Laatste nieuws
Joost Visser
5 minuten leestijd

Declaratierecht weg, specialisten vol vragen

1 reactie

ORGANISATIE

Medisch specialisten die vrij ondernemer zijn en dat na 2015 willen blijven, hebben flink wat werk te doen.

‘Ik wil ondernemer blijven en niet in loondienst werken. Maar het declaratierecht verdwijnt, dus ik moet me wel in de kwestie verdiepen.’ Aanvankelijk rustig vertelt de orthopedisch chirurg die naast de verslaggever zit, waarom hij naar deze avond is gekomen. Maar allengs wordt hij bozer en bozer: ‘Waarom moet dit allemaal? Geen arts die hier zin in heeft!’

Geërgerd
Zo’n 200 medisch specialisten laten zich op het VvAA-kantoor in Utrecht voorlichten over de vier organisatiemodellen die de Orde van Medisch Specialisten (OMS) met andere partijen heeft ontwikkeld om het vrije ondernemerschap voor de toekomst te behouden (zie kader). Echt experts zijn de aanwezigen niet. Op een vraag, tegen het eind van de avond, voor wie de verstrekte informatie gesneden koek was, steken nog geen tien mensen hun hand op. Maar ‘verbijsterd’ blijken er nauwelijks méér. Of zij durven er niet voor uit te komen.

Want net als de boze orthopeed zijn meer medisch specialisten op z’n minst geërgerd over de veranderingen die hen te wachten staan. Wat is eigenlijk de drijfveer geweest om duizenden vrijgevestigde medisch specialisten zó te demotiveren, vraagt iemand zich hardop af. Neuroloog Janko de Jonge, vice-voorzitter van de Orde van Medisch Specialisten (OMS) en een van de inleiders op deze avond, heeft dan al uitgelegd dat het overheid en politiek vooral gaat om het drukken van de kosten. Maar op de drijfveer-vraag weet hij het antwoord niet: ‘Het is een uitkomst van een politieke discussie die we niet kunnen beïnvloeden. Als politici in mijn ziekenhuis komen kijken, benadrukken zij hoe goed wij het doen. Maar terug in Den Haag roepen ze precies het omgekeerde, willen ze onze inkomens aan banden leggen en iedereen in loondienst laten werken. Dat is politiek, dat is de realiteit. Een bizarre realiteit.’ De politiek is achterdochtig en wantrouwend waarschuwt hij: ‘Het niet verstandig om alleen te verzuchten wat ons nu weer overkomt. Nee, we moeten laten zien dat we verantwoordelijk willen zijn en niet achterover willen leunen.’

‘Vogelvrij’
Deze avond gebeurt dat laatste zeker niet. ‘U boezemt mij angst in!’ zegt een welbespraakte arts als De Jonge de vier modellen heeft toegelicht. Niet alleen verzet zij zich tegen de kennelijke veronderstelling dat medisch specialisten zoveel verdienen (‘Wij kunnen geen miljoenen verdienen’), in één adem door benadrukt zij allang ondernemer te zijn. Immers, zij is niet in loondienst, heeft meer dan drie werkgevers, heeft personeel in dienst – is dat dan niet voldoende? Jaap Doets, consultant bij VvAA en een van de andere inleiders, helpt haar uit de droom: ‘U vindt dat u debiteurenrisico loopt, maar daar gaat het niet om. Het gaat erom hoe anderen dit beoordelen.’ De Jonge: ‘Stel dat u nu niets doet. Dan kunt u straks niet meer declareren.’ De arts is verontwaardigd: ‘Kan dat zomaar? Kan iemand ons dat recht zomaar ontnemen?’

Anderen in de zaal zijn realistischer. Zij maken zich zorgen: ‘Is er eigenlijk wel tijd genoeg? Wat nu als er op 1 januari nog niets is geregeld?’ Doets benadrukt dat het zo’n vaart niet zal lopen: ‘Die datum ligt vast, maar de nieuwe onderneming hoeft dan nog niet helemaal klaar te zijn. Als je kunt laten zien dat je serieus op weg bent, zal je met terugwerkende kracht het ondernemerschap worden toegekend. Maar de onderneming moet op 1 januari wel in de steigers staan.’ Hij kan niet iedereen geruststellen. ‘Ik voel me vogelvrij worden’, laat een boze arts zijn collega’s weten. ‘Op 1 januari komt ook de toelatingsovereenkomst te vervallen. Moeten wij dan het ziekenhuis uit? En zet de raad van bestuur dan een bus met Polen in op de ok?’ Doets reageert rustig: ‘De raad van bestuur kan je er niet zomaar uitzetten, tenzij je niet meewerkt. Als je met een constructief voorstel komt, kan het ziekenhuis niet zoveel doen.’

Loondienst
Wie het daarover eens wordt met het ziekenhuis kan na 1 januari ook in loondienst gaan werken, had De Jonge eerder al benadrukt. ‘In principe is dat te realiseren. Maar de stap is niet makkelijk te zetten, want op het gebied van goodwill en pensioen moet dan van alles worden geregeld.’ Hoewel ‘de politiek’ wel eens oppert dat alle medisch specialisten maar in loondienst moeten gaan werken, lijkt het hem niet waarschijnlijk dat dat zal gebeuren: ‘In het zorgakkoord met het ministerie van VWS hebben we afgesproken dat medisch specialisten ook straks kunnen kiezen tussen vrij beroep of dienstverband. Ons systeem verenigt het beste van twee werelden, dat ziet men ook bij VWS.’

Op een vraag uit de zaal maakt De Jonge, tegen het einde van de avond, duidelijk dat de maatschap oude stijl zeker niet zal verdwijnen: ‘Alleen het ondernemersrisico wordt in een brede ziekenhuismaatschap ondergebracht. Voor vakinhoudelijke zaken blijven de oude maatschappen als gesprekspartner onontbeerlijk. We kunnen straks moeilijk al onze protocollen in de staf bespreken!’ Met de komst van een nieuwe structuur, is nog niet geregeld wie straks in het ziekenhuis waarvoor verantwoordelijk is, benadrukt De Jonge. Hij neemt het onderwerp ‘disfunctioneren’ als voorbeeld: ‘Spreken we daar niets over af, dan kan een raad van bestuur het probleem eenvoudig bij de maatschap leggen: “Los het zelf maar op”. Dat moet je straks goed regelen.’

Maar dat is iets voor later. Nu is het eerst zaak dat de besturen van de stafmaatschappen een toekomstig organisatiemodel maken en dat bespreken met de achterban, de fiscus, de raad van bestuur en de raad van toezicht. Doets: ‘Pas dan kan een individuele specialist antwoord geven op de vraag: “Wat betekent dit nu voor mij?”’


Vier modellen

Met de invoering van de integrale tarieven, op 1 januari 2015, kunnen medisch specialisten niet meer via het ziekenhuis bij de zorgverzekeraar declareren, en zijn zij in principe geen ondernemer meer. In principe, want de Orde van Medisch Specialisten (OMS) heeft met de ziekenhuisvereniging NVZ en de ministeries van VWS en Financiën vier nieuwe organisatiemodellen ontwikkeld waarin medisch specialisten onder voorwaarden ondernemer kunnen blijven.

In het relatief eenvoudige samenwerkingsmodel sluiten de medisch specialisten via een specialistenmaatschap (model 1) of een specialisten-bv (model 2) een samenwerkingsovereenkomst met het ziekenhuis. In het ingewikkeldere participatiemodel worden medisch specialisten mede-eigenaar van het ziekenhuis: de specialistenmaatschap brengt – net als de ziekenhuisstichting – de activiteiten onder in een vennootschap onder firma (VOF) (model 3), ófwel de specialisten participeren via hun personal holding bv en een specialistencoöperatie in een gezamenlijke ziekenhuis-bv (model 4).

De OMS heeft alle medisch specialisten inmiddels gedetailleerde informatie gestuurd over de vier modellen. Maar de zaak is ingewikkeld. Daarom organiseerde de OMS, met VvAA en Logex, op 11 februari in Utrecht een bijeenkomst om vrijgevestigd specialisten over de veranderingen te informeren; vergelijkbare avonden staan gepland voor 20 februari in Zwolle en 25 februari in Tilburg. (Zie ook de column van Frank de Grave deze week). Voor raden van bestuur, voorzitters van medische staven en collectieven en lokale werkgroepen 2015 zijn al eerder informatieavonden en spreekuren georganiseerd.


Joost Visser, journalist Medisch Contact

Mail: j.visser@medischcontact.nl; Twitter: @joostvissermc



Zie ook

<b>Download dit artikel (PDF)</b>
werk specialisteninkomens
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.