeringsartsen die werken in opdracht van het UWV of een particuliere verzekeraar, én de nieuwe functie van arbeidsarts, werkend in de eerste lijn en bedoeld voor alle werkenden, meer speciaal voor die mensen die nu geen toegang hebben tot de bedrijfsarts.

De nieuwe functie zou betaald moeten worden uit de Zorgverzekeringswet. Van der Wal: ‘In principe kan dat zonder wijziging van het zorgstelsel.’ De middelen die minder nodig zijn voor de reguliere arbozorg, houden de meerkosten die gemaakt worden door de ‘arbeidsarts’ in de eerste lijn in evenwicht, aldus Van der Wal. ‘Het kan dus ook grotendeels budgettair neutraal.’ ‘Grotendeels’, want hij plaatst wel een kanttekening: ‘Door de komst van de arbeidsarts zal het aantal mensen dat bedrijfsgeneeskundige zorg krijgt groeien, en dus zullen er wel wat extra middelen nodig zijn.’ Hij ziet de komst van de arbeidsarts ook als een uitkomst voor mensen die geen groot vertrouwen hebben in hun bedrijfsarts en een second opinion willen. Ook hier plaatst hij een kanttekening: ‘Een mogelijk neveneffect is dat mensen gaan shoppen. Dat moeten we uiteraard voorkomen.’

Vraag is in hoeverre arbodiensten de komst van de arbeidsgeneeskundige zullen opvatten als een bedreiging van hun positie. Van der Wal: ‘Ze zullen zich heus wel even achter de oren krabben. Maar hopelijk zullen ze het net als wij toch vooral zien als een verrijking van het gehele specialisme arbeid en gezondheid.’

Taaie kwestie

Wat de gebrekkige communicatie tussen artsen arbeid en gezondheid en artsen in de curatieve zorg betreft, heeft de commissie niet dé oplossing, geeft Van der Wal toe. ‘Toch denk ik dat we kansrijker zijn dan ooit tevoren. Ten eerste zeggen we: frapper toujours. Soms is iets een taaie kwestie en dan blijkt uiteindelijk toch verandering mogelijk – als je maar volhoudt. Kijk hoe antirookcampagnes op de lange duur toch succes hebben geboekt. Verder heerst in de curatieve sector vaak het idee dat het delen van medische gegevens met de bedrijfs- of verzekeringsartsen niet mag, omdat die ze aan hun opdrachtgevers zouden kunnen doorgeven. Inderdaad moet je daar voorzichtig mee zijn. Maar het ligt wel genuanceerd. Zo mag je prognoses over levensverwachting, de aandoening als zodanig en de daarmee gepaard gaande beperkingen best uitwisselen. Met prognoses ten aanzien van arbeidsbeperkingen en arbeidsongeschiktheid moet je inderdaad terughoudend zijn. De nieuwe arbeidsarts zou daarbij indien nodig als mediator of adviseur kunnen optreden.’

Van der Wal heeft al met al een goed gevoel bij het advies: ‘Als de federatie-partners de visie straks overnemen, dan moeten we arbeid terug gaan zien in de richtlijnen van alle medische disciplines, en hopelijk op termijn ook in de kwaliteitsindicatoren en de toetsing daarvan.’

Henk Maassen

h.maassen@medischcontact.nl

@medischcontact.nl

 

Beeld: Kees van de Veen, Hollandse Hoogte
Beeld: Kees van de Veen, Hollandse Hoogte
Pdf van dit artikel
Achter het nieuws
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Vosters

    arts Maatschappij en Gezondheid, AMSTERDAM Nederland

    Is het voorstel van commissie van der Wal de oplossing van een aantal problemen. Zelf ziet de commissie de veranderende samenleving (participerend), meer chronische aandoeningen en flexibilisering van de arbeid als belangrijkste problemen. Ik zou daa...r werkeloosheid, het ontbreken van een zinvolle dagbesteding en toename vrijwilligerswerk aan toe willen voegen. Ik vrees echter dat door een derde discipline toe te voegen de problemen eerder groter dan kleiner zullen worden. Ik wil daarom pleiten voor de medisch specialist voor arbeid en gezondheid (de arbeidsarts), die de volgende mogelijke werkgevers heeft: verzekeraars (verzekeringsgeneeskundigen, UWV), bedrijven en gemeenten (vrijwilligersorganisaties, werkelozen en bijstandsgerechtigden). Door deze specialisten samen op te leiden en in één wetenschappelijke/ beroepsvereniging onder te brengen komt er meer samenhang, samenwerking en onafhankelijkheid.

  • W.J. Duits

    Bedrijfsarts, HOUTEN Nederland

    Laten we er nog eens een arts naast zetten, een arts die echt verstand van zake heeft, een arts die kan nadenken. Zegt dit niet iets over opleidingsniveau en intelligentie van een arts? Ik neem aan dat die punten wel op orde zijn. Een arts die bereid... is verder te kijken dan zijn neus lang is, dat is een competentie die je moet hebben, een onderzoekende houding moet je hebben, m.i. niets nieuws.
    De bedrijfsarts is officieel Arts voor Arbeid en gezondheid. ZZP-ers kunnen prima bij de bedrijfsarts terecht, dan kunnen ze gewoon een afspraak maken. Misschien dat een verzekeraar daar een voorziening voor kan treffen, zodat de kosten niet ineens hoeven te worden gemaakt door de ZZP-er. De mogelijkheid is er al. Waarom er dan iemand bij zetten? En dan dat gesukkel over de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts, omdat kennelijk te veel naar TV en de Telegraaf wordt gekeken, is de mythe ontstaan dat de Bedrijfsarts niet onafhankelijk is, mede gevoed door de FNV. Natuurlijk ben ik afhankelijk van mijn opdrachtgevers, als het aankomt op het betalen van mijn facturen. Maar als ik mijn professionele onafhankelijkheid daarmee los laat, dan ben ik voor niemand iets waard, noch voor de werkgever, noch voor de werknemer. Dus laten we met dat gezeur nu eindelijk eens ophouden. De verzekeringsarts is dichterbij de bedrijfsarts gekomen door de stelsel wijziging, maar is dat reëel en wenselijk? De huidige indruk is dat de verzekeringsarts zo ver van de werkvloer is komen af te staan, dat het eigenlijk nog de vraag is of het specialisme verzekeringsgeneeskunde nog wel onder Arbeid en Gezondheid moet vallen? Het doen van verzekeringsgeneeskundige beoordelingen gaat om heel andere zaken dan Arbeid. Het gaat om de afweging of er sprake is van medische problematiek, of er sprake is van beperkingen als gevolg van deze medische problematiek, niet meer en niet minder. De enige link die de verzekeringsgeneeskunde nog heeft met de Arbeid is via de Arbeidsdeskundige.
    Kortom een heel slecht plan

  • A.G. Sangster

    zelfstandig bedrijfsarts, NIJEVEEN Nederland

    Als je je als bedrijfsarts primair als dokter opstelt komen medewerkers altijd zelf naar je toe met elke vraag.
    In elk contract moet daar ruimte voor zijn. Ik ken het bedrijf en kan daardoor beter meedenken in oplossingen. Voor een arts op afstand is... dat lastig.
    Ook ZZP-ers weten me te vinden zo nodig.
    Kwestie van herkenbaarheid en organiseren.

  • G. Koster

    bedrijfsarts, GRONINGEN Nederland

    Onder de titele "de arbeidsarts voor alle werkenden" presenteert de commissie van der Wal vol trots het resultaat van haar inspanningen. Als ik het lees is het eerste dat bij mij opkomt: dit is een oplossing voor een niet bestaand probleem (zoals zo ...vaak helaas).

    Zeker, veel ZZP-ers hebben geen toegang tot een bedrijfsarts (maar veel ZZP-ers zijn ook niet tegen arbeidsongeschiktheid verzekerd, en ontzeggen zichzelf daarbij ook toegang), een percentage werknemers in loondienst heeft geen toegang tot de bedrijfsarts, maar los je dit op door er nog een dokter bij "te maken". En zo ja, waarin verschilt die dokter dan van de bedrijfs- en/of verzekeringsarts? Heel eerlijk gezegd zie ik het verschil in belasting en belastbaarheid niet tussen een ZZP-er en een werknemer in loondienst.

    En zeker: de samenwerking tussen de bedrijfsarts en zijn curatieve collega's (en v.v.) kan veel beter; niet alleen is dat al jaren een bekend probleem, maar los je dat op door er nog een dokter bij te zetten?

    Op alle bovenstaande vragen is m.i. het antwoord hardgrondig nee.

    Waarom wordt er niet gebruik gemaakt van de aanwezige deskundigheid, en ervoor zorgen dat deze ook beschikbaar komt voor ZZP-er en die groep van werknemers die onvoldoende toegang hebben? Daar is naast politieke wil, ook gewoon regelen voor nodig. Als financiering een probleem is: AOV-en zijn zo duur dat daaruit best consulten van bedrijfsartsen betaald zouden kunnen worden. Waarom de zorgverzekeringswet daarmee belasten?

    En inderdaad, met collega Algra ben ik het eens dat het heel eenvoudig is voor de meeste van onze collega's een paar eenvoudige vragen over werk te stellen om een redelijke indruk te krijgen.

    Alles overziende: nogmaals wordt er m.i. een oplossing gezocht bij een niet bestaand probleem. Overigens is het ook nog vreemd dat een KNMG commissie zich hierover buigt, alsof de beroepsgroepen van bedrijfs- en verzekeringartsen dat niet zouden kunnen doen. Heeft van der Wal wellicht een curatieve achtergrond?

  • algra

    zelfstandig bedrijfsarts - adviseur- blogger, rotterdam

    De Commissie van der Wal begint aan het achtereind van de oplossing - een nieuwe dokter,én collectieve financiering vanuit basispakket. Dat is ook precies het niet-tot-weinig beïnvloedbare deel van de zaak, want grotendeels politiek bepaald. Bewuste ...keuze ?

    Waarom niet gestart bij voorkant van de oplossing ? Dat stuk waar de artsen juist wel wat over te zeggen hebben. Wat let de KNMG-NVAB-NVVG om daar meters in te maken ?

    Betere samenwerking, betere afstemming, en meer kennis over de relatie werk en gezondheid. Dat krijg je niet door rapporten te schrijven en convenanten te sluiten, maar door gewoon te doen.

    Zomaar een aantal praktische suggesties:

    1. Doorvragen naar werk
    Elke huisarts en medisch specialist kan op het spreekuur naar het werk vragen. Bijvoorbeeld met de volgende drie vragen:

    a. wat voor werk doet U ?
    b. is dat mooi werk ? beetje plezier erin ?
    c. denkt U dat deze klachten mogelijk met het werk van doen hebben ?

    Binnen 1 minuut weet U zoveel meer.
    Stelregel: als je er niet naar vraagt, weet je het ook niet.

    2. Bij twijfel en/of vragen door verwijzen naar bedrijfsarts

    Elke werknemer heeft een bedrijfsarts. Daarnaast: er zijn 1750 bedrijfsartsen verdeeld over heel Nederland, werkend bij arbodienst of als zzp-er. Overal dus.

    Zzp-ers kunnen zo een afspraak maken. Kwestie van bellen. Net als bij elk ander advies/dienst. De bedrijfsarts gaat er graag mee aan de slag, want dat is zijn/haar beroep/vak

    3. Kennis vergroten - maak toegankelijke website werk en gezondheid

    Er is kennis in overvloed beschikbaar. Ontwerp eenvoudige website waarin hoofdzaken over relatie werk en gezondheid staan. Niet moeilijk, zo gedaan.

    4. Samenwerking
    Dat leer je het beste aan de hand van (leerzame) casuïstiek. Mailen, bellen en afstemmen dus.

    Hier heb je geen stelselwijziging voor nodig. Wel de wil écht meters te willen maken.

  • R.U. Melchers

    bedrijfsarts, HOUTEN Nederland


    Hier word ik toch niet zo blij van.

    Inderdaad... in arboland hebben we het probleem van de oordelende bedrijfsarts die ook zorgtaken wil (moet ?) uitvoeren.
    De KNMG stelt sinds 1950 dat dat NIET kan: zorgen voor en het beoordelen van een patiënt/we...rknemer door een erts kan niet omdat het vertrouwen in een zorgrelatie gekoesterd moet worden worden! Immers een beoordelingsrelatie wordt eerder gekenmerkt door wantrouwen. Zie mijn blog op de site van Medisch Contact van september vorig jaar.

    De creatie van een zorgende arbeidsarts naast de oordelende bedrijfsarts lost dit probleem dus op!

    Maar laten we eerst een kijken hoe die second-opinionbedrijfsarts zich gaat ontwikkelen.
    De werknemer krijgt immers recht op een eigen bedrijfsarts als de wijziging in de arbowet van kracht wordt.
    Volgende week wordt de wet plenair in de Tweede Kamer besproken. Het lukt, denk ik, niet om de wet door de Eerste Kamer en in de Staatscourant te krijgen vóór 1 juli.

    Dat betekent dan dat de werknemer vanaf 1 oktober zijn eigen bedrijfsarts uitkiest.

  • algra

    zelfstandig bedrijfsarts - adviseur- blogger, rotterdam

    MC journalist Henk Maassen brengt helder in beeld hoe - ondanks alle mooie woorden en wellicht met de beste bedoelingen - dit nieuwe idee van de KNMG en NVAB een echt tekentafelplan is. Hoe ondoordacht. Lees tussen de regels door en verwonder U.

    Wan...t: wat is de meerwaarde van deze nieuwe arbeidsarts ? Welk probleem wordt daarmee opgelost ? Met welke zorgvraag komt een stagiaire, mantelzorger, schoolverlater, werkloze bij deze arbeidsarts ? En: wat heeft de arbeidsarts daarbij meer te bieden dan een huisarts of praktijk ondersteuner ? Deze kernvraag wordt niet beantwoord.

    Daarnaast: waarom zou dit uit het basispakket Zvw betaald moeten worden. Waarom zou de Nederlandse zorg premiebetaler hiervoor moeten opdraaien ? Waarom zou een 16 minner en 67 plusser mee moeten betalen aan dit idee ? Het ondergraaft het solidariteitsbeginsel en de risicoverevening.

    Geen stelselwijziging ?

    En hoezo budgettair neutraal ?
    Lees het meest intrigerende zinnetje in dit artikel: 'de middelen die minder nodig zijn voor de reguliere arbozorg houden de meerkosten die gemaakt worden door de arbeidsarts in de eerste lijn' in evenwicht. Het kan dus grotendeels budgettair neutraal'

    Tja, macro bekeken is dat misschien wel zo, maar micro bekeken pakt dat natuurlijk heel anders uit (zoals daling omzet van arbodiensten), want het zijn allemaal verschillende geldstromen en andere potjes. Een nogal gemakkelijke en gratis opmerking.

    Afsluitend: van der Wal heeft er een 'goed gevoel' bij. Mooi - boter bij de vis dan maar ?

    Ik daag de commissie van der Wal uit om te 'bewijzen' dat het een briljant plan is. Laat zien dat er een echte business case van te maken is. Leg de rekening niet bij anderen, maar investeer met eigen middelen én laat zien dat het echt levensvatbaar idee is. Aan de slag dus met de nieuwe KNMG- NVAB franchise formule: de arbeidsarts. Wie wil er in participeren en investeren ?


    Per slot van rekening geldt ook in de zorg het principe van managed competition.


    Ik pas.

  • algra

    zelfstandig bedrijfsarts - adviseur- blogger, rotterdam

    Ter zijde of mogelijk juist to the point ?

    Commissie voorzitter van der Wal geeft aan 'goed gevoel' bij het advies te hebben. Hij moet een erg positief ingesteld persoon zijn.

    Want uit de wandelgangen wordt juist - de afgelopen weken - vernomen da...t binnen de werkgroep zeer verschillend over een aantal thema's wordt gedacht. Kortom: er is geen sprake van unanimiteit, maar juist van (grote ?) verdeeldheid.

    Grote kans dat dit plan/idee/advies exact dezelfde weg aflegt als het SER advies Betere zorg voor werkenden. Strandend in een moeras van verdeelde meningen, zoals zo fraai verwoord in het advies met de zinsneden: volgens 'dit deel van de raad', maar 'het andere deel van de raad 'denkt ..., terwijl weer 'het nog andere deel van de raad' ...

    Het zou de werkgroep sieren daar - bij het uitbrengen van het eindrapport - helderheid over te verschaffen.

    Hoeven we (verder) geen verstoppertje (meer) te spelen. Gewoon open kaart. Transparant.


 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.