Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
7 minuten leestijd
interview

Michael Gazzaniga: 'De managers hebben de wetenschap overgenomen'

Plaats een reactie

INTERVIEW

Op zoek naar de architectuur van het brein

Michael Gazzaniga is een van de grondleggers van de moderne neurowetenschap. Hij is ook pleitbezorger van de ‘neuro-ethiek’. Maar: ‘We zijn niet louter ons brein. Wie dat zegt, heeft weinig begrip van cultuur.’

Ze leken zo normaal, de epilepsie-patiënten bij wie het corpus callosum chirurgisch was verwijderd. De hoop was dat een grand mal na die operatie beperkt zou blijven tot één hersenhelft. Maar het pakte nog gunstiger uit: de aanvallen bleven helemaal weg. Maar zo normaal waren deze mensen niet. De experimenten die in de jaren zestig met hen werden gedaan zijn nog altijd fascinerend om te zien (en dat kan, op YouTube). Ze tonen de subtiele gevolgen als beide hersenhelften niet meer met elkaar kunnen communiceren. Een geblinddoekte patiënt kan een voorwerp in zijn linkerhand niet benoemen, de signalen arriveren alleen in de rechterhersenhelft. Maar als hij met zijn rechterhand het voorwerp aanraakt, herkent hij het onmiddellijk.

Het is inmiddels klassiek fundamenteel hersenonderzoek, waarmee Michael Gazzaniga (1939) en zijn leermeester Roger Sperry (1913-1994) wereldberoemd zijn geworden. Omdat het onder meer aantoonde dat de linkerhersenhelft superieur is voor taalprocessen, en de rechterhersenhelft superieur voor het herkennen van vormen en gezichten. Kennis die nu min of meer gemeengoed is en waarvoor Sperry in 1981 de Nobelprijs voor fysiologie en geneeskunde kreeg.

Stuk minder lol
Gazzaniga, op uitnodiging van het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP) even in ons land, ziet zich nog altijd als een onderzoeker die wordt gedreven door fundamentele vragen over het functioneren van het intacte en het beschadigde brein. Maar de goedlachse Amerikaan constateert met ongenoegen dat de tijden zijn veranderd: ‘Je ziet nu toenemend de eis dat uitkomsten van onderzoek onmiddellijk toepasbaar moeten zijn in de praktijk. De managers hebben de wetenschap overgenomen. Toen ik vijftig jaar geleden begon in de neurowetenschap, deden mijn collega’s en ik research omdat we nieuwsgierig waren. Dat heeft geleid tot belangrijke ontdekkingen. Ik weet niet of de eis om almaar praktisch te moeten zijn leidt tot minder ontdekkingen, maar wat ik wel weet is dat daardoor de lol wetenschap te bedrijven een stuk minder is geworden.’

Gazzaniga pakt zijn glas icetea – we zitten in een Utrechts etablissement – en zet het weer neer. Dan zegt hij: ‘Wij waren geïnteresseerd in hoe het brein zoiets als het oppakken van een glas aanstuurt. Die interesse was puur intellectueel. Dat langs die weg ook ons begrip van neuromotorische stoornissen zou verbeteren, was mooi meegenomen. Maar ik begrijp best dat veel artsen er anders over denken; zij zien patiënten en hun ziekten elke dag weer in hun spreekkamer en willen behandelingen.’

Linkerhersenhelft
Hij legt graag uit hoe hij denkt dat het brein werkt. Gazzaniga, nu directeur van het Sage Center for the study of Mind van de Universiteit van Californië in Santa Barbara, zal er in zijn nieuwste boek – Tales from Both Sides of the Brain – dat komende maand verschijnt, uitgebreid op ingaan. Zijn basisidee is dat de hersenen modulair zijn opgebouwd. Die modules zijn neurale netwerken met afzonderlijke functies als visuele perceptie of het produceren en het begrijpen van taal. Gazzaniga denkt dat het menselijk bewustzijn de resultante is van de zee aan neurale activatie die al die modules tezamen teweegbrengen. Hij legt uit: ‘Het bewustzijn is deelbaar. Kijk maar: patiënten met majeure stoornissen in het brein, bijvoorbeeld patiënten bij wie de module van taalsysteem – begrijpen en spreken – volkomen in het ongerede is geraakt, hebben toch bewustzijn. Daarom denk ik dat ook al die afzonderlijke modules bewustzijn hebben.’

De belangrijkste tegenwerping tegen deze gedachte is dat mensen zichzelf niet ervaren als een constellatie van zulke ‘mentale organen’. Integendeel: als het goed is heb je een zelf en ervaar je jezelf als een eenheid. Hoe valt het een met het ander te rijmen?

Gazzaniga ziet een belangrijke rol weggelegd voor de linkerhersenhelft, die hij daarom ook wel de the left hemisphere interpreter noemt. ‘Als de hersenen worden geconfronteerd met informatie die niet overeenkomt met ons zelfbeeld of onze kennis, dan zorgt de linkerhersenhelft voor een coherent verhaal. ‘Ook bij split-brainpatiënten, alleen dan niet intern in het brein, maar waar mogelijk extern. Een voorbeeld: in een experimentele situatie lieten we de linkerhersenhelft van patiënt J.W. het getal ‘1928’ en zijn rechterhersenhelft het woord ‘auto’ zien. We gaven hem vervolgens de opdracht te tekenen wat hij had gelezen; in de wetenschap dat hij goed kon tekenen en veel van auto’s wist. Hij tekende – hij was linkshandig – iets wat uiteindelijk een auto uit 1928 bleek te zijn. Wat was er gebeurd? Op de een of andere manier werkten beide hersenhelften toch samen om dit resultaat te bereiken, ondanks het feit ze niet met elkaar konden communiceren. De integratie van de informatie voltrok zich buiten de hersenen om, letterlijk op het schetspapier. Terwijl J.W. begon te tekenen, zag de linkerhersenhelft wat er gebeurde en beïnvloedde zo van meet af aan het proces: het werd een auto uit 1928.’

Architectuur
Er bestaat meer empirische evidentie voor Gazzaniga’s opvattingen over de rol van de linkerhersenhelft en over modulariteit, maar het gaat hem er in de eerste plaats om dat hij een theorie heeft over ‘de algemene architectuur’ en het functioneren van de hersenen. Want theorie moet het onderzoek sturen: ‘Zomaar wat metingen verrichten aan het brein heeft weinig zin.’

Is dat niet wat er mis is met de twee grote projecten in de VS en Europa die de complete neurale activiteit van het menselijk brein in kaart gaan brengen? Grofweg is het idee een brug te slaan tussen de twee niveaus waarop de neurowetenschap momenteel opereert. Op macroscopische schaal worden beeldvormende technieken zoals fMRI ingezet om te bepalen welke delen van het brein (in)actief zijn bij bepaalde taken, waardoor we meer te weten komen over de neurobiologie van disfuncties van onder meer het geheugen, de waarneming, de motoriek en het taalvermogen. Op microscopische schaal is veel bekend over hoe individuele neuronen werken en interacteren. Maar het tussenliggende gebied is grotendeels onbekend terrein: hoe werken netwerken van zenuwcellen samen en hoe verwerken ze informatie. Gazzaniga: ‘Het is inderdaad zo dat in het Amerikaanse project, dat ik het beste ken, het theoretische frame ontbreekt.’ Hij snapt dat wel: ‘Er moet voor iedereen in zo’n project iets van zijn gading te vinden zijn: voor de neuroanatoom, de neuroloog, de neuropsycholoog, enzovoort. De meesten van hen willen meten; ze willen steeds meer data over de details.’ Dan schiet hij in de lach: ‘Ik zeg: prima, ga je gang. Maar de frustratie zal groeien als die metingen geen kennis zullen opleveren.’ Toch vindt hij het project, waarmee miljarden dollars zijn gemoeid, geen weggegooid geld: ‘In de wetenschap weet je het nooit: het kan goed zijn dat we dankzij beide projecten dichter bij het antwoord komen op de vraag hoe het brein werkt.’

Universele ethiek
Behalve dat hij nadenkt over de werkingsprincipes van de hersenen, heeft Gazzaniga de laatste tien jaar oog gekregen voor de ethische implicaties van zijn vakgebied. Volgens hem moet het op den duur mogelijk zijn een universele ethiek te formuleren, die is geworteld in de eigenschappen van het menselijke brein: ‘A brain-based philosophy of life.’ Maar de ‘neuro-ethiek’ kan ook nu al ethische kwesties beslechten of in een scherper licht stellen. Zo was Gazzaniga in de VS nauw betrokken bij het debat over stamcellen. ‘De kwestie was: mogen onderzoekers een blastocyste klonen om zo stamcellen te oogsten. Sommige mensen vinden dat onethisch. Het is een goede gewoonte in de geneeskunde al het menselijk weefsel met respect te behandelen, maar dat betekent niet dat elke menselijke cel de morele status heeft van een mens. Een blastocyste heeft geen hersenen. De critici zijn bovendien niet consequent: hersendode mensen kunnen volgens hen wel orgaandonor zijn.’

Nog zo’n heikele kwestie: alzheimer en euthanasie. Gazzaniga vindt dat bij patiënten met dementie of patiënten zonder bewustzijn euthanasie geen aanvaardbare oplossing is. ‘Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat alzheimerpatiënten zichzelf zien zoals ze dertig jaar geleden waren. Er is geen updating geweest van het zelf – voor zover dat nog bestaat.’

Ook de rechtspraak kan volgens hem voordeel hebben van neurowetenschappelijke kennis. Bijvoorbeeld bij de bepaling van de schuldvraag wanneer iemand agressief of antisociaal gedrag heeft vertoond of een misdaad heeft begaan onder invloed van farmaca of verslavende middelen.

Gazzaniga ontkent dat de neurowetenschap zo elke vorm van verantwoordelijkheid om zeep helpt, omdat we aan de leiband zouden lopen van ons brein. ‘Morele verantwoordelijkheid wordt niet gecreëerd in de hersenen maar in menselijke interacties. Zoals we het verkeer niet kunnen begrijpen door de werking van auto’s te bestuderen, zo heeft het geen zin hersenen te bestuderen om beter te begrijpen waar verantwoordelijkheidszin vandaan komt. Die ontstaat op een ander niveau: in het sociale domein en wordt niet gedetermineerd door onze hersenen. We zijn dus ook niet louter ons brein. Wie dat zegt, heeft weinig begrip van cultuur. Jazeker, cultuur wordt verwerkt door het brein. Maar cultuur is vooral een keiharde werkelijkheid. Ik bedoel: het is anno 2014 gemakkelijker je genen te veranderen dan de cultuur waar je deel van uitmaakt.’

Laatste vraag: wat heeft hem na al die jaren van onderzoek nu het meest verwonderd? Over het antwoord hoeft hij niet lang na te denken: ‘Het meest merkwaardige bij split-brainpatiënten is dat de linkerhersenhelft de rechterhersenhelft niet lijkt te missen. This is very puzzling. Ik heb wel eens gedacht: ik zou wel even een split-brainpatiënt willen zijn om te zien hoe dat voelt.’

Dan wandelt Michael Gazzaniga naar buiten, op weg naar zijn volgende afspraak. Hij kan nog net een gehaaste fietser ontwijken, die zwabberend haar weg vervolgt. Verbaasd kijkt hij haar na. Dan verzucht de man die heel veel patiënten met hersenletsel heeft gezien: ‘Waarom draagt hier geen enkele fietser een helm?’ Je ziet het hem denken: kwestie van cultuur, misschien?


Henk Maassen, journalist Medisch Contact

Contact: h.maassen@medischcontact.nl



Lees ook 

Meer info

Foto: De Beeldredaktie | Erik van 't Woud
Foto: De Beeldredaktie | Erik van 't Woud
<b>Download dit artikel (PDF)</b>


interview neurologie hersenen
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.