Laatste nieuws

Huisarts kan helpen bij ziekenhuiskeuze

Plaats een reactie

kwaliteit

Voor patiënten zijn kwaliteitsverschillen nog steeds niet transparant

Er is al veel tijd en energie gestoken in de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren en de openbaarmaking daarvan. Maar patiënten kunnen er weinig mee. Maaike Dautzenberg en collega’s onderzochten hoe dat komt en welke rol de huisarts kan spelen.

Veel patiënten zijn zich bewust van kwaliteitsverschillen tussen zorgaanbieders en vinden het belangrijk dat informatie daarover openbaar is. Dat blijkt zowel uit een internationale literatuurstudie, als uit eigen onderzoek onder 456 borstkankerpatiënten, die in 2012 deelnamen aan een vragenlijstonderzoek en focusgroepsgesprekken.1 2 Desondanks maken patiënten bij hun ziekenhuiskeuzes nauwelijks gebruik van dergelijke informatie. Zo zoekt minder dan één op de tien borstkankerpatiënten daadwerkelijk naar verschillen in de kwaliteit van zorg van ziekenhuizen. In de praktijk blijken zij nog steeds vooral te kiezen op hun onderbuikgevoel en persoonlijke ervaring. Zij gaan te rade bij kennissen die in de gezondheidszorg werken en kiezen voor een ziekenhuis in de buurt dat ze al kennen, of dat hen aanbevolen wordt door familie of vrienden.

Uit de groepsgesprekken met borstkankerpatiënten weten we dat zij na het horen van de diagnose ‘kanker’ in een emotionele achtbaan terechtkomen. Het gevoel van urgentie en levensbedreiging is te groot om rustig af te wegen in welk ziekenhuis ze het best behandeld kunnen worden. Bovendien geven ze aan dat de informatie op internet, zoals op websites die kwaliteit vergelijken, moeilijk te vinden en niet erg toegankelijk is. Waar ze behoefte aan hebben zijn eenvoudige overzichten, het liefst op papier, en advies van een onafhankelijke partij, zodat de behandelaar-patiëntrelatie in het ziekenhuis niet wordt beïnvloed.

Uit ons onderzoek blijkt dat de ziekenhuiskeuze geen plek heeft binnen het diagnose- en behandeltraject. Er is met andere woorden geen specifiek moment ingeruimd waarop patiënt en arts samen bekijken waar de patiënt het beste gediagnosticeerd of behandeld kan worden. Terwijl patiënten wel graag geïnformeerd willen worden over verschillen tussen ziekenhuizen in de kwaliteit van zorg, zo blijkt uit onderzoek onder uiteenlopende patiëntgroepen.3 Bovendien is duidelijk dat ze die informatie vooral van de huisarts willen ontvangen. Voor 67 procent van de geënquêteerde borstkankerpatiënten bijvoorbeeld geld dat, tegenover 28 procent die (ook) de zorgverzekeraar een acceptabele bron van informatie vindt. Patiënten geven de voorkeur aan de huisarts omdat ze deze beschouwen als een onafhankelijke partij die bovendien medisch deskundig is. Maar wat vinden huisartsen daar zelf van?

Twijfelen

Uit interviews met huisartsen en vragenlijsten onder zeventig huisartsen komt naar voren dat zij sceptisch staan tegenover het gebruik van publieke kwaliteitsinformatie.4 Ze verwijzen vooral door naar specialisten met wie ze goede ervaringen hebben en wegen daarbij de voorkeuren van patiënten mee. De redenen hiervoor zijn verschillend. Ten eerste zijn zij veelal afhankelijk van dezelfde informatiebronnen op het internet als patiënten en lopen ze daarbij tegen vergelijkbare problemen aan. Zo weten de artsen vaak niet waar de juiste informatie te vinden is en als die wel te vinden is, ervaren zij deze als onduidelijk en strijdig en plaatsen zij vraagtekens bij de onafhankelijkheid van de bronnen. Ook geven ze aan niet goed te weten hoe actueel de aangeboden cijfers en scores zijn. Huisartsen vinden het bovendien moeilijk de kwaliteit van zorg van collega-artsen te beoordelen. Ze geven aan dat dit ten aanzien van hun directe collega’s al geen sinecure is, laat staan als het gaat om kwaliteitsverschillen tussen medisch specialisten.

Bovenal speelt tijdgebrek. Dit geldt voor de investering die het opzoeken en interpreteren van vergelijkende kwaliteitsinformatie vraagt en het up-to-date houden van dergelijke kennis. Maar ook ten aanzien van de extra consulttijd die nodig is als huisartsen patiënten willen helpen met keuzes maken. Bovendien twijfelen huisartsen of dergelijke inspanningen de moeite lonen, omdat ze de kwaliteitsverschillen tussen ziekenhuizen niet zo duidelijk vinden.

Gezamenlijke besluitvorming

Wat betekent dit alles voor de praktijk? Moeten we geïnformeerde behandelkeuzes door patiënten verwijzen naar Utopia als een niet waar te maken droom? Wat ons betreft niet. Wij denken dat geïnformeerde patiëntkeuzes op basis van kwaliteit in de zorg een niet te stoppen ontwikkeling is en dat de behoefte aan vergelijkende kwaliteitsinformatie alleen maar zal toenemen. Patiënten worden kritischer en eisen transparantie over de zorg die zij ontvangen. We verwachten dat patiënten die samen met hun zorgverleners in een keuzeproces de voor- en nadelen van de beschikbare ziekenhuizen tegen elkaar afwegen, betere keuzes maken. Bovendien versterkt actieve participatie bij de besluitvorming het gevoel van regie over de zorg bij patiënten. Ook uit maatschappelijke overwegingen is gezamenlijke besluitvorming van belang. Zo weten we dat behandelkeuzes op basis van overleg tussen patiënten en hun artsen in specifieke situaties leiden tot minder invasieve ingrepen, soms ook tot lagere zorgconsumptie en tegelijkertijd een hogere patiënttevredenheid. 5 Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de visie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het streven naar meer transparantie van kwaliteitsverschillen in de zorg, bewuste zorgkeuzes van patiënten, de doorverwijzende arts en de bijbehorende informatievoorziening voor patiënten, belangrijke elementen zijn.6

Willen we het gebruik van vergelijkende informatie stimuleren, dan is de consequentie dat patiënten daarin ondersteund en begeleid worden binnen een structuur die een dergelijke dialoog over de beste ziekenhuiskeuze faciliteert. Samenwerking tussen zorgverzekeraars, beroepsverenigingen van huisartsen en patiëntenverenigingen is een conditio sine qua non om ervoor te zorgen dat de informatie over de kwaliteit van zorg en mogelijke kwaliteitsverschillen tussen ziekenhuizen zo eenduidig mogelijk is en niet strijdig van inhoud is.

Concrete stappen

De noodzaak van en de behoefte aan kwaliteitsinformatie door patiënten voor ziekenhuiskeuzes is er. Nu nog de concrete invulling. Er worden wel stappen gezet in de goede richting.7 Vooralsnog zijn het echter ideeën die concrete uitwerking behoeven. Wij denken bovendien dat geïnformeerde ziekenhuiskeuzes door patiënten met ondersteuning van de huisarts impliceert dat de beroepsverenigingen van huisartsen zich moeten bezinnen of zij op dat vlak een voortrekkersrol voor zichzelf zien weggelegd. En wat de randvoorwaarden zijn om die rol goed te kunnen vervullen. Voor zorgverzekeraars betekent het dat zij – wanneer de beroepsverenigingen een dergelijke principiële keuze hebben gemaakt – huisartsen in ieder geval voldoende tijd en budget beschikbaar moeten stellen om zich te verdiepen in kwaliteitsverschillen tussen ziekenhuizen. Dit geldt ook voor de extra consulttijd die het vraagt om patiënten te begeleiden in hun keuzes. Randvoorwaarden zijn de beschikbaarheid van goed ondersteunend – ook schriftelijk – voorlichtingsmateriaal voor patiënten, maar ook achtergrondmateriaal voor huisartsen. Vervolgens is het aan huisartsen zelf om de bespreking van ziekenhuiskeuzes een duidelijke plek en timing te geven in het diagnose- en behandeltraject.

Als niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan, wordt het tijd te onderkennen dat het geld en de energie die nu worden gestoken in het ontwikkelen en verzamelen van kwaliteitsindicatoren ten behoeve transparantie van de zorg niet zal leiden tot daadwerkelijk gebruik ervan door patiënten. Met andere woorden, zowel huisartsen als zorgverzekeraars zijn beiden aan zet om beslissende en vooral concrete stappen te zetten. Zij zullen gezamenlijk de verantwoordelijkheid moeten nemen om patiënten geïnformeerde keuzes te laten maken en hen op de juiste plek met de beste kwaliteit van zorg terecht te laten komen.


dr. Maaike Dautzenberg, zelfstandig onderzoeker en eigenaar van Dautzenberg Research & Advice

drs. Nicole Ketelaar, promovenda bij IQ healthcare, UMC St Radboud en onderzoeker bij het Lectoraat Innoveren in de Ouderenzorg, Hogeschool Windesheim
dr. Marjan Faber, senior onderzoeker, IQ healthcare, UMC St Radboud

Contact

info@maaikedautzenberg.nl;

cc: redactie@medischcontact.nl



Voetnoten
[1] Dautzenberg MGH, Faber M, Harmsen M, Weenink JW. Literatuurstudie naar de effecten van publieke ziekenhuisinformatie op keuzes van patiënten. IQ healthcare, UMC St Radboud en Dautzenberg Research & Advice. 2011. www.maaikedautzenberg.nl/zorg-welzijn.htlm
[2]Dautzenberg MGH, Weenink JW, Faber M, Ouwens M. Kiezen borstkankerpatiënten voor kwaliteit? Borstkankerpatiënten over vergelijkende kwaliteitsinformatie borstkankerzorg. Nijmegen: IQ healthcare, UMC St Radboud/ ’s-Hertogenbosch: Dautzenberg Research & Advice. 2012.
[3]Promotieonderzoek van Nicole Ketelaar, IQ healthcare, UMC St Radboud.
[4]Ketelaar NABM, Faber MJ, Elwyn G, Westert GP, Braspenning JC. Choice of referral based on comparative performance information in general practice: myth or reality? Ingediend manuscript.
[5]The Cochrane Collaboration(Wolf, 1996; Volk, 1999; Man-Son-Hing, 1999; Morgan, 2000; Dodin, 2001; Auvinen,2002; Frosch, 2003; Whelan, 2004), Booz & Company analyse. Booz & Company 06-12-2011.
[6]Gezamenlijke agenda VWS ‘Van systemen naar mensen’. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 8 februari 2013.
[7]Zie bijvoorbeeld het experiment Slimmer met Zorg van CZ/VGZ/Zorgbelang waarin de sleutelrol die de huisarts heeft bij het verwijzen van patiënten naar de tweede of derde lijn verder wordt uitgewerkt. www.pozob.nl/web/files/7304736_slimmer-met-zorg-deel-1en-2-samenvatting-def.pdf)

© ANP PHOTO
© ANP PHOTO
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.