Laatste nieuws
Lieke de Kwant Joris Meegdes
9 minuten leestijd
video

Arbeidsmarktmonitor 2014-1: Steeds meer specialisten in de WW

2 reacties

WERK EN INKOMEN

Waarschuwing: cijfers over artsen in WW onjuist
De aantallen specialisten met een WW-uitkering die in dit verhaal worden genoemd zijn waarschijnlijk te hoog en de aantallen werkloze basisartsen te laag. De verstrekker van de cijfers, uitkeringsinstantie UWV, heeft bij nadere analyse ontdekt dat een deel van de werkzoekenden die te boek stonden als medisch specialist, eigenlijk basisarts is op zoek naar een specialisatieplaats. Kloppende cijfers volgen mogelijk in de loop van 2014.

Voor nadere uitleg, zie Minder specialisten in WW dan eerder gemeld
Voor vragen en opmerkingen, mail l.de.kwant@medischcontact.nl

Daling van het aantal vacatures voor artsen zet door

Banen voor artsen zijn opnieuw schaarser geworden en het aantal dokters met een WW-uitkering stijgt. Opvallend veel specialisten zitten zonder betaald werk: 168. De financiële onzekerheid in de ziekenhuisbranche wordt aangewezen als mogelijke oorzaak.

Lewi Vogelpoel, radioloog en vice-voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen


In maart van dit jaar waren er 168 ziekenhuisspecialisten met een WW-uitkering, blijkt uit cijfers die uitkeringsinstantie UWV aan Medisch Contact heeft verstrekt. Dat is een stijging van 66 procent ten opzichte van twee jaar geleden (zie tabel 1). Ook het aantal huisartsen en basisartsen met een uitkering is toegenomen, met respectievelijk 38 en 121 procent.

De cijfers komen niet onverwacht. In mei vorig jaar trok De Jonge Specialist al aan de bel na een enquête onder aiossen en jonge klaren. Ruim 5 procent van de pas afgezwaaide specialisten meldde zonder passend werk te zitten.

De vijf specialismen waar het aantal artsen met een WW-uitkering het grootst is (zie tabel 2), stonden ook al op de lijst van specialismen waar jonge klaren blijkens de enquête moeilijk aan de bak komen. Uit de UWV-gegevens komt echter niet duidelijk naar voren dat het probleem vooral jonge artsen treft. Van alle 168 werkloze specialisten is 59 procent ouder dan 35 jaar. Mogelijk is de leeftijdsgrens door het UWV ongelukkig gekozen; ook artsen tussen de 35 en 40 worden tot de jonge klaren gerekend. Dat de werkloosheid vrouwen harder treft dan mannen, zoals ook uit de jonge klaren-enquête bleek, wordt door de UWV-cijfers wel duidelijk bevestigd (zie tabel 3).

Minder vacatures
De meerderheid van de specialisten die in maart een WW-uitkering kregen (128, dus 76%), was op dat moment minder dan zes maanden officieel werkloos. 22 specialisten (13%) zaten zes maanden tot een jaar in de WW en 18 specialisten (11%) langer dan een jaar. Bij basisartsen en huisartsen liggen de verhoudingen ongeveer hetzelfde. Hoelang artsen gemiddeld een WW-uitkering ontvangen, heeft het UWV nog niet berekend.

De arbeidsmarktmonitor, die met ingang van afgelopen kwartaal wordt verzorgd door het Capaciteitsorgaan, lijkt het beeld te bevestigen dat artsenbanen schaarser worden. Het aantal vacatures voor artsen is al twee kwartalen op rij gedaald (zie tabel 4). Er zijn in totaal 1150 vacatures geteld, 14 procent minder dan in het laatste kwartaal van 2013 en 36 procent minder dan in het derde kwartaal van 2013. Het aantal vacatures voor ziekenhuisspecialisten is vergeleken met het derde kwartaal van 2013 met 23 procent gedaald. De daling ten opzichte van het laatste kwartaal van 2013 is opvallend gering: ruim 2 procent.

Veel carrièrevragen
De onrust op de arbeidsmarkt is ook opgevallen bij SAZ Carrière Support en het Carrière Centrum van VvAA. Deze loopbaanondersteuners voor artsen bundelen momenteel de krachten. Samen hebben ze in 2013 zo’n 150 artsen begeleid, aldus Jos Sturkenboom van SAZ Carrière Support. ‘Dat is een stijging met ongeveer 25 procent ten opzichte van 2012. En in de eerste maanden van dit jaar is het aantal telefoontjes opnieuw gestegen.’

Sturkenboom geeft enkele voorbeelden van vragen die de carrièrecentra krijgen: ‘Ik ben voor de tiende keer afgewezen, hoe leer ik beter solliciteren?’ ‘Ik kan een baan in de farmacie krijgen met gevaar van verlies van mijn registratie, wat moet ik doen?’ ‘Ik studeer geneeskunde, werk ik me te barsten voor niets?’ ‘Verklein ik mijn kansen als ik doorga op de weg van de superspecialisatie?’

Financiële onzekerheden
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is momenteel 8,7 procent van de Nederlandse beroepsbevolking werkloos. In dat licht lijkt het artsenprobleem relatief klein. Van de ruim 23 duizend specialisten in Nederland hebben er nu 168 een WW-uitkering; dat is 0,7 procent. Maar de last is niet eerlijk verdeeld; onder specialisten tot 40 jaar en in sommige specialismen liggen de percentages een stuk hoger. Bovendien zegt de relatieve omvang van het probleem weinig over de impact ervan, blijkt uit de verhalen van twee jonge specialisten die momenteel geen passend werk hebben (zie kaders onderaan). Het is voor hen onvoorstelbaar dat ze na een opleiding van twaalf jaar of meer – kosten: ongeveer 1 miljoen euro – aan de zijlijn zouden moeten staan en mogelijk hun registratie weer zouden verliezen.

Joris Meegdes van het Capaciteitsorgaan begrijpt het sentiment en houdt de ontwikkelingen dan ook scherp in de gaten. ‘Het is voor het eerst dat we horen dat een aantal specialisten in de WW zit. Samen met het UWV zijn we de cijfers nader aan het bekijken.’ Hij vermoedt dat de verslechtering van de arbeidsmarkt voor specialisten onder meer te maken heeft met de financiële onzekerheden in de ziekenhuiswereld. ‘De jaarrekeningen worden niet goedgekeurd, de integrale bekostiging wordt in 2015 ingevoerd en er zijn plannen voor concentratie van bijvoorbeeld spoed- en geboortezorg.’

De Orde van Medisch Specialisten (OMS) onderkent de problemen. ‘Medisch specialisten horen aan de operatietafel te staan en niet achter de geraniums te zitten. Dat is maatschappelijke kapitaalvernietiging’, aldus een woordvoerder van de organisatie. ‘De afgelopen maanden is overleg gevoerd met maatschappen en ziekenhuizen, maar een panklare oplossing is nog niet in zicht. Het eerder door de OMS geopperde noodfonds om extra banen te creëren bleek in de praktijk helaas onuitvoerbaar.’

De OMS-woordvoerder wijst erop dat de sector momenteel volop in beweging is, onder meer door de gesloten zorgakkoorden met het kabinet. ‘Ook de onzekere economische verwachting vertroebelt het zicht op een quick fix. Om het probleem op zijn minst niet te verergeren heeft de OMS samen met andere veldpartijen en het ministerie van VWS het aantal opleidingsplaatsen voor aiossen de komende jaren teruggeschroefd.’

De Jonge Specialist, belangenvereniging van jonge medisch specialisten, herhaalt momenteel haar enquête onder jonge klaren over de situatie op de arbeidsmarkt. De uitkomsten worden half mei verwacht. De OMS en De Jonge Specialist zullen zich op basis daarvan beraden op mogelijke vervolgstappen.

Verslavingsarts
Een opvallend detail in de laatste arbeidsmarktmonitor is dat ook in de top van de vacatureranglijst de bomen niet meer tot in de hemel groeien (zie tabel 5). Specialisten ouderengeneeskunde, artsen voor verstandelijk gehandicapten (AVG’s) en SEH-artsen hadden lange tijd de banen voor het uitkiezen met tien tot soms wel dertig vacatures per honderd artsen. Nu schiet alleen de AVG nog boven de tien per honderd uit. De vraag naar specialisten ouderengeneeskunde is gedaald van 11,8 naar 5,8 vacatures per honderd artsen en die naar SEH-artsen van 10,4 naar 3,7 per honderd. Dat laatste specialisme is uit de top 5 gezakt, naar plek 7.

Een nieuwkomer in de top is de verslavingsarts KNMG (zie tabel 5). Vergelijkingen met eerdere kwartalen zijn niet te maken, omdat deze vacatures voorheen niet apart werden geregistreerd. Volgens voorzitter Peter Vossenberg van de Vereniging voor Verslavingsgeneeskunde Nederland (VVGN) is het desondanks aannemelijk dat de vraag de laatste tijd is toegenomen. ‘Dat hangt samen met de officiële erkenning van het profiel op 1 juli 2013, en met het hoofdbehandelaarschap in de ggz. Minister Schippers heeft bepaald dat de verslavingsarts KNMG gemachtigd is om in bepaalde gevallen hoofdbehandelaar te zijn. Dat beïnvloedt de vraag.’

Ook de toegenomen farmacotherapeutische mogelijkheden in de verslavingsgeneeskunde spelen mee, denkt Vossenberg. ‘Het arsenaal aan middelen is enorm uitgebreid. Dat heeft tot meer aandacht voor het vakgebied geleid en tot een grotere behoefte aan artsen met expertise op dit terrein.’



‘Je kunt niet zomaar switchen’

Rianne van Kempen (pseudoniem) heeft net haar opleiding tot chirurg afgerond en hoewel ze al een tijdelijke overbrugging heeft, zoekt ze toch naarstig naar – liefst vast – passend werk. ‘Maar op de simpelste vacatures komen tientallen reacties, ook van meer ervaren chirurgen. Om me heen zie ik dat collega’s het ene tijdelijke contract aan het andere knopen en soms niet eens worden betaald als chirurg. Of ze gaan de grens over. Er is een grote braindrain gaande.’

Haar echte naam wil ze liever niet genoemd hebben. ‘Straks kom ik op een sollicitatiegesprek en dan ben ik die “beruchte klagende werkloze”. En er is ook wel schaamte. Het voelt vervelend dat niemand nu op mij zit te wachten, ook al doe ik er alles aan.’

Wat (dreigende) werkloosheid voor specialisten extra zuur maakt, is dat ze aan het einde van hun opleiding relatief oud – gemiddeld 35 jaar – zijn, zegt Van Kempen. ‘Het is geen standaardberoep. Je hebt offers gebracht, veel uren gedraaid en ingeleverd op je sociale leven. Je bent opgeleid in een heel specifiek ambacht en dan kun je niet zomaar switchen. Daar komt nog bij dat je als specialist ook een bepaalde maatschappelijke verantwoordelijkheid voelt; je opleiding heeft toch heel veel geld gekost en je wilt daar iets voor terugdoen.’

Van Kempen denkt dat het probleem twee oorzaken heeft die samenkomen. ‘Maatschappen en ziekenhuis zijn onzeker vanwege de op handen zijnde herstructurering. En het Capaciteitsorgaan heeft mijns inziens foute berekeningen gemaakt. Ze hebben er geen rekening mee gehouden dat specialisten doorwerken tot hun 65ste en dat veel vrouwen ook fulltime werken. De wetenschappelijke verenigingen waarschuwen al jaren, maar daar is niet goed naar geluisterd.’




Na vijf jaar op straat

Medisch specialist Hester Soeteman (pseudoniem) werkte al vijf jaar als staflid toen haar ziekenhuis drastisch moest bezuinigen. Ze had tot dan toe steeds tijdelijke contracten gekregen, maar dat mocht nu niet meer. ‘En omdat een specialist in vaste dienst duurder is dan een tijdelijke kracht, stond ik op straat.’

In het jaar dat is verstreken sinds haar ontslag heeft Soeteman niet gezocht naar nieuw werk in haar specialisme. ‘Ik was boos en verdrietig en wist het even niet meer.’ Ze verdiende de kost met werk bij een medische non-profitorganisatie. ‘Maar ik sta toch het liefst aan het bed van de patiënt, dus ik sta op het punt om weer te gaan solliciteren. Ook al om mijn registratie niet te verliezen.’

Het steekt de arts zeer dat er geen enkele vorm van nazorg was toen ze haar baan verloor. ‘Nul komma nada. Dat vind ik heel vreemd als je iemand hebt opgeleid, hebt klaargestoomd voor jouw toko. Om haar dan weg te sturen zonder je te bekommeren om hoe het verder moet.’

Een zaak tegen het ziekenhuis heeft ze niet aangespannen. ‘Met een som geld heb ik mijn werk nog niet terug. En ik vind het ook cru om een vergoeding te claimen van een instelling in financiële problemen. Ik heb besloten na de rouw door te gaan en mijn leven weer op te pakken.’



Lieke de Kwant, journalist Medisch Contact

Mail: l.de.kwant@medischcontact.nl; Twitter: @LiekedeKwant



Zie ook

Lees ook



Uitgebreidere overzicht:


> Klik op de afbeelding voor een uitgebreidere versie <
<b>Download dit artikel (PDF)</b>
Klik op de afbeelding voor een grotere PDF-versie

<b>Klik hier voor een - groter - PDF van deze tabel</b>

werk video inkomen arbeidsmarktmonitor arbeidsmarkt werk en inkomen vacatures jonge klaren
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • ,

    Op basis van landelijke UWV-cijfers blijkt het aantal werkloze medisch specialisten (MC 18-19/2014: 918) te groeien. Het is ook informatief om de regionale verdeling van deze werkloosheidcijfers te analyseren. Op basis van dezelfde bron (UWV, januari... 2014) hebben wij gekeken naar de werkloosheid onder medisch specialisten per provincie. Bij die analyse blijkt dat ongeveer de helft van alle werkloze medisch specialisten in Noord- en Zuid Holland woont.
    De ervaring leert dat de mobiliteit van ‘jonge klaren’ zeer beperkt is. In het algemeen hebben zij sterke (geografische) voorkeuren voor de regio waar zij zijn opgeleid, waarbij diverse factoren (zoals het werk van partner) de mobiliteit beperken. Voor de arbeidsmarkt betekent dat dat de werkloosheid onder artsen vooral een probleem van de randstad is. Maar daarnaast moeten we bij het opleiden van medisch specialisten rekening houden met deze beperkte mobiliteit. De realiteit is immers, dat ondanks toenemende werkeloosheid aiossen en hun partner in de regio blijven waar zij zijn opgeleid. Het is daarom verstandig om bij de verdeling van aios-plaatsen over de regio’s rekening te houden met de toekomstige arbeidsmarkt aldaar. De analyse van de huidige werkloosheidscijfers bevestigt onze eerder gepubliceerde opvatting dat ten aanzien van de planning en toewijzing van opleidingsplaatsen rekening gehouden moet worden met regionale factoren van vraag en aanbod (MC 12/2007: 493), maar bijvoorbeeld ook de regionale werkgelegenheid. Opleidingsinstellingen leiden niet per definitie op ‘voor heel Nederland’, maar in veel gevallen ‘voor de regio’. Daar zou bij de toewijzing van opleidingsplaatsen rekening mee moeten worden gehouden.

    prof. dr. A.G.J. van der Zee voorzitter van OOR Noord Oost Nederland
    drs. Aat van den Berg, secretaris van OOR Noord Oost Nederland

  • ,

    " Hoe verzinnen ze het..." dacht ik toen ik de achterelkaar staande artikelen" Steeds meer specialisten in de WW" en "Vermoeidheid en veiligheid gaan niet samen" las (MC 13/2014: 918 en 925). Signaleren dat er meer basisartsen en jonge medisch speci...alisten zijn dan dat er banen beschikbaar zijn, om vervolgens vast te stellen dat de werkdruk van artsen nog steeds onacceptabel hoog is! Deze te hoge werkdruk is in overeenstemming met de perceptie van patiënten over de beperkte aandacht die ze van artsen krijgen en over de vaak matige communicatie in het medisch bedrijf.
    De conclusie moet zijn dat er ruimschoots werk is voor iedereen. Me dit realiserend had ik 'flashback' naar een eerdere periode van artsen- en specialistenoverschot, begin 80'er jaren. Ook toen was er in feite werk genoeg en voldoende geld in het systeem voor een fatsoenlijke honorering voor alle artsen. Als 'jonge hond' heb ik me toen met een aantal collegae - tevergeefs - verzet tegen de ridicule en onderwijskundig ongefundeerde oplossing om de opleiding tot internist met een jaar te verlengen. Daarmee kon de instroom van jonge klaren worden getemporiseerd. Wij verweten de gevestigde specialisten een neiging tot uitbuiten en offeren van jonge collegae. Wederom vraag ik mij af waarom collegialiteit, waarover we zo graag hoog opgeven, zich niet vertaalt in solidariteit, en waar is de bereidheid om te proberen de zorg werkelijk te verbeteren? Het zou in ieder geval de beroepsgroep (KNMG, Orde en wetenschappelijke verenigingen) sieren als zij met een serieus banenplan zou komen! De daarmee gepaard gaande zorgverbetering is dan mooi meegenomen.

    Prof Dr Jos WM van der Meer, internist, Nijmegen

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.