Laatste nieuws

Voorzitter met vakbondshart

Plaats een reactie

INTERVIEW

LAD-voorzitter Christiaan Keijzer: ‘Dienstverlening aan leden staat voorop’

Inwerken was niet nodig; hij maakte al ruim vier jaar deel uit van het centraal bestuur en de laatste twee jaar van het dagelijks bestuur. Sinds juni is Christiaan Keijzer voorzitter van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD).

Christiaan Keijzer werkt drie dagen per week in het Radboudumc als anesthesioloog, is voorzitter van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) en penningmeester van het federatiebestuur van de KNMG. Een paar uur na het interview zit hij de jaarlijkse ledenvergadering van de LAD voor, waar een statutenverandering moet worden goedgekeurd. De LAD is actief aan zestien cao-onderhandelingstafels in de zorg, is nauw betrokken bij de veranderingen die de vorming van de Federatie Medisch Specialisten met zich meebrengt, gaat daardoor opeens een klap meer artsen vertegenwoordigen, er zijn zorgen over decentralisatie van de jeugdzorg, kortom: genoeg te doen.

Op de een of andere manier lijkt één kwestie die Christiaan Keijzer zelf absoluut genoemd wil hebben tijdens dit interview, niet in dat rijtje te passen: de stagevergoeding voor coassistenten. Is dat nu zo’n belangrijk punt? ‘Ja, dat vind ik wel. Het is te gek voor woorden dat we dat niet voor elkaar krijgen. Het staat al jaren op de agenda, maar de werkgevers, vooral de ziekenhuizen, willen er niets van weten. Met de argumenten dat de co’s toch ook leren van hun stage, en dat ze later genoeg gaan verdienen. Maar daar gaat het niet om, het is een principekwestie: leerling-verpleegkundigen krijgen ook betaald tijdens hun stage, waarom coassistenten dan niet? Voor hen maakt die 250 euro in de maand wel degelijk wat uit, ze moeten hun kamerhuur opbrengen, en veel tijd voor een bijbaan is er niet. Terwijl zulke bedragen op de totale begroting van ziekenhuizen niets voorstellen. En ze doen veel werk. Kijk maar eens wat er gebeurt als ze er niet zijn, dan krijgen de specialisten het een stuk drukker. Als een co een goede anamnese afneemt, maakt dat mijn spreekuur een stuk efficiënter. Het is rechtsongelijkheid. En dan speelt mijn vakbondshart op.’ Hij hoopt nog tijdens zijn voorzitterschap de stagevergoeding geregeld te hebben, maar makkelijk zal dat niet zijn: ‘Principekwesties zijn veel moeilijker
dan een salarisverhoging van één of twee procent.’

Werkwijze op de schop
Keijzer is sinds juni voorzitter van de LAD, en is daarmee het gezicht van de organisatie die de belangen behartigt van de meer dan 16 duizend leden, van coassistent tot aios, van sociaal geneeskundige tot medisch specialist in dienstverband. Inwerken was niet nodig, hij maakte daarvoor al ruim vier jaar deel uit van het centraal bestuur en de laatste twee jaar van het dagelijks bestuur. Het centraal bestuur komt een aantal keer per jaar samen om te discussiëren over beleid. De voorstellen, begrotingen et cetera die daaruit voortkomen, worden aan de ledenvergadering voorgelegd, die een en ander meestal accordeert. Die werkwijze gaat op de schop: een grotere ledenraad gaat het centraal bestuur vervangen, en een driekoppig bestuur zal leiding geven aan de dagelijkse gang van zaken. Keijzer: ‘Het doel is dat de leden beter vertegenwoordigd worden, en dat de terugkoppeling naar de leden beter wordt. Niet spannend, wel belangrijk.’

Eenzelfde soort proces is gaande bij de KNMG, vertelt Keijzer: ‘Daar is de afgelopen jaren al veel veranderd, en dat is ook van belang. We moeten nu zorgen dat leden weten wat de rol van de KNMG is. Als we dat voor elkaar krijgen, helpt dat misschien ook bij het verhogen van de organisatiegraad, van het aantal dokters dat lid is.’ De toegevoegde waarde van de KNMG is groot, zegt Keijzer: ‘Op gebieden en zaken die vakoverstijgend zijn: ethiek, recht, opleiding en registratie, maar ook buitenlandbeleid én Medisch Contact, moeten we samenwerken. Op andere terreinen, zoals tarieven in de zorg, denk ik dat de partners juist zelf meer moeten doen, zo mogelijk met elkaar optrekkend. Wij werken bijvoorbeeld heel intensief samen met de Orde van Medisch Specialisten.’

Gezamenlijk belang
Dat klinkt logisch, maar was jaren geleden bijna vloeken in de kerk, zegt Keijzer: ‘Van oudsher bestreden we elkaar vaak, er zijn zelfs rechtszaken onderling gevoerd. De belangen waren destijds anders: wij vertegenwoordigden de mensen in dienstverband, de OMS vooral de vrijgevestigde specialisten. Maar dat is verschoven, inmiddels is het merendeel van de OMS-leden in dienstverband. Daarmee is ook een groter gezamenlijk belang ontstaan en is samenwerking logisch.’

Met de komst van de Federatie Medisch Specialisten Nederland (FMSN) wordt dat nog belangrijker. In die federatie zullen alle wetenschappelijke specialistenverenigingen verenigd zijn. De OMS zal het bureau van die federatie vormen. Dat had een bedreiging voor de LAD kunnen zijn, aangezien vrijwel alle specialisten lid zijn van hun wetenschappelijke vereniging. Als hun belangen via de FMSN behartigd zouden worden, zou er nog weinig reden zijn voor een lidmaatschap van de LAD anders dan de onderhandelingspositie van de LAD aan de cao-tafels. Daar is een oplossing voor gevonden: de specialisten die in loondienst lid zijn van de wetenschappelijke vereniging zijn automatisch ook lid van de LAD. De LAD behartigt de belangen van alle dienstverbanders. Keijzer: ‘We spelen een wezenlijke rol bij de federatievorming, en dat heeft al veel opgeleverd. Zo zitten we nu gezamenlijk aan onderhandelingstafels. Dat heeft buitengewoon goed resultaat opgeleverd, bijvoorbeeld bij het tot stand komen van de nieuwe AMS, de arbeidsvoorwaardenregeling voor de medisch specialisten in dienstverband. We geven werkgevers geen kans ons tegen elkaar uit te spelen.’

Een ander gebied waarop wordt samengewerkt is de individuele dienstverlening aan leden. De FMSN en LAD gaan een gezamenlijk centrum starten waar alle kennis over kwesties als bijvoorbeeld de AMS verzameld is. ‘De leden zullen nog steeds hun eigen vereniging bellen, maar achter de voordeur wordt samengewerkt.’ Hoe vinden die andere zesduizend LAD-leden dat, die géén medisch specialist zijn? ‘Die zijn kritisch, en daar hebben we oor voor. De ledenraad zal bijvoorbeeld niet naar rato gaan, anders zouden de medisch specialisten binnen de LAD een te grote stem krijgen.’

Dienstbaar
Die individuele dienstverlening is sowieso een belangrijk thema voor de LAD, zegt Keijzer: ‘Ik ben nog van de generatie die na zijn artsexamen bijna automatisch lid werd van de beroepsvereniging, in mijn geval de LAD. Dat hoorde er gewoon bij. Dat is steeds minder het geval, mensen willen weten wat het voordeel voor henzelf is. Wij bieden heel veel, maar dat weten veel mensen niet. Ik spreek vaak mensen die met allerlei organisatorische kwesties worstelen. Hoe signaleer je of jouw vakgroep niet stelselmatig te veel uren werkt, bijvoorbeeld. Als ik dan vraag of ze de LAD hebben gebeld voor advies, zijn ze verbaasd. “Kan dat?” Ja, dat kan. Wij bieden daar samen met de OMS en VvAA hulp bij. Net als bij hoe je zorgt dat je als dokters goed samenwerkt met je bestuur.’

Niet elke specialist zit overigens te wachten op organisatorische kwesties, weet Keijzer: ‘Maar het is zo belangrijk dat de dokter in the lead is in de zorg; dat is voordeliger dan allerlei externe managers inhuren, en het is effectief. Als jij alleen je klinische dingetje wilt doen, en de rest aan de raad van bestuur overlaat, dan zal dat bestuur van alles over je heen storten, en dat ga je niet leuk vinden. Je salaris zal ook lager worden, en dat is niet vreemd, want waarom zou je zoveel verdienen als je je verantwoordelijkheid laat liggen? De medische professie is meer dan patiëntenzorg en je eigen vakgroep; je verantwoordelijkheid overstijgt dat. En dat is van groot belang. Neem de decentralisatie
in de jeugdzorg die vanaf januari 2015 plaatsvindt, daar moeten actieve dokters over meedenken, en dat doen ze gelukkig ook. Anders is de ramp die het volgens mij wordt, nóg groter. Als het meevalt,
is dat wat mij betreft vooral te danken aan die actieve jeugdartsen en andere sociaal geneeskundigen.’

Ruimte en tijd
Is dat een oproep aan andere artsen om actief te worden? ‘Jazeker. Maar ook aan besturen om dat mogelijk te maken. Schep daar ruimte en tijd voor. Het hoeft niet allemaal binnen werktijd, maar het zou ook weer niet allemaal extra moeten zijn. En wij als LAD willen artsen de middelen, de opleiding, de ondersteuning bieden die ze daarvoor nodig hebben. Want artsen zijn van oudsher niet opgeleid om dit te kunnen.’

Waarom hij dan wel? ‘Ik ben altijd al gedreven geweest om organisaties te verbeteren, als student al actief in verenigingen, ik ben heel lang intensief bezig geweest met de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, ik heb jarenlang in het schoolbestuur gezeten.’ Je zou bijna denken dat hij zijn roeping is misgelopen. Had hij niet beter voltijds bestuurder kunnen worden? ‘Nee, ik zou nooit zonder de patiëntenzorg kunnen, daar houd ik ontzettend van. Maar ik heb altijd een brede interesse gehad, en wil niet alleen maar met mijn eigen specialisme bezig zijn.’ Genoeg te doen dus voor de voorzitter. Druk zijn vindt hij trouwens niet erg: ‘Ik heb wel eens rustige periodes gehad; daar werd ik diepongelukkig van.’


 

Dr. Christiaan Keijzer (1969) is sinds juni 2014 voorzitter van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD). Hij volgde zijn opleiding tot anesthesioloog in het VUmc. Hij werkte onder meer in het AMC, waar hij opleider is geweest. Sinds september werkt hij in het Radboudumc, waar hij binnenkort weer opleider hoopt te worden. Keijzer is daarnaast arbiter bij het Scheidsgerecht Gezondheidszorg, en plaatsvervangend lid van verschillende regionale tuchtcolleges voor de gezondheidszorg. Hij is al jaren actief binnen de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie. Hij is getrouwd met Angelique Broeders en heeft twee kinderen, Casper (13) en Mathijs (11).

 



Sophie Broersen, Medisch Contact

s.broersen@medischcontact.nl




Meer lezen

Columns van Christiaan Keijzer vindt u in het federatienieuws van de LAD op medischcontact.nl

Meer over de Federatie Medisch Specialisten Nederland:

Fotografie: De Beeldredaktie | Erik van 't Woud
Fotografie: De Beeldredaktie | Erik van 't Woud
<b>Download dit artikel (PDF)</b>
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.