Laatste nieuws
Karen Konings
7 minuten leestijd
huisartsgeneeskunde

Huisarts is het afvoerputje van de zorg

16 reacties

FUNCTIONEREN

Eerste lijn knapt op waar anderen niet aan toekomen

Als huisarts Karen Konings opsomt wat er op een werkdag allemaal passeert, ontstaat het beeld van een afvoerputje. Veel taken die andere zorgverleners afwijzen schuiven zij door naar de eerste lijn.

Een nieuw jaar brengt weer allerlei wijzigingen in de zorg. Dit jaar vooral in de ouderen- en psychische zorg. Als huisarts mag ik de ontstane dilemma’s oplossen: ‘want huisartsen kunnen dat even goed en veel goedkoper dan de meeste andere hulpverleners’. Ik ben de laatste die deze stelling tegenspreekt, maar ik vraag me wel af hoe ik het moet bolwerken. Als voorbeeld een gewone maandag:

7.00 uur 62 patiëntberichten verwerken

8.00 uur Het ochtendspreekuur begint (twintig consulten)

8.15 uur Telefoon van verzorgingshuis: Een patiënte die vrijdagmiddag is opgenomen voor kortdurend verblijf heeft een afwijzing gekregen van het CIZ. Ze moet vandáág terug naar huis. Of ik de thuiszorg wil regelen.

Colonobstructie
Het betreft een alleenstaande 88-jarige dame met een colonobstructie. Oorspronkelijk werd voorgesteld om te opereren om een ileus te voorkomen. Mevrouw wilde daar even over nadenken. Enkele dagen later ontwikkelde ze de gevreesde ileus. Na twee dagen opname met ‘klinische laxatie’ is ze nu weer thuis. Ze heeft twintig keer per dag waterdunne ontlasting waarvoor ze incontinent is. De thuiszorg komt maximaal twee keer per dag. Binnen een paar dagen is ze gedehydreerd en wordt ze opgenomen voor intraveneuze rehydratie. Mevrouw mocht na twee dagen geen dag langer blijven, want dan ‘bezet ze een bed’.

Vanaf thuiskomst produceerde mevrouw alleen kleine hoeveelheden heldere vloeistof. Probeer dan maar eens uit te leggen wat overloopdiarree is en haar te motiveren om door te gaan met laxans!

Vrijwel dagelijkse visites en intensivering van de thuiszorg voorkomen niet dat de cyclus zich in vier maanden nog vijf keer herhaalt. Na de laatste onvermijdelijke opname hebben we een tijdelijk verblijf op de verpleegafdeling van het verzorgingshuis geregeld. Drie weekenddagen later volgt dus afwijzing van CIZ want: mevrouw heeft eenvoudige somatiek en is in staat om zelf de thuiszorg te bellen. Ze krijgt geen verpleegindicatie. ‘De huisarts kan samen met de thuiszorg betere en goedkopere zorg verlenen’. Ze wordt per direct uit het verzorgingshuis ontslagen.

Na veel inspanning krijg ik de indicator CIZ te spreken: ‘Alleen de patiënte of haar vertegenwoordiger kan via internet protest indienen. Mevrouw kan thuis het resultaat afwachten. In afwachting hiervan kan geen overbrugging in het verzorgingshuis goedgekeurd worden. ‘Als huisarts kunt u haar natuurlijk ondertussen ondersteunen – u kent haar tenslotte het beste.’

Het spreekuur loopt verder.

Crisis
10.50 uur
Dan komt er een 54-jarige vrouw op het ochtendspreekuur: ‘Het Riagg kan pas in mei starten met de behandeling van mijn depressie. Ze hebben me het nummer van de crisisdienst gegeven en een folder met tips om beter om te gaan met mijn klachten. Ik mag meedoen met een onderzoek bij de universiteit naar de beleving van depressieve mensen die op een wachtlijst staan.’

Het intakeverslag vat de casus samen:
As 1: vitale depressie met suïcidale gedachten, As 2: diagnose uitgesteld. Traumatische jeugd. Kwaadaardige en veeleisende vader, inadequate moeder. As 3: complex. Slechthorend en slechtziend sinds geboorte, toenemende motorische belemmeringen. As 4: complex. O.a. lichamelijk en geestelijk gehandicapte dochter met ernstige gedrags- en verslavingsproblemen. Mantelzorg voor terminaal zieke vader.

Direct na de intake is de vader overleden, wat desondanks rouw en ingewikkelde schuldgevoelens veroorzaakt. Als reactie heeft de dochter zich flink in de problemen gewerkt en is opgenomen in een ggz-instelling. Patiënte: ‘Nu doe ik mijn vader en dochter geen schade meer als ik eruit stap’. Ze heeft het Riagg op de hoogte gebracht.

Ik bel het Riagg. De casemanager is niet aanwezig; er is geen vervanger, het aantal personeelsleden voor tweedelijns psychische hulp is flink verminderd. Desgewenst kan ik de crisisdienst bellen óf mevrouw tijdelijk laten helpen door de POH-ggz, óf ‘zelf ter overbrugging steun bieden. Ik ken haar per slot van rekening het best’. Crisisdienst: mevrouw is niet aangemeld voor crisis en bij ons niet bekend, dus kunnen wij geen hulp inzetten.

Overigens zijn we al een jaar intensief met deze vrouw bezig, die ondanks alles tot dusver psychisch gezond was. Eerstelijnstherapie door een sociaal psychiatrische verpleegkundige heeft wat overbrugging geboden. Nu er een DSM-diagnose is gesteld, mag deze geen uren meer declareren.

Gevallen
Het is tijd voor de visites.

13.00 uur Er is een visite aangevraagd door de demente echtgenoot van een 91-jarige vrouw in het verzorgingshuis. Ze is gevallen en heeft pijn in de heup. De verzorging was er nog niet geweest omdat ze niet geautoriseerd zijn om een heupfractuur vast te stellen. Mevrouw blijkt gewoon rond te lopen. Visite vindt ze onzinnig: ‘Ik ben beetje blauw, een paracetamolletje is genoeg.’ Dan is de verzorging alsnog bereid om te gaan kijken en de bloeddruk te meten, ‘ook al is daar geen indicatie voor’. Bedoeld wordt: mevrouw heeft slechts zorgindicatie ZZP 1 (huishoudelijke ondersteuning) en is alleen bewoner dankzij haar echtgenoot met ZZP 6 (dementie+).

13.10 uur Een hypo bij een DM-patiënt met complexe comorbiditeit en polyfarmacie in een ander verzorgingshuis. De verzorging verleent adequate hulp. Maar bij aankomst ligt patiënt in bed vol waterdunne diarree (3 uur eerder gemeld). Tijdens de visite vraagt de man: ‘Dokter, kunt u er niet voor zorgen dat ik naar mijn vrouw in de hemel ga?’

Ik wil gaan zitten voor een goed gesprek, maar kan nu niet anders dan: ‘Ik begrijp je wens, maar kan er nu niet voor gaan zitten. Dat spijt me, ik ga er graag volgende week verder op in.’ Tijdens dit onbevredigende gesprek is de verzorging eindelijk de diarree aan het opruimen. Dan laat de man een zeer productieve wind waarbij het hele bed onderstroomt.

13.40 uur Een 67-jarige vrouw, met pas ontdekte pancoasttumor. Het beleid ligt nog helemaal bij de longarts. Ondanks bestraling en chemo ontwikkelt ze razendsnel obstructie in de hals. Zondagnacht SEH-bezoek vanwege pijn. Er wordt een ecg, thoraxfoto, CT-scan en uitgebreid laboratoriumonderzoek gedaan (kort geleden is dat ook al verricht). Beleid: staken methadon, omzetting naar lang- en kortwerkende morfine. Dezelfde morfinedosering gaf recentelijk afschuwelijke obstipatie en ongewenste sufheid. De methadon is onlangs gestart en nog niet getitreerd. De longarts heeft aangegeven dat bij klachten ‘de huisarts gebeld kan worden. Zij zijn het best in palliatieve zorg’. Mevrouw voelt zich nu misselijk en duf, heeft nog steeds pijn, begrijpt het verschil tussen morfine retard 20 mg en morfine 5 mg z.n. niet en verwart morfine 5 mg met bisacodyl zetpillen (de doosjes zijn inderdaad identiek). Ik beloof na het middagspreekuur terug te komen.

Telefoontolk
Middagspreekuur (dertien consulten)

14.15 uur Een Azerbeidjaanse patiënte van 39 jaar. Ze woont zeven jaar in Nederland en sinds kort in mijn stad. Ze spreekt enkele woordjes Nederlands en gebrekkig Russisch. Het dossier van de IND-arts vermeldt een ernstige PTSS. Uit het gesprek (getolkt door mijn Russisch sprekende assistente) krijg ik de indruk van een intelligente, reële vrouw met inderdaad alle kenmerken van PTSS. Alle hulpverlening verliep in de afgelopen jaren via een telefoontolk in het Russisch. Ze heeft het gevoel dat ze zich slechts beperkt heeft kunnen uitdrukken. Sinds 1 januari heeft ook de psychotherapeut geen vergoeding meer voor een telefoontolk. Advies van de therapeut: ‘misschien kunt u haar helpen; u heeft tenminste een tolk. Dan kunnen we verder als ze Nederlands heeft geleerd.’

Rest van spreekuur afgewikkeld.

16.30 uur Nascholing met geriater, anders voldoe ik niet aan de verplichtingen van het dbc-contract van mijn regionale zorggroep. Een hartstikke leuke en zinvolle bijeenkomst.

18.00 uur Retour praktijk: verslaglegging van visites; nog zes telefonische consulten, deels al voorbereid door de assistentes; post verwerken.

20.00 uur Terug naar mijn terminale patiënte. Samen met haar en haar echtgenoot een medicatieplan gemaakt. Privételefoonnummer gegeven.

20.30 uur Thuis. Kinderen (4, 7 en 10 jaar) liggen in bed. Fel en invoelbaar gemopper waarom mamma zo laat thuis is.

Toch leuk
Ik vind zo’n dag nog leuk ook, hoewel ik op punten faal. Ik hou van mijn patiënten en dat weten de meesten ook. Daardoor kan ik een potje breken. Mijn patiënt met voltooid leven vergeeft het me wel als ik er volgende week voor ga zitten.

Maar ik moet steeds meer gaatjes van de zorgverlening vullen, ik moet steeds meer mensen inschakelen, ik boet in aan flexibiliteit. Mijn andere patiënten krijgen minder tijd, mijn gezin lijdt eronder, mijn assistentes worden overbelast: tolken van uiterst persoonlijke problematiek, coördinatie van acute hulpvraag van cognitief beperkte patiënt, doorbreken van bureaucratische barrières, et cetera.

Ik maak me ernstig zorgen over mijn kwetsbare patiënten. Er zijn steeds meer mensen die niet aan criteria voldoen. Dit brengt de hulpverlener in een impasse: je mag op financiële gronden noodzakelijke zorg niet leveren. Het gevoel dat je tekortschiet kan ook fraude uitlokken: de teamleider van het verzorgingshuis verwijt zichzelf dat ze de eerste patiënte – met colonobstructie – niet heeft geïndiceerd met cognitieve problemen, want dan had ze wel mogen blijven.

Iedereen verschuilt zich achter de huisarts, ‘die kent u het best en levert goede zorg voor de laagste kosten’. Dat klopt: mijn werkzaamheden kosten de maatschappij op een werkdag als deze, van 7.00-20.30 uur (zonder enige pauze) circa 500 euro. Dat is 37,04 euro per uur, bruto.

Ik kan mij niet verschuilen; ik ben verantwoordelijk. Als ik inadequaat reageer word ik – terecht – aan de hoogste boom opgeknoopt. Ik was al een vergaarbak van de zorg. Ik word nu de bewaker van de beerput.


dr. Karen Konings, huisarts, Maastricht


contact: karen_konings@hotmail.com; cc: redactie@medischcontact.nl


Geen belangenverstrengeling gemeld



Lees ook

<b>Download dit artikel (PDF)</b>
huisartsgeneeskunde opinie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Riewert van Doesburgh

    voorheen huisarts , Enschede

    Hommage aan Dr Wim van Aalderen (1922-2013), mensenluisteraar

    In 1972 was de opleiding tot huisarts nog in wording . Zoekend naar praktische ervaring na de militaire dienst kwam ik als assistant bij Wim, algemeen internist in het Diaconessenhuis te ...Leiden. Hij gaf mij verantwoordelijkheid voor de patiënten op zaal op voorwaarde ,dat ik gemaakte fouten meteen zou doorgeven ,“ want fouten maken wij allen in dit beroep”. Op de poli kregen wij de opdracht een half uur de tijd te nemen voor de anamnese,”want die tijdsinvestering betaalt zich terug”. Ook zijn broer Herman van Aalderen besteedde veel aandacht aan de anamnese in het kader van de opleiding tot huisarts en huisartsopleider bij de VU. De vraagverheldering en het methodisch werken waren destijds innovatief .

    Wim sprak enkele jaren geleden als een overlevende van “Kamp Sachsenhausen” , waarheen hij in 1944 getransporteerd werd. “Het kan morgen weer gebeuren “,zei hij verwijzend naar de oorlogen in Algerije en Irak, de martelingen in de gevangenis. Hij trok tijdens vakanties met zijn landrover door de woestijn van Algerije naar Mali, bleef tot zijn 90e jaar belangstellend voor de politieke ontwikkelingen aldaar.
    Tijdens zijn begrafenis,een jaar geleden memoreerden voormalige assistenten van Wim de grote invloed,die zijn patiëntbenadering op hun attitude gehad heeft.
    Op zoek naar een huisarts in mijn nieuwe woonplaats kreeg ik bij een spraakzame collega niet de gelegenheid te vertellen wat in wezen het doel was van mijn komst.
    Moeten wij zeer schokkende gebeurtenissen hebben meegemaakt om goed te leren luisteren? De honorering voor een dubbel huisartsenconsult bedraagt de helft van het bedrag voor een kleine verrichting,die vaak minder tijd kost.
    Verdwijnt met het aandachtig luisteren - de basis van ons werk – de huisarts in “het afvoerputje van de zorg”( Karen Konings MC 15-04-2014)?
    Houdt de ziekteverzekeraar het laatste woord op de medische markt ? Niet bij Wim van Aalderen.

  • ,

    Geachte Dr Konings, geachte collega,

    Uw artikel “Huisarts afvoerputje van de zorg” spreekt uit mijn hart en is zo herkenbar! En het zoveelste artikel hierover. Wat verandert? Niets, de put wordt alleen maar dieper en smeriger. Onze signalen worden... niet gehoord, wij worden afgeserveerd met ongevraagde , opgedrongen adviesen: POHs, E-health, zelfzorgmanagment, bla bla bla…. Oplossing: doormodderen, tot we zelf in de stinkende put verzuipen. Maar het blijft een boeiend vak!!!
    Houdt vol.

    Met vriendelijke groet

    Bettina van Steenis,huisarts, Enschede

  • ,

    Met kromme tenen las ik in MC van 10 april het verslag van huisarts Karen Konings van een maandag.
    Veel herkende ik van haar frustraties uit de tijd dat ik zelf nog als huisarts praktiseerde,tot tien jaar geleden, en van het gevoel je gezin en/of je... patiënten te kort te doen. Ook nog herkenbaar is de frustratie over het dumpen van patiënten uit het ziekenhuis, of over waarnemende collegae die je beleid doorkruisen.
    Niet herkenbaar is echter de maligne bureaucratie. Zorg die niet gecontinueerd mag worden omdat er een DSM-diagnose is gesteld, geen zorg omdat je het label ZZP1 gekregen hebt, om maar niet te spreken over de attitude van het CIZ, die weigert met de huisarts te overleggen.
    Terecht benoemt huisarts Karen dit als een beerput.
    Dit is niet alleen te verklaren uit de suggestie van de hoofdredacteur in zijn column dat de huisarts moeite heeft met z'n grenzen te bewaken.
    Sinds 1998 is er een toenemende drang tot controle op alle handelingen in de zorg, ook wel eufemistisch transparantie genoemd, geboren uit wantrouwen. Dit wantrouwen is niet terecht, uit een onderzoek van zo'n twintig jaar geleden over het declaratiegedrag onder huisartsen bleek dat, afgezien van wat fraude, de meeste huisartsen juist te weinig declareerden.
    Het wordt tijd dat het vertrouwen weer terug komt, opdat het gif van het wantrouwen in de zorgverleners de zorg niet verder vernielt.

    Chris de Ridder, huisarts n.p.,GAMEREN

  • ,

    Kapitein op het schip

    Collega Konings beschrijft een hectische dag in haar huisartsenbestaan (MC15/2014: 753). Ze laat zien dat ze een prachtig vak heeft, maar geeft duidelijk aan dat er veel op de huisarts afkomt en dat nieuwe regelgeving in o.a. d...e ouderenzorg het haar niet gemakkelijker maakt. Jammer dat hier een beeld geschapen wordt alsof de huisarts in de eerstelijns zorg er helemaal alleen voorstaat. Natuurlijk komt er veel op de huisarts af, maar zoek de samenwerking met andere collega’s in de eerste lijn, zoals specialisten ouderengeneeskunde. Deze beroepsgroep kan de huisarts prima ondersteunen in de zorg voor kwetsbare ouderen. Dit is geen kwestie van domeinstrijd of landjepik. Samenwerking moet de boventoon voeren in de eerste lijn, zodat de huisarts goed ondersteund wordt in het werk en zich juist geen ‘afvoerputje van de zorg’ voelt. De huisarts is kapitein op het schip in de eerste lijn, maar mag zich omringd voelen door goed gemotiveerde en professionele collega’s. Hier ligt een uitdaging om tot goede samenwerkingsafspraken te komen in de regio.

    Ronald van Nordennen, specialist ouderengeneeskunde, palliatief consulent, SCEN-arts, Breda

  • Sjoerd Zwart

    huisarts, KAMPEN

    Afval bestaat niet

    ‘Afval bestaat niet’. Dat is het motto van ’s lands grootste vuilverwerker. Reken maar dat er veel afvaldruk staat op de ketel van Van Gansewinkel. Vergelijk dat maar met de druk richting afvoerputje die huisarts Karen Konings be...schrijft. Die druk was er ook al in 1998, schrijft de hoofdredacteur terecht. Die druk is er ook als we zestien jaar verder zijn. Want politici en bestuurders, die patiënten en verzekerden vertegenwoordigen, zullen altijd op zoek gaan naar lagere kosten en meer efficiëntie.
    ‘Solisme bestaat niet’. Dat motto helpt mij als huisarts om met externe druk om te gaan. In de afgelopen 25 jaar heb ik steeds meer geleerd te delegeren. Allereerst naar de patiënt zelf. Als het even kan laat ik de patiënt zelf of de mantelzorger het werk doen richting CIZ en aanvraag van thuiszorg. Zo krijgt de patiënt meer verantwoordelijkheid over zijn gezondheid en ik meer ruimte om bijvoorbeeld te genieten van een lunchpauze. De laatste jaren delegeer ik ook aan hoogopgeleide verpleegkundigen en soms een aios. Collega Konings beschrijft taken die de praktijkondersteuner GGZ had kunnen overnemen (PTSS, depressie) of de praktijkassistente; de visite, aangevraagd door een demente man, was in mijn ogen overbodig. En mijn frustraties? Die delegeer ik ook: ik deel ze met de collega’s van mijn groepspraktijk, of van mijn eerdere intervisiegroep.
    Ik houd niet van mijn patiënten, maar van mijn werk. De patiënt vraagt mijn beschikbaarheid, medische expertise en compassie. Ik hoef al zijn problemen niet op te lossen! Dag vuilnisman, ik heb geen afval, ik mopper af en toe over oneigenlijke taken op mijn bord. Ik houd ruimte over voor de medemensen van wie ik echt houd: mijn familie en vrienden.

  • Jean-Pierre van der Borgh

    Specialist Ouderengeneeskunde, Molenhoek

    Vroeger was alles beter.....dat zou mijn oude opleider zeggen....gelukkig is dat niet altijd waar maar bij een aantal van de beschreven situaties zou hij zeker gelijk krijgen. Er was eens een tijd dat de huisarts rechtstreeks met de dokter in het ver...pleeghuis kon overleggen. Als deze goed opgeleide professionals dan bedacht hadden dat opname een goed idee was dan werd het gewoon georganiseerd. Natuurlijk zonder al die toestanden ontstaan door regelzucht en wantrouwen. Ik begrijp dat er een nieuw akkoord is over de zorg met extra geld………ik ken niet alle ins en outs….. komt dit geld misschien vrij door opheffing van het CIZ ;-)……..

    Maar goed alle gekheid op een stokje de beschreven zorgen van collega Konings over kwetsbare patiënten deel ik . Ik heb echter nog wel enige hoop voor 2 van de beschreven patiënten. De patiënt met de colonobstructie en de patiënt met de pancoasttumor zouden prima behandeld/verzorgd kunnen worden in het verpleeghuis. Op basis van de beschikbare gegevens uit het artikel kan ik me niet goed voorstellen dat patiënten geen indicatie voor het verpleeghuis zouden kunnen krijgen. (misschien naïef gedacht?)

    Afgelopen weekend mocht ik gelukkig nog een keer de samenwerking ervaren (zelfs 2maal!)tussen huisarts en specialist ouderengeneeskunde “als bewakers van de beerput”. In weekenddiensten wordt de triage voor een spoedopname, in onze regio, gedaan door een speciaal daarvoor ingericht bureau. Voor de eerste verzameling van gegevens en bij duidelijke casuïstiek werkt dat prima,maar bij onduidelijke casuïstiek komt het gelukkig nog voor dat ik als dienstdoende specialist ouderengeneeskunde kan overleggen met de huisarts over de noodzaak van wel of geen spoedopname in het verpleeghuis. Bij de eerste patiënt besloten wij tot een opname op een TOP-kamer in een verzorgingshuis en de tweede patiënt ging na een nachtje opname in het verpleeghuis de volgende dag, met intensivering van de thuiszorg, weer naar huis.

    Als poortwachters van de zorg zijn wij (huisarts en specialist ouderengeneeskunde) onmisbaar om de zorg kwalitatief goed en betaalbaar te houden. Geloof mij er verblijven weinig patiënten onnodig in het verpleeghuis!

    Karen blijf goed voor je patiënten zorgen en goed voor jezelf! Boven mijn bureau hangen de woorden die vele zullen kennen “Moet ik dit nu doen” en dan elke keer de klemtoon op het volgende woord. Het geeft mij ondersteuning om mijn werk goed te blijven doen.

    Goed dat je dit verhaal hebt verteld!

  • S.C. de Ridder

    huisarts n.p., GAMEREN

    Met kromme tenen las ik in MC van 10 april het verslag van huisarts Karen Konings van een maandag.
    Veel herkende ik van haar frustraties uit de tijd dat ik zelf nog als huisarts praktiseerde,tot tien jaar geleden, en van het gevoel je gezin en/of je... patiënten te kort te doen. Ook nog herkenbaar is de frustratie over het dumpen van patiënten uit het ziekenhuis, of over waarnemende collegae die je beleid doorkruisen.
    Niet herkenbaar is echter de maligne bureaucratie. Zorg die niet gecontinueerd mag worden omdat er een DSM-diagnose is gesteld, geen zorg omdat je het label ZZP1 gekregen hebt, om maar niet te spreken over de attitude van het CIZ, die weigert met de huisarts te overleggen.
    Terecht benoemt huisarts Karen dit als een beerput.
    Dit is niet alleen te verklaren uit de suggestie van de hoofdredacteur in zijn column dat de huisarts moeite heeft met z'n grenzen te bewaken.
    Sinds 1998 is er een toenemende drang tot controle op alle handelingen in de zorg, ook wel eufemistisch transparantie genoemd, geboren uit wantrouwen. Dit wantrouwen is niet terecht, uit een onderzoek van zo'n twintig jaar geleden over het declaratiegedrag onder huisartsen bleek dat, afgezien van wat fraude, de meeste huisartsen juist te weinig declareerden.
    Het wordt tijd dat het vertrouwen weer terug komt, opdat het gif van het wantrouwen in de zorgverleners de zorg niet verder vernielt.

  • Y.A.J. Luijten

    huisarts, SITTARD

    Dit is zo'n ontzettend herkenbaar relaas, dat ik het niet kon laten om te reageren. De lange werkdagen met amper tijd voor een lunch, steeds meer administratie, de steeds zwaardere problematiek die op ons bordje terecht komt en steeds meer energie ve...rgt. Mantelzorgers die geacht worden meer en meer zorg op te vangen, maar daar niet toe in staat is en overbelast raakt. En men verwacht maar dat de huisarts het allemaal oplost. Wij zijn inderdaad geen Harry Potter, maar zo worden wij wel door velen gezien.

    Hoewel ik enerzijds blij ben om te lezen dat ik niet de enige ben die hiermee worstelt, vind ik het anderzijds ook treurig dat meer collega's met mij deze zorg delen. Hoe veel kan de huisarts nog hebben, voor deze verzuipt?

  • M.A.M.F. Eyck

    huisarts, BEEK LB

    Zeker heel herkenbare huisartsenproblematiek, maar toch:
    Na overleg met CIZ het volgende.
    1) In geval van spoed kan de huisarts samen met de zorginstelling een opname voor veertien dagen regelen. In die tijd kan dan de indicatie beoordeeld worden voo...r als het langer of anders moet. Soms kan het nodig zijn om het zorgkantoor erbij te betrekken, bv als er geen plaats is of de zorginstelling het om andere reden nodig vindt.
    2) een klacht kan iedereen indienen.
    3) een bezwaar kan ingediend worden door de client zelf of een van rechtswege bevoegde.
    4) mocht de huisarts in kwestie contact willen met CIZ dan kan zij bellen met Annuska Wiersma, klachtencoordinator onder nummer 088-7891433.
    Samen met collega Houtzager heb ook ik zorgen om de verhouding werk en privé bij Karen.

  • J.M.C. Sebrechts

    Huisarts, Tilburg

    Schitterend en erg herkenbaar artikel, zou zo maar een dag in mijn praktijk kunnen zijn. Tien jaar geleden ben ik als huisarts in Nederland komen werken omdat hier nog de mogelijkheid bestond om op een rustige manier zuivere en hoogstaande huisartsen...zorg te bieden (in België holde ik rond van 7 uur 's morgens tot middernacht). Er is in die tien jaar wel erg veel veranderd: minder en minder tijd om echt huisarts te zijn, steeds meer administratie, en inderdaad steeds meer het afvoerputje van de zorg met taken die niet de onze zijn. We worden gestraft omdat we goedkoop zijn. Maar ik geniet ondanks overheid en verzekeraars nog elke dag van mijn beroep, met dank aan mijn patiënten en praktijkmedewerkers. Ondanks het feit dat die werkdag zelden om 19 uur gedaan is.

  • GJ Bonte

    Neuroloog

    Bij ons op de spoedeisende hulp werken veel poortartsen, die huisarts willen worden, of HAIO's in het tweede jaar van de opleiding. De eerste categorie vraag ik wel eens of ze zich wel realiseren van het vak van huisarts inhoudt, en dat het bijna ond...oenlijk is om dat vak nog goed uit te voeren. Dat blijkt wel uit dit verhaal.

    De HAIO's vinden het vrijwel nog altijd het leukste vak wat ze hadden kunnen kiezen. Misschien omdat het als HAIO nog wat gemakkelijker is, minder verantwoordelijkheid, minder administratie, ik weet het niet.

    Maar petje af voor de huisartsen. Ik begrijp alleen niet dat ze niet meer van zich laten horen. We hebben een prima 1e lijns zorg, grotendeels door de huisarts geleverd. Maar de huisarts is geen Harry Potter, die met de bezem en wat magie alles op kan lossen. En alles wat nu richting huisarts geschoven wordt, lijkt mij wat te veel om te behappen. Kan dit verhaal nu eens niet op de voorpagina van de Volkskrant?

    Ik zal er zelf ook weer eens nadrukkelijk rekening mee houden, als ik weer een patient "terugverwijs" naar het spreekuur van de huisarts.

  • C.J. Dekker

    huisarts, URK

    Wat een goed geschreven verhaal van Karen Konings. Elke huisarts zal zich en zijn/haar eigen ervaringen erin herkennen. Inderdaad, de overheid draait de duimschroeven aan, bureaucratische inquisiteurs als CIZ (kosten: meer dan 200 miljoen euro per j...aar)krijgen vrij spel. Maar...patienten en zorgverleners, bedenkt wel, dat u het huidige querulantenteam echt zélf hebt gekozen.....
    Hoewel het nog lang geen Sinterklaas is, onderstaand enige gedachten in dichtvorm.
    -----------------------------

    De zieke zorg

    De spil in de zorg,
    De patiënt centraal
    Deze kreten staan borg,
    Zo weten we allemaal
    Voor managersgezwam
    Waar nimmer enig goeds van kwam

    Jonge en ook oude mensen
    Moeten met hun zorgenwensen
    Naar de gemeente, groot of klein
    Meer zorg voor minder geld, dat is `t venijn

    Zorgdiscussies gaan naar Ben W
    Den Haag, die zit daar niet meer mee
    Ouderen massaal verhuizen
    Door het sluiten van tehuizen

    Aan `s mensen geestelijke nood
    Heeft VWS een broertje dood
    Het mes erin, en als het écht niet gaat
    Staat volgens hen de huisarts wel paraat.

    Zó, denken Schippers en Van Rijn,
    Moet het wel op te lossen zijn
    Verzekeraars die houden sterk de macht
    In hun ivorentorenpracht

    Spenderen aan reclame meer dan 500 miljoen
    Wel zestien verzorgingshuizen kun je daarmee doen
    Of vijf ziekenhuizen een jaar lang
    Maar dat is niet des zorgverzekeraars belang

    Het wordt nu echt de hoogste tijd
    Dat het ministerie wordt geleid
    Door mensen met benul van zaken
    Alleen dán kan de zorg weer op de rails geraken.



    Cees Dekker

  • N.A. Terpstra

    huisarts, HOOGKARSPEL

    Oh wat herkenbaar, ik ben toch zo benieuwd in wat voor praktijken LHV-huisartsen werken, want die lijken en masse akkoord te gaan met de snel verslechterende situatie van huisartsen als laatste verdedigingslinie. Of zijn ze meer bezig met de CAO voor... 8-5 huisartsen??

  • H. Houtzager

    waarnemend huisarts, NIJMEGEN

    Karen maakt zich ernstig zorgen om haar kwetsbare patiënten. Als ik dit lees maak ik me ernstig zorgen om mijn kwetsbare collega's die op een reguliere werkdag werken van 7.00 tot 20.30 en zoals het lijkt zonder tijd voor een koffiepauze of een avond...maaltijd. Daarbij met een mopperend thuisfront en gemiste kostbare tijd voor de opgroeiende kinderen.
    De rillingen lopen me over de rug als dit mijn voorland zou moeten zijn. Als we als huisartsen de regie zelf willen blijven voeren dan hoop ik toch echt dat niet iedere reguliere werkdag er zo uit ziet als Karen schetst. Als dat wel zo is, is het wel erg aantrekkelijk om voor altijd waarnemer te blijven.

  • T. Dorresteijn

    Huisarts, EDERVEEN

    In 2010 verscheen in het Engelse huisartsenblad "Pulse" al een column van vergelijkbare strekking:
    I, the consultant's handmaid; 02 Dec 10, Tony Copperfield
    So why do consultants view general practice as a dumping ground? Copperfield has found o...ut
    How do hospital consultants survive their journey home? After all, getting in the car, negotiating the road and stopping off for a bottle of Bolly all require that they function in the community. Judging by my contact with them, the community is not a concept they can cope with: it’s alien and toxic.
    Perhaps it’s because their lungs have had to adapt to the nitrous oxide hospital managers pipe in through the air-con to boost morale – so they asphyxiate whenever they venture into the normal atmosphere and will have to evolve gills to breathe. Or maybe they’re just arrogant tossers. No, it can’t be that. It must be the gill thing.
    Whatever. The result is that anything requiring action outside the DGH – no matter how trivial or tiresome – consultants dump squarely in my lap. So I’m not just a fully frazzled GP, I’m a default community houseman, too.
    For example: ‘Admitted with confusion, MSU result unavailable by time of discharge, GP to chase up.’ And: ‘This lady’s HVS shows candida, please prescribe clotrimazole.’ And – my favourite, from a cardiologist: ‘This man’s teeth are terrible, GP to refer him to a dentist.’ Rational replies would be, respectively, ‘Chase it up yourself, you lazy sod’, ‘You took the test, so you’re responsible for the treatment’, and ‘Shall I clean his windows while I’m at it?’.
    So why do hospital doctors suffer the delusion that, once the patient has re-entered the community stratosphere, they are no longer able to communicate or treat? They can contact me, so why not the patient? Why not just pick up the phone, write a letter or send a script?
    This GP-abuse is a slow-drip torture: the sense of grievance grows until, inevitably, we blow a gasket. Which ...
    (Geen ruimte voor volledig artikel)

  • T. Dorresteijn

    Huisarts, EDERVEEN

    Hier dan het vervolg:

    "This GP-abuse is a slow-drip torture: the sense of grievance grows until, inevitably, we blow a gasket. Which explains why I found myself screaming at a transcribed telephone message the other day. It read: ‘Consultant rang to... say this lady’s calcium is low. GP to contact her to arrange a repeat.’ Brilliant. I don’t know the result, the indication, the urgency or the follow-up arrangements. I don’t know why the consultant couldn’t have sorted it herself. All I do know is that it’s now my problem.
    I phoned the consultant. ‘Why,’ I demanded, ‘do you view us GPs as your community handmaidens? Why? Why?’ And again, because I was starting to sound enjoyably unhinged: ‘Why?’
    I wasn’t expecting an answer. But I got one. ‘Because,’ she explained, ‘you have a special relationship with the patient.’
    And, suddenly, I felt rather humbled. With that simple response, she gave me a real insight into my role in the community and how my attitude, over time, has been corrupted. It’s true. We have that special relationship. I know all my patients personally. We’re on first-name terms.
    We go out for coffee together. We chat on Facebook. In fact, some weekends, all 2,001 of us link hands and walk, in soft focus, through fields of corn, singing ‘We are the world’. And she has a point. Because, of course, you do need that special kind of relationship to be able to convey exactly where to stick a clotrimazole pessary (ovule, TD)."

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.