Laatste nieuws
8 minuten leestijd
levenseinde

Is stoppen met eten en drinken geen zelfdoding?

12 reacties

OPINIE

KNMG te gemakkelijk over steunende taak van arts

Volgens een recente KNMG-handreiking horen artsen patiënten bij te staan die bewust willen versterven. Gek eigenlijk, zegt specialist ouderengeneeskunde Ina van den Brink, want als iemand van een flat wil springen doen we alles om dat te voorkomen.

Afgelopen januari bracht de KNMG een nieuwe handreiking uit, met de titel: ‘Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen’. Het is goed dat
er vanuit onze beroepsgroep een handreiking wordt geformuleerd voor dit fenomeen dat steeds vaker voorkomt in onze samenleving. Wat echter opvalt is dat het proces beschreven wordt als ieder ander ziektebeeld dat leidt tot de dood, terwijl het toch principieel iets anders is. Het lijkt erop dat het streven vooral was om de oprukkende maatschappelijke moraal in dezen ‘medisch’ te regelen.
De vraag óf het stoppen met eten en drinken überhaupt een goede weg is wordt buiten beschouwing gelaten. En daardoor wordt er stilzwijgend mee ingestemd. Stilzwijgend, want de ethische en juridische aspecten van die vraag komen slechts marginaal aan de orde.

Boven de 60 jaar
Als iemand jonger is dan 60 jaar moet volgens de handreiking het bewust afzien van eten en drinken worden afgeraden, tenzij er sprake is van een levensbedreigende ziekte. Dat criterium geldt niet
bij mensen boven de 60 jaar. De argumentatie hierbij staat in een voetnoot: omdat vrijwel alle in de literatuur beschreven patiënten ouder zijn dan 60 jaar of een levensbedreigende ziekte hebben. Jongere patiënten in een goede algehele conditie zien vermoedelijk geen kans om niet te gaan drinken, omdat ze meer dorstsensatie hebben dan oudere mensen en hun nieren beter in staat zijn om vocht vast te houden. Met de medische onderzoeksgegevens die in de handreiking genoemd worden is deze stellingname nogal willekeurig en zeer matig onderbouwd: er wordt slechts één onderzoek genoemd, waarbij de gevolgen bij zeven gezonde oude mannen vergeleken zijn met zeven gezonde jonge mannen die slechts 24 uur niet drinken. Dat ouderen minder dorst ervaren als ze 24 uur niet drinken en dat de nieren van ouderen beter vocht vast kunnen houden zal waar zijn. Maar dat we als artsen medisch gezien alleen op basis van dit gegeven tegen een 60-jarige gezonde goed doorvoede persoon kunnen zeggen dat we hem kunnen steunen in zijn keuze om bewust af te zien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen, gaat wel enkele bruggen verder. En als iemand 35 is hoeven we het alleen maar af te raden. Verder kunnen we het hele proces precies zo doorlopen als bij een zwakke, cachectische 85-jarige.

Weigeren van behandeling
Het bewust stoppen met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen wordt in de handreiking gelijkgesteld met het weigeren van een behandeling. Het is zeer de vraag of dat terecht is. Als we deze lijn doortrekken behandelen we onszelf dagelijks, worden er vele behandelingen gestart door mensen die daartoe niet bevoegd zijn en is een supermarkt een farmaceutisch bedrijf. Als we iemand die kiest om te stoppen met eten en drinken voor de dood willen behoeden, kan het wel zijn dat er behandelingen nodig zijn, maar daarmee is het eten en drinken zélf nog geen behandeling. Iemand overlijdt niet aan zijn ziekte die hij niet behandeld wil hebben, maar aan het bewust niet eten en drinken óm te overlijden. Hiermee valt er een juridische pijler onder het betoog van de handreiking weg.

Zoek de verschillen
De handreiking benadrukt dat er een verschil is tussen (hulp bij) zelfdoding en iemand bijstaan die bewust stopt met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen. Hiervoor worden de nodige argumenten aangedragen. Ook hier wordt betoogd dat bewust afzien van eten en drinken juridisch gezien vergeleken kan worden met het weigeren van een behandeling. Verder wordt aangedragen dat een patiënt terug kan komen op zijn besluit en dat afzien van eten en drinken ‘een keuze voor de dood is maar geen zelfdoding’.
Echter, als iemand boven op een flat staat wordt er alles aan gedaan om te voorkomen dat hij eraf springt. Bij kans op een recidief wordt iemand opgenomen. Wanneer iemand te veel pillen slikt wordt hij met spoed naar de SEH gebracht om de maag leeg te pompen. Als dit in een (psychiatrische) instelling gebeurt is er ook kans dat de inspectie zich ermee gaat bezighouden. Maar als iemand met hetzelfde doel besluit om te stoppen met eten en drinken dan gaan we er naast zitten en leggen we uit wat er gaat gebeuren en doen we alles om de klachten dragelijk te houden. En als het te zwaar voor iemand wordt brengen we hem in slaap, zodat het laatste stuk gemakkelijker voor hem wordt. We begeleiden de zelfdoding, we bieden de hulp die nodig is om de keuze voor de dood tot ‘een goed einde’ te brengen. Als iemand komt te overlijden aan eerstgenoemde acties dan is het een onnatuurlijk overlijden. Als iemand overlijdt omdat hij stopt met eten en drinken is het een natuurlijke dood. Zoek de verschillen. Op basis waarvan besluit de handreiking dat het één wel zelfdoding is en dus onnatuurlijk overlijden en het ander niet? ‘Zelfdoding wordt geassocieerd met een actieve, gewelddadige, eenzame en vaak impulsieve daad.’ Helaas is dat regelmatig het geval, maar even zo vaak is het een bewust gekozen en zorgvuldig voorbereide keuze. En ook dan heet het zelfdoding en is het een onnatuurlijk overlijden. De handreiking hanteert de definitie van het CBS: het is zelfdoding als ‘het slachtoffer zelf een handeling heeft verricht met als uitdrukkelijk doel zichzelf het leven te benemen’ en ‘hij die een ander bij zelfdoding behulpzaam is’ is strafbaar aan hulp bij zelfdoding.

Verontrustend
Menig arts zal de gevolgen van de snel veranderende moraal in de samenleving ervaren. De uitkomsten van het onderzoek naar de gevolgen van de euthanasiewet zijn onlangs bekend geworden. Euthanasie wordt steeds meer gezien als een recht en artsen ervaren een toenemende druk vanuit de patiënt om ‘aan dat recht’ tegemoet te komen. Als hospicearts ervaar ik dezelfde ontwikkeling rondom palliatieve sedatie. Sedatie is bedoeld om ernstige onbehandelbare symptomen te bestrijden, maar de vraag wordt steeds vaker gesteld om het in te zetten om het laatste stukje niet bewust te hoeven meemaken. En ook op dat gebied wordt de wens steeds vaker geuit als een recht of zelfs een eis. Ik vind het een zeer verontrustende gedachte, maar denk dat met deze handreiking de euthanasiewet over tien jaar nagenoeg overbodig wordt. Immers, iemand kan stoppen met eten en drinken en als het na een paar dagen te zwaar wordt kan hij gesedeerd worden. Hij heeft de garantie dat hij binnen drie weken overleden is. De euthanasieprocedure duurt vaak langer en is intensiever voor de patiënt en voor de arts. Er moet een tweede arts bij komen, er is een risico dat het verzoek afgewezen wordt én het is een papieren rompslomp met juridische toetsing achteraf. Kortom, er is weinig reden meer om te kiezen voor euthanasie. En daarmee is dat wat nu onder het strafrecht valt dan ingebed in het normaal medisch handelen.

Zoektocht naar zingeving
Een nog huiveringwekkender gedachte is dat door deze handreiking psychiatrische behandeling minder nodig zal zijn. Iemand die depressief is en echt niet verder wil, hoeft geen behandeling meer aan te gaan, maar kan stoppen met eten en drinken en de hulpverleners zullen hem hierbij begeleiden naar het einde.
Maar het meest ingrijpend zal de impact zijn voor mensen die vechten tegen hun depressie en doodswens. Die vechten tegen hun eenzaamheid en hun toenemende afhankelijkheid. Die vechten tegen hun gevoelens van minderwaardigheid en nutteloosheid. Door de escape van de dood te vergemakkelijken is er meer moed nodig om de zoektocht naar zin-geving van het eigen bestaan aan te gaan. Tot het uitkomen van deze handreiking hadden ze de wet én de hulpverleners achter en naast zich staan in hun strijd, als bescherming en als stimulans. Met deze handreiking is dat niet meer zo vanzelfsprekend. Het is zoals een specialist ouderengeneeskunde onlangs tegen me zei: in plaats van de eenzaamheid uit te bannen, bannen we de eenzame mens uit.

Maatschappelijk debat
Met deze handreiking gaat er een cruciale wissel om in onze samenleving. De keuze voor de dood is een verantwoorde keuze geworden en de begeleiding daarbij wordt normaal medisch en verpleegkundig handelen. Er is geen enkele ethische of juridische afweging meer nodig. Is het juist dat zo’n belangrijke wissel met ingrijpende consequenties voor de samenleving door één beroepsgroep omgezet kan worden? Nee, een maatschappelijk probleem met vele ethische, juridische en sociale consequenties kan niet zomaar als een medische handeling worden geprotocolleerd. En het recht op zelfbeschikking mag niet stilzwijgend de alles overstijgende norm worden.
Daarnaast pleit ik ervoor om het overlijden van iemand die bewust gekozen heeft om niet meer te eten en drinken als een onnatuurlijk overlijden te blijven zien. Niet omdat ik zit te wachten op de rompslomp die dat met zich mee brengt, maar om daarmee helder en expliciet te zijn, voor onszelf en voor de samenleving, over wat er binnen de gezondheidszorg gebeurt.
Deze handreiking vraagt om juridische toetsing én een breed maatschappelijk debat.

Ina van den Brink
specialist ouderengeneeskunde en hospicearts, zorgorganisatie Opella, Bennekom

contact: ivdbrink@opella.nl; cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld



Reactie KNMG

Zoals je iemand op een flatgebouw wél tegenhoudt om te springen, zullen we een wilsbekwaam iemand nooit dwingen tot kunstmatige vocht en voeding. Het gaat hier immers om een medische handeling die niet onder dwang gegeven mag worden. Dit is een essentieel verschil. Artsen en verpleegkundigen worden in de praktijk geconfronteerd met patiënten die bewust hebben besloten te stoppen met eten en drinken, reden waarom artsen, patiënten en verpleegkundigen na brede landelijke consultatie tot deze handreiking zijn gekomen. De handreiking is bedoeld om in een dergelijke situatie concrete handvatten te bieden om de patiënt professioneel te kunnen begeleiden en goede zorg te bieden. Natuurlijk gaan artsen allereerst serieus in op de doodswens en verkennen zij de achterliggende hulpvraag. De uitkomst van dit gesprek kan zijn dat de arts probeert om de patiënt op andere gedachten te brengen, bijvoorbeeld door het lijden op andere manieren te verlichten. Volhardt de patiënt echter in het besluit en geeft hij geen toestemming voor andere behandelingen, dan is het de professionele plicht van de arts om het lijden van de patiënt adequaat en proportioneel te verlichten – ook als de arts het niet eens is met het besluit van de patiënt.

Aart Hendriks
directeur beleid a.i. van de KNMG


 



Meer info


Lees ook

• Niet eten en drinken vereist medische zorg  (12 januari 2015)
• Zorg na afzien van eten en drinken niet verplicht (8 januari 2014)
• Zelfeuthanasie als stil protest (3 juni 2010)
• Arts heeft rol bij versterven (1 maart 2010)

Dossier Levenseinde

© Hollandse Hoogte
© Hollandse Hoogte
<b>Download dit artikel (PDF)</b>
levenseinde opinie ouderen zelfdoding ethiek versterven
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Wendy Engel

    HBO verpleegkundige en werkzaam in de wijkverpleging,

    In de voorlaatste alinea staat: 'Hij heeft de garantie dat hij binnen drie weken overleden is.' Echter staat in de richtlijn van Pallialine het volgende: 'Ervan uitgaande dat palliatieve sedatie nooit levensbekortend mag zijn en er tijdens de sedatie... geen vocht wordt toegediend, dient de geschatte levensverwachting van een patiënt, die continu en diep wordt gesedeerd, niet langer dan 1-2 weken te zijn. Bij een langere levensverwachting zal het niet toedienen van vocht het moment van overlijden namelijk beïnvloeden doordat de patiënt door uitdroging eerder zal overlijden dan anders het geval zou zijn geweest.' Mijn inziens komt dit niet geheel overheen met de inhoud van dit artikel.

  • van Haastrecht

    forensisch arrts, SWIFTERBANT Nederland

    In het verleden was er nog weleens een nieuwsbericht te lezen over uitgeprocedeerde asielzoekers die in hun wanhoop stopten met eten en drinken. De KNMG lijkt mij een handreiking te geven aan de artsen van het penitentiar hospitaal voor de begeleidin...g in het versterven van deze illegaal in Nederland verblijvenden. Ik hoop niet dat de handreiking ertoe leidt, dat niet langer alsnog en nu met grote zorgvuldigheid wordt nagegaan of een eerder weigeren van een verblijfsvergunning terecht was.

  • Ton Vink

    filosoof,

    Daar voeg graag twee opmerkingen aan toe. Ten eerste dat STED als zelfeuthanasie alleen geschikt is voor personen op hoge leeftijd, met een zwakke conditie en eigenlijk al uit zichzelf bezig (veel) minder te eten en te drinken. De leeftijd van zestig... jaar is daarbij aan een gevaarlijk lage kant. En ten tweede zou het goed zijn wanneer na een overlijden door zelfeuthanasie (ongeacht de vorm) in eerste instantie volstaan zou kunnen worden met een beoordeling door (huis)arts en forensisch arts en er pas andere autoriteiten aan te pas komen wanneer deze twee daar samen aanleiding toe zien.

    Ton Vink, praktijkvoerend filosoof en consulent voor Stichting de Einder, Velp, 17-5-2015.

  • Ton Vink

    filosoof,

    Zelfdoding door stoppen met eten en drinken? Een reactie.

    Soms is gebrek aan logica een zegen! Ina van den Brink (MC 15 mei), specialist ouderengeneeskunde, stelt n.a.v. de bijbehorende KNMG-handreiking de vraag “Is stoppen met eten en drinken [hier...na: STED] geen zelfdoding?” Vooreerst wijs ik er in deze korte reactie op dat haar vraag niet nieuw is. In Filosofie & Praktijk (2013, 3, pp. 20-49) ga ik in debat met ethicus Govert den Hartogh over vormen van zelfeuthanasie, waar ook STED toe behoort. Ook de vraag van Van den Brink komt daarbij aan bod. En in het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht (2014,3, pp. 193-201) gaat Den Hartogh in zijn commentaar op dezelfde KNMG-handreiking ook uitgebreid op de gestelde vraag in.
    Wat het antwoord op de vraag betreft: dat is helemaal niet gecompliceerd. Dat luidt namelijk “Ja”. De complicaties komen daarna. Letterlijk. Als vorm van zelfdoding resulteert zelfeuthanasie in een niet-natuurlijke dood. In ons systeem is het dan nog steeds zo dat de gewaarschuwde (huis)arts zijn collega de forensisch arts moet waarschuwen. Die laatste moet contact opnemen met de (hulp)officier van justitie en deze (hulp)officier stuurt vervolgens agenten en rechercheurs langs om door onderzoek en ondervraging vast te stellen of de aanwezige intimi geen strafbare bijdrage tot de zelfdoding hebben geleverd.
    De oproep van Van den Brink om overlijden na STED als niet-natuurlijk te blijven zien, is naïef. Ga maar na: het proces van STED duurt zo’n veertien dagen. De recherche zou dus een onderzoek moeten verrichten om vast te stellen of de over die periode door arts, intimi (partner, kinderen, etc.) en medewerkers van instellingen als buurtzorg of thuiszorg verrichtte handelingen, wel of niet gekwalificeerd moeten worden als strafbare hulp bij zelfdoding. Een risicovolle nachtmerrie voor alle betrokkenen.
    zie vervolg

  • I.A.J.M. Meekes

    Huisarts, WAGENINGEN Nederland

    -vervolg-
    Ik ben blij met de handreiking, want deze geeft houvast in de begeleiding. Een taak van een arts is immers ook deze patiënten naar beste vermogen zorg te geven en hen en familie bij te staan. U pleit ervoor dit als onnatuurlijke dood te zie...n. Het lijkt erop dat u hoopt dat patiënt en familie er vanaf zien door deze dreiging. De schandpaal als straf…. voor patiënt maar vooral de familie en de arts.
    Is het niet zo dat uw pleidooi vooral het dilemma weergeeft van een arts werkzaam in een organisatie met protestants-christelijke signatuur? Loopt u hier niet vooral tegen principes van uw organisatie dan wel uzelf aan? Dat kan en mag, maar wees daar eerlijk en duidelijk over naar patiënt en familie en verwijs door.

  • I.A.J.M. Meekes

    Huisarts, WAGENINGEN Nederland

    Geachte collega Van den Brink, beste Ina,
    In uw betoog gaat u uit van veronderstellingen, die naar mijn mening niet kloppen.
    De stelling dat het proces van euthanasie weken zou duren en het proces van niet-eten en niet-drinken (STED) niet, is onjuist.... Ik heb beide meerdere malen meegemaakt in mijn 20 jaren die ik werk als huisarts en kan uit ervaring zeggen dat dit niet zo is. Het besluit om tot STED is eigenlijk vaak een proces waar bijna meer tijd mee gemoeid is voor arts en patiënt dan euthanasie. De keren dat ik dit heb meegemaakt heeft een psychiater meebeoordeeld en/of is ook een palliatief consulenten team (PCT) betrokken. Zoals bij elk besluit dat het levenseinde betreft wordt aangeraden er een andere arts bij te betrekken. Er wordt aangeraden geen sedatie te beginnen zonder overleg met een PCT en als er twijfel is over de wilsbekwaamheid en/of er geen behandelbare psychiatrische aandoening is, met een psychiater.
    U stelt dat de handreiking een antwoord is op een vraag uit een verwende maatschappij waar lijden mooi moet verlopen en doodgaan niet thuis hoort. De handreiking zou het gemakkelijk maken voor artsen en patiënten een snelle oplossing te kiezen voor een levensprobleem. Ze zou de euthanasiewetgeving zelfs overbodig maken. Dit is naar mijn mening ook niet juist. Net als bij euthanasie kost besluitvorming en begeleiding bij STED veel energie en tijd, zoals hierboven betoogd, door informatie, overleg en voorbereiding. Ook het proces van versterven zelf duurt veelal een paar weken waarbij een patiënt elk moment waarvan hij/zij zich bewust is wordt geconfronteerd met de gevolgen van zijn besluit en er ook altijd op terug kan komen.
    Dit wegzetten als gemakkelijk doet geen recht aan de situatie. Zowel STED als euthanasie worden niet lichtzinnig gekozen, maar zijn altijd het gevolg van een weloverwogen besluit van patiënt, familie en arts. Het is goed voorstelbaar dat dit zwaar is, ook voor familie die een naaste ziet wegteren.
    zie vervolg

  • Dingeman Rijken

    forensisch arts, ZALTBOMMEL

    In reactie op onderstaande:

    Deze KNMG handreiking gaat niet over door ziekte verzwakte ouderen die al dan niet bewust het leven opgeven.

    In de handreiking staat hierover het volgende: “Bewust afzien van eten en drinken is wezenlijk anders dan het ...geleidelijk minder innemen van eten en drinken als onderdeel van een terminaal ziekte-proces of als gevolg van ouderdom, omdat dit geen actieve keuze van de patiënt is.”

    De handreiking gaat over ‘bewust afzien van eten en drinken’ in het kader van zelfdoding, zoals wordt toegelicht in dit voorbeeld: “het komt voor dat een patiënt bewust afziet van eten en drinken, omdat niet aan de zorgvuldigheidseisen voor euthanasie is voldaan. Soms vindt een indringende stervenswens geen gehoor bij de arts om een verzoek om euthanasie in te willigen.”

  • N. Baart

    co-assistent, ALMERE

    In de GGZ-richtlijn eetstoornissen staat o.a. het volgende:
    'Het verdient aanbeveling sondevoeding voor te schrijven bij patiënten die dreigen uitgeput te raken of bij wie hypoglykemieën zijn geconstateerd.'
    'Het toedienen van sondevoeding is geïnd...iceerd wanneer de weigering om voedsel tot zich te nemen leidt tot lichamelijk risico.'
    De werkgroep beveelt aan dat patiënten die niet (meer) in levensgevaar verkeren, maar voor voeding afhankelijk zijn van de sonde, omdat ze nog niet willen of durven eten, opgenomen worden op een daarvoor toegeruste gespecialiseerde afdeling voor de behandeling van eetstoornissen in de psychiatrie.'

    Kunnen we jonge, gezonde patiënten die willen versterven niet beter onder de categorie eetstoornis plaatsen? Dan is dwangbehandeling nl wel geïndiceerd.

  • G. Knops

    Huisarts, VALKENBURG LB Nederland

    Ina van den Brink laat hier, als inhouds- en ervaringsdeskundige, heel helder de dilemma's rond het zelfgekozen levenseinde en palliatieve sedatie zien. De reactie van de KNMG in de persson van Aart Hendriks gaat volledig voorbij aan de vraag waarom ...wij bij de zelfgekozen dood in het ene geval wel een SCEN-arts zouden moeten consulteren, en in het andere geval niet. De reactie doet ook geen recht aan de zorgvuldigheid waarmee een dergelijk proces gepaard zou moeten gaan. Ook ik heb geen behoefte aan juridische rompslomp rond een overlijden, maar realiseer me nu dat, wanneer de mogelijkheid van palliatieve sedatie in zicht komt, het wel fijn is dat ik mijn oordeel kan toetsen aan dat van een onafhankelijke collega. Dit ook zonder dat de euthanasievraag ueberhaupt beantwoord dient te worden. Het had voor de hand gelegen om dit als dwingende aanbeveling in de Handreiking op te nemen. Over de slotzin: het brede maatschappelijke debat zou zich mede mogen uitstrekken tot de huidige vormgeving van de juridische toetsing.

  • P.D.F. Frijns

    specialist ouderengeneeskunde en SCEN-arts, GELEEN Nederland

    Als een weldoorvoed iemand die niet (pre-)terminaal is, stopt met eten en drinken wordt dat vaak een lijdensweg. Deze stap is vooral zinvol als het leven op is en mensen op deze wijze kiezen om hun overlijden enigszins te bespoedigen. Als er sprake i...s van een behandelbaar probleem zal een arts kunnen overwegen om een gedwongen behandeling toe te laten passen.
    Als het sterven past in de levenfase kan accepteren dat het leven eindig is ook goede zorg zijn. Dat laatste vind ik heel erg passen bij onze functie als specialist ouderengeneeskunde.
    Hoewel sterven aan het eind van de rit heel natuurlijk is, kan er toch ondraaglijk lijden ontstaan die we moeten verlichten. Daarmee wordt het sterven toch nietonnatuurlijk en hoeven we dat niet tegen te houden?
    Tenslotte: als sterven niet natuurlijk gebeurt heet dat niet onnatuurlijk zoals in het artikel herhaaldelijk staat maar een niet-natuurlijke dood

  • Dingeman Rijken

    Forensisch arts, ZALTBOMMEL

    Prachtig betoog! Recentelijk heb ik als gemeentelijk lijkschouwer een dergelijke casus behandeld waarbij ik me heb verbaasd over het KNMG standpunt (zoals u benoemd: "er is geen enkele ethische of juridische afweging meer nodig").

    Met betrekking tot... niet-natuurlijke dood:

    Zowel in het KNMG standpunt ‘de rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde’ als de nieuwe handreiking wordt benadrukt dat “het overlijden van een patiënt die bewust is gestopt met eten en drinken wordt beschouwd als een natuurlijke dood” en dat “de gemeentelijk lijkschouwer niet hoeft te worden ingeschakeld.” Het is verbazingwekkend dat de KNMG hierbij gebruikt maakt van de definitie van zelfdoding van het CBS (!) en niet van de geldende, juridische definitie van niet-natuurlijke dood.

    Deze is opgesteld door de Geneeskundige Hoofdinspectie van de Volksgezondheid (1991) en luidt als volgt: “Ieder overlijden dat (mede) het gevolg is van uitwendig (fysisch of chemisch) geweld, ook wanneer dit niet door menselijk toedoen is veroorzaakt, alsmede overlijden waarbij sprake is van opzet of schuld.”

    Het standpunt van de KNMG is hier niet mee in overeenstemming. In voornoemde casus kwam ik tot de volgende conclusie: “In casu heeft betrokkene een duidelijke en weloverwogen keuze gemaakt bij een bestaande doodswens om zich middels versterven te suïcideren. Er is derhalve sprake van opzet en daaruit volgend betreft zijn overlijden een niet-natuurlijke dood.”

    Vanwege het KNMG standpunt is deze casus toentertijd besproken binnen de lokale groep van forensische artsen die allemaal tot dezelfde conclusie kwamen: niet-natuurlijke dood. Wellicht had de KNMG er goed aan gedaan om meer zorg te besteden aan de samenstelling van de commissie en keuze van geraadpleegde deskundigen.

  • W.J. Duits

    Bedrijfsarts, HOUTEN Nederland

    Geachte collegae, we hebben net een heel mooi traject afgesloten. Mijn schoonmoeder die 96 is geworden wilde niet meer eten en drinken, ze had de kracht er niet meer voor. Langzaam is ze naar haar einde gegaan. We zijn daarbij heel goed ondersteund d...oor de collega van het verpleeghuis waar ze werd verzorgd de terughoudendheid en steun die we ervaren hebben was goud waard.

    Waarom deze emotionele reactie? Collega's we hebben met individuele patiënten te maken, die in een familieband leven, of soms ook niet. We zullen elk individu moeten benaderen en hem of haar zo veel mogelijk recht doen aan zijn of haar wens. Laten we er geen "dictaat"van maken.

    Wat ons als familie heeft gesteund is dat wij samen met moeder hebben kunnen doen wat zij wilde. We hebben als familie ook wel de momenten gehad, dat moeder "haast"kon maken met sterven door haar palliatief te sederen, dat aanbod hebben we af kunnen slaan en we hebben ook de ruimte daartoe gekregen.

    Ik zou willen dat we de menselijke maat terugbrengen in onze Geneeskunde en dat we ons beseffen dat de "G" in KNMG staat voor "Geneeskunst", dat is menselijk mededogen, barmhartigheid en respect.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.