Laatste nieuws
Uitspraak tuchtcollege

MC 26 - Disfunctioneren en privacy

Plaats een reactie

Wat te doen als er over u een dossier wordt aangelegd omdat er aanwijzingen zijn dat u disfunctioneert? Je kunt proberen de vernietiging van dat dossier af te dwingen. Immers, ‘geen dossier, geen zaak’.  Dat is kennelijk de wat naïeve gedachte geweest van een medisch specialist die bij de rechter eiste dat het ziekenhuis waarin hij werkte het dossier over zijn disfunctioneren zou vernietigen. Volgens de arts viel dit dossier onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP), en kon hij op grond van deze wet om vernietiging vragen. Zowel de rechtbank, het Hof als de Hoge Raad oordelen echter dat het betreffende dossier niet onder de WBP valt, omdat het een afzonderlijk dossier was, dat niet was geautomatiseerd en evenmin deel uitmaakte van een bestand (de criteria van art. 2 lid 1 WBP).


Leuk om te weten, maar of het veel uitmaakt, betwijfelen wij. Ook als het wel om een WBP-dossier gaat (bijvoorbeeld omdat het in een bestand zit van de dossiers van alle in het ziekenhuis toegelaten specialisten), moet de instelling de relevante informatie uit dit dossier natuurlijk kunnen gebruiken in een procedure naar aanleiding van disfunctioneren. Een vernietigingsverzoek op grond van de WBP behoeft dan niet te worden ingewilligd.


Het komt wel vaker voor dat situaties van disfunctioneren ontaarden in langdurige juridische procedures. Alle reden om over dat onderwerp zorgvuldige interne procedures te ontwerpen en (net zoals in de patiëntenzorg) een goed dossier bij te houden. Dat kan in een latere juridische procedure veel gedoe en vertraging voorkomen.



B.V.M. Crul, arts


Mr. Dr. J. Legemaate




Uitspraak Hoge Raad der Nederlanden in de zaak van [verzoeker], wonende te (woonplaats), verzoeker tot cassatie, advocaat: mr. I. de Vink, tegen Stichting Sint Jans Gasthuis, gevestigd te Weert, verweerster in cassatie, advocaat: mr. D. Stoutjesdijk.



1. Het geding in feitelijke instanties


Met een op 11 februari 2003 ter griffie van de rechtbank te Roermond ingekomen verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker]  zich gewend tot die rechtbank en verzocht dat verweerster in cassatie - verder te noemen: de Stichting - op grond van art. 46 van de Wet bescherming persoongegevens (WBP) uit haar bestand dient te verwijderen en te vernietigen:


- de zogenaamde zwartboeken van de afdeling Neurologie van de Stichting, en


- de bijlagen bij de brief van afdeling Klinische Neurofysiologie (KNF) aan de Stichting.



Met een op 28 maart 2003 ter bovenvermelde griffie ingekomen verzoekschrift  heeft [verzoeker] de rechtbank verzocht dat de Stichting dient te verwijderen en te vernietigen:


- het rapport van [betrokkene 1] ‘Groningen, februari 2003’ met bijlagen, en


- de informatie verstrekt aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg.



Voorts heeft [verzoeker] bij laatstvermeld verzoekschrift de rechtbank verzocht te bevelen dat de Stichting de Inspectie voor de Gezondheidszorg dient te laten weten dat de verstrekte informatie niet mag worden gebruikt.


De Stichting heeft voor antwoord geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van [verzoeker] in zijn verzoeken, althans tot afwijzing daarvan met veroordeling van [verzoeker] in de kosten van het geding.


De rechtbank heeft beide verzoeken gevoegd behandeld en bij beschikking van 6 augustus 2003 heeft zij de verzoeken afgewezen en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd.


Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.


Bij beschikking van 2 maart 2004 heeft het hof voormelde beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de op dit hoger beroep gevallen proceskosten tussen partijen gecompenseerd.


De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.



2. Het geding in cassatie


Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld.


De Stichting heeft verzocht het beroep te verwerpen.


De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.



3. Beoordeling van het middel


3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.


(i) Per 1 september 2001 is [verzoeker] toegelaten tot het door de Stichting geëxploiteerde ziekenhuis, eerst als chef de clinique en per 1 oktober 2001 als medisch specialist voor neurologie.


(ii) Al snel na de aanvang van de werkzaamheden zijn problemen over het functioneren van [verzoeker] ontstaan. Dat is onder andere aan de orde gekomen tijdens de vergaderingen van de neurologen, waarvan verslagen zijn opgemaakt. De Stichting heeft informatie over het functioneren van [verzoeker] ingewonnen bij medewerkers van de afdeling Klinische Neurofysiologie (KNF) en de afdeling Neurologie. Deze afdelingen hebben informatie verzameld en deze informatie - door [verzoeker] zwartboeken genoemd - gezonden aan de Stichting.



Daarnaast heeft de Stichting de Inspectie voor de Gezondheidszorg ingeschakeld. Deze heeft de Stichting bij brief van 1 december 2002 geadviseerd om met onmiddellijke ingang maatregelen te nemen. Daarop heeft de Stichting een deskundige, [betrokkene 1], ingeschakeld die in februari 2003 een rapport over de expertise en het functioneren van [verzoeker] heeft uitgebracht.


(iii) De Stichting heeft [verzoeker], die zich op 15 november 2002 had ziek gemeld, op 21 januari 2003 op non-actief gesteld, nadat deze te kennen had gegeven zijn praktijk weer te willen hervatten.


(iv) Naar aanleiding van het advies van [betrokkene 1] heeft de Stichting de toelatingsovereenkomst met [verzoeker] op 18 februari 2003 met onmiddellijke ingang opgezegd. Tegen die beslissing heeft [verzoeker] op 14 maart 2003 een procedure bij het Scheidsgerecht Gezondheidszorg aanhangig gemaakt.


 In de bodemprocedure is nog geen uitspraak gedaan. Wel heeft de voorzitter van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg bij arbitraal vonnis in kort geding van 16 september 2003 de vorderingen van [verzoeker] tot - onder meer - toelating van [verzoeker] tot het ziekenhuis ter hervatting van zijn werkzaamheden als neuroloog, afgewezen.



3.2. Bij brieven .... heeft [verzoeker] zich tot de rechtbank te Roermond gewend. De in die brieven opgenomen verzoeken houden in dat aan de Stichting zal worden bevolen op grond van art. 46 van de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: WBP) uit haar bestand te verwijderen en te vernietigen:


1. de zogenaamde zwartboeken van de afdeling Neurologie aan de Stichting en de bijlagen...;


2. de informatie verstrekt aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg;


3. het rapport van [betrokkene 1] ‘Groningen, februari 200’ met bijlagen.



Daarnaast heeft [verzoeker] aan de rechtbank verzocht de Stichting te bevelen dat zij de Inspectie voor de Gezondheidszorg laat weten dat de verstrekte informatie niet mag worden gebruikt.


De rechtbank heeft de verzoeken van [verzoeker] afgewezen, daartoe overwegende dat de door [verzoeker] bedoelde gegevens niet kunnen worden aangemerkt als te zijn opgenomen in een bestand als bedoeld in de WBP, zodat die wet toepassing mist.


Het hof heeft de beschikkingen van de rechtbank, onder aanvulling van gronden, bekrachtigd.



3.3. Het hof heeft geoordeeld dat het (afzonderlijke) dossier ‘[verzoeker]’ niet zelf een bestand is als bedoeld in art. 1, onder c, WBP, omdat dit dossier geen betrekking heeft op verschillende personen en dat het enkele feit dat het dossier ‘[verzoeker]’ chronologisch is geordend niet tot de conclusie kan leiden dat sprake is van ‘een gestructureerd geheel van persoonsgegevens dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is’. Het hof heeft geoordeeld dat het dossier ‘[verzoeker]’ geen deel uitmaakt van het bestand van de verzameling van dossiers van de (alle) medische specialisten of bestemd is daarin te worden opgenomen. Het hof heeft ten slotte geconcludeerd dat de WBP toepassing mist ten aanzien van het dossier ‘[verzoeker]’.



3.4.Het hof betoogt... , dat het enkele feit dat het dossier ‘[verzoeker]’ chronologisch is geordend, niet tot de conclusie kan leiden dat sprake is van een gestructureerd geheel van persoonsgegevens dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is, wezenlijke stellingen, zoals deze door [verzoeker] in de feitelijke instanties zijn aangevoerd, zonder voldoende begrijpelijke motivering heeft miskend.



3.4.2. Het (rechts)oordeel van het hof is juist dat het enkele feit dat het dossier ‘[verzoeker]’ chronologisch is geordend, niet tot de conclusie kan leiden dat er sprake is van ‘een gestructureerd geheel van persoonsgegevens dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is’ in de zin van art. 1, onder c, WBP....



3.5.1. ...



3.5.2. Het hof heeft met juistheid onderscheiden tussen enerzijds de verzameling dossiers van alle in het ziekenhuis van de Stichting werkzame medischspecialisten, onder wie [verzoeker], waarin algemene gegevens worden opgenomen, zoals personalia, de toelatingsovereenkomst en - bijvoorbeeld - correspondentie met betrekking tot het verrichten van werkzaamheden elders dan in het ziekenhuis, die alle bij elkaar in een dossierkast worden bewaard en welke tezamen een bestand vormen als bedoeld in art. 1, onder c, WBP en anderzijds het dossier ‘[verzoeker]’, dat noch feitelijk noch naar de aard van de inhoud deel uitmaakt van dat bestand noch is bestemd om in dat bestand te worden opgenomen; niet alleen wordt het dossier ‘[verzoeker]’ afzonderlijk bewaard en is het alleen voor [betrokkene 2], de directeur van de Stichting, toegankelijk, ook bevat dit dossier geheel andere gegevens (over het functioneren van [verzoeker]) dan het bestand van de dossiers van de medisch specialisten. De klacht faalt derhalve.



3.6. ....



4. Beslissing


De Hoge Raad:



verwerpt het beroep;



veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Stichting begroot op  310,69 euro aan verschotten en 1.800 euro voor salaris.



Deze beschikking is gegeven door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 3 juni 2005.



Klik hier voor het PDF-bestand van dit artikel



Klik hier voor de integrale tekst van deze uitspraak van de Hoge Raad

disfunctioneren neurologie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.