Laatste nieuws
Mathijs Smit
9 minuten leestijd
interview

Kees Tulleken: ‘Artsen kunnen zeer hard tegen elkaar zijn’

7 reacties

interview

Begin dit jaar kreeg de gerenommeerde neurochirurg Kees Tulleken een golf kritiek over zich heen nadat zijn vrouw, een journaliste, met zijn hulp een artikel had gepubliceerd over de gezondheidstoestand van lawineslachtoffer prins Friso. Nu kijkt hij terug.

tekst: Mathijs Smit | beeld: Nout Steenkamp

‘Natuurlijk, kom maar langs.’ Kees Tulleken heeft er geen probleem mee om zich te laten interviewen over de zaak die hem begin dit jaar op slag een bekende Nederlander maakte. In februari was de 72-jarige neurochirurg met zijn vrouw in Oostenrijk, toen prins Friso daar onder een lawine terecht kwam en werd opgenomen in het ziekenhuis. Tulleken en zijn vrouw spraken met lokale neurochirurg Claudius Thomé over de toestand van de prins. Zijn vrouw, de journaliste Jannetje Koelewijn, schreef vervolgens in NRC Handelsblad dat zijn situatie niet helemaal uitzichtloos was. Het artikel leidde tot een golf van kritiek, vooral nadat een week later bekend werd dat de vooruitzichten van Friso beroerd waren.

Tulleken kwam door de zaak zwaar onder vuur te liggen. Hem werd verweten het medisch beroepsgeheim te hebben geschonden, zo niet naar de letter, dan wel naar de geest. Ook zou het krantenartikel een te rooskleurig beeld van Friso’s toestand hebben geschetst. In juli diende de inspectie een tuchtklacht tegen hem in bij het Medisch Tuchtcollege. Dat moet nog bepalen of het de zaak in behandeling neemt. Met een mogelijke tuchtzaak in het vooruitzicht zouden veel artsen terughoudend zijn met interviews, Tulleken niet. Hoewel hij vier dagen na het gesprek nog even twijfelt, omdat zijn advocate het hem achteraf heeft afgeraden. Toch ziet hij ook uiteindelijk weinig bezwaren. ‘Ik zie niet op tegen de zaak. Ik ben 72 en maak me echt niet druk om een eventuele berisping.’

Ook het gesprek zelf maakt duidelijk dat de tanige en energieke neurochirurg door het voorval niet in zijn schulp is gekropen. Hij voelt geen noodzaak zijn woorden zorgvuldig te wegen, en hij hoeft al helemaal niet naar ze te zoeken. Tijdens de rit in de verbale achtbaan passeren ook talloze terzijdes, zoals zijn liefde voor Spinoza, anekdotes over zijn leermeesters en illustratieve praktijkgevallen. Tulleken is zich ervan bewust. ‘Ik heb deze manier van spreken een beetje gecultiveerd. En let maar op, ik keer altijd weer terug bij de hoofdzaak.’

Jongensachtige trots
Tulleken ontvangt op kantoor bij Elana, het bedrijfje dat zijn techniek voor bypassoperaties rond de hersenen verder ontwikkelt en op de markt brengt. Nadat hij in 2006, na een kwart eeuw als afdelingshoofd en hoogleraar in het UMC Utrecht, met emeritaat ging, bleef hij nauw bij het bedrijf betrokken. Elana is gevestigd op het Utrechtse universiteitsterrein De Uithof. ‘Zo kan ik ook even laten zien met welke prachtige dingen we hier bezig zijn.’ Geestdriftig verzorgt Tulleken een rondleiding langs het lab, de kantoren en zijn collega’s. Met jongensachtige trots wijst hij in de gang op een ingelijst artikel uit de New York Times over zijn werk en een foto van een bezoek van toenmalig premier Balkenende.

U hebt als neurochirurg de toppen van uw vakgebied bereikt. Is het vervelend dat iedereen u nu alleen maar kent als de arts die het niet zo nauw nam met het medisch beroepsgeheim?
‘Nee. Het klinkt misschien arrogant, maar ik heb hiervan geleerd hoe grillig de mening van de massa is. Voor mijn vrouw Jannetje was het wel zwaarder, ook omdat zij twitter en blogs leest. Sommige dingen die zij voorlas zijn mij wel bijgebleven, zo rücksichtslos en op de man gespeeld.’

U was jarenlang lid van het medisch tuchtcollege. Daar beoordeelde u ongetwijfeld ook zaken rond het beroepsgeheim. Ondanks die ervaring zag u in februari geen bezwaar tegen het artikel over Friso. Hoe kan dat?
‘Ik sluit niet uit dat het deels beroepsmisvorming is. Bij acute hersenpathologie heeft het beroepsgeheim een andere lading dan in de praktijk van bijvoorbeeld huisartsen, bedrijfsartsen of psychiaters. Pas toen wij terugkeerden in Nederland, waar de hel was losgebarsten, realiseerde ik mij dat we onvoorzichtig waren geweest.’

Geldt dat ook voor de positieve ondertoon van het artikel?
‘Misschien. Ik sta bekend als pathologisch optimist, maar zo heb ik het in het ziekenhuis ook altijd gedaan. Bij patiënten met ernstig hersenletsel dacht ik niet aan de 97 procent kans dat het zou misgaan, maar aan de 3 procent kans op succes. Ik heb zo’n vijftien gevallen meegemaakt die onvoorstelbaar veel beter opknapten dan wij ooit voor mogelijk hadden gehouden.’ Tulleken geeft een verbluffend voorbeeld, waarbij ook de naam van de patiënt valt. ‘Je hoeft zoiets maar een paar keer mee te maken, om je te realiseren hoe belangrijk een positieve grondhouding voor patiënten en hun naasten is.’ Dat het artikel over Friso bijdroeg aan achteraf misplaatste hoop, erkent Tulleken. ‘Maar het is kwaadaardig om mensen die wijzen op de kleine kans dat het goed gaat, achteraf te verwijten dat het niet goed is gegaan.’

Karaktermoord
Tulleken vindt dat de media de zaak hebben opgeblazen. Volgens hem was er soms sprake van gebrekkige kennis, effectbejag en kwaadwillende of onsmakelijke berichtgeving. ‘Zo stond in de Volkskrant dat ik wraak wilde nemen omdat de koninklijke familie niet op mijn hulpaanbod was ingegaan. Karaktermoord. En een journaal meldde het nieuws van de tuchtklacht tegen mij vlak na een item waarin Willem-Alexander vertelde dat de toestand van zijn broer nog steeds onveranderd zorgelijk was. Daar had ik de pest over in. Het doet denken aan de film Jagten.’ Daarin wordt een kleuterleider ten onrechte door een kind beschuldigd van misbruik. ‘Je wordt ineens helemaal als boef afgeschilderd. De massahysterie neemt het over, en de werkelijkheid bestaat niet meer. Ik heb altijd moeite gehad als mensen in de verdrukking van de publieke opinie kwamen. Inmiddels begin ik zelfs sympathie te voelen voor Bram Moszkowicz en Diederik Stapel. Ach, het is ook wel leerzaam dit mee te maken.’

Soms spreekt u heel achteloos over de zaak. U heeft uw hele leven hard gewerkt en een glanzende reputatie opgebouwd. Bent u nooit bang dat u alles hiermee in de waagschaal heeft gesteld?
‘Paul Witteman had het ook over een smet op mijn blazoen. Wat is dat? Het interesseert me niets wat mensen van me denken, zolang ik weet dat ik iets met de beste bedoelingen heb gedaan.’

Bent u ook niet bang voor de gevolgen in uw nabije omgeving? De universiteit, de partners in uw bedrijf, uw directe collega’s?
‘Al die mensen kennen mij en ze weten dat ik dit niet heb gedaan om in de krant te komen. Een enkele keer is iemand boos, ja. Maar onlangs bleek op een afscheidsfeest van een oud-leerling in het Westeinde Ziekenhuis nog met hoeveel mensen ik een goede relatie heb. Daar kan dit tegen.’

Domme opmerking
Tulleken zegt zich wel te hebben gestoord aan de wijze waarop hem de les werd gelezen door niet-vakgenoten. Hij moet er ook om lachen. ‘Opeens denkt half Nederland kenner te zijn van schedelbasisfracturen en hersenletsel. Terwijl degene die er echt iets vanaf weet, wordt weggezet als onbenul die maar wat uit zijn nek loopt te kletsen. Zo vertelde een psycholoog op televisie dat een schedelbasisfractuur soms juist ook heel gunstig is. Dat intelligente mensen zulke domme opmerkingen kunnen maken. Een econoom schreef dat als ik een echt goede neurochirurg was geweest, ik wel beter had geweten. Terwijl ik veertig jaar lang drie keer per week patiënten met ernstige hersenschade heb geopereerd.’

Toch was ook de kritiek van uw eigen vakgenoten pittig.
‘Het is mij ook opgevallen hoe hard sommige collega’s zich opstelden. Jullie vroegere hoofdredacteur Ben Crul suggereerde dat ik de eed van Hippocrates niet goed had begrepen. Een groep specialisten wilde zelfs een civiele zaak tegen mij beginnen. Ik had het kunnen weten. Als jonge neurochirurg in het Westeinde Ziekenhuis sprak ik eens met oud-premier Piet de Jong, die daar als voorzitter van de regenten ook de stafvergaderingen meemaakte. “Zoals die artsen tegen elkaar tekeer gaan, hoe zij elkaar afbreken, dat zou in de politiek niet kunnen”, zei hij. Wij kunnen ongelooflijk hard zijn tegenover elkaar. Ach, misschien is dat wel gezond.’

In een brief aan uw advocaat die u me voor ons gesprek liet lezen, verklaart u een deel van de ‘volkswoede’ uit het feit dat neurochirurgen te boek staan als kille dokters. Denkt u echt dat dit een rol heeft gespeeld?
‘Een deel van de bevolking ziet neurochirurgen als kille technici. Dat beeld bestaat ook in de literatuur. In een onlangs verschenen boek van Joke Hermsen (Blindgangers, red.) is een drinkende en rokkenjagende cynische neurochirurg de grote klootzak. Ook bij Vestdijk komt zo’n neurochirurg voor. Het imago zou kunnen voortkomen uit de gedachte dat hersenchirurgen te rationeel zijn. Het brein is killer is dan het hart.’

En u denkt dat het imago van de neurochirurg een rol gespeeld heeft in de kritiek uit de beroepsgroep op deze zaak?
‘Het is de vraag of ik gelijk heb, maar in veel ziekenhuizen liepen in het verleden lastige, weinig populaire neurochirurgen rond. Ik kan mij de problemen herinneren van neurochirurgen in een academisch ziekenhuis, die liever in hun privékliniek werkten. In een ander ziekenhuis was enorme stront rond een oudere neurochirurg, die goed maar verschrikkelijk eigenwijs was. Hij kreeg altijd ruzie met de ic-mensen. Zoiets als nu aan de VU. Mijn promotor Henk Verbiest hier in Utrecht was ook zeer autocratisch. Een verdomd intelligente man, hoor, maar wel een enorme potentaat.’

Is dat negatieve beeld alleen historisch bepaald?
‘De huidige generatie neurochirurgen bestaat uit godvergeten aardige, sociale en hard werkende mensen. Die zijn misschien wel even normaal als anderen, hoor. Ik dacht eigenlijk dat ik ook bij die groep hoorde. Dat ik een van de eerste normale neurochirurgen was, haha. Kennelijk vergis ik me.’

We zijn acht maanden verder. Kijkt u nu anders tegen de zaak aan?
‘Gelukkig vraag je niet: “zou je het weer hebben gedaan?”, want dat is een wezenloze vraag.’

Die vraag wil ik ook nog stellen.
‘Ja, die vraag stelt iedereen. Als ik van tevoren had geweten hoe erop gereageerd zou worden en hoeveel moeite Jannetje ermee zou hebben, denk ik van niet. Maar als Spinozist geloof ik dat gedrag het gevolg is van cerebrale processen. Mensen denken dat ze bewust voor iets kiezen, maar het gedrag wordt bepaald in de hersenen. Die van mij waren klaarblijkelijk zo geprogrammeerd dat ik zo handelde. Inmiddels zijn mijn hersenen anders geprogrammeerd. Maar of dat ook leidt tot anders handelen?’

Wat vindt u van de mogelijke tuchtzaak?
‘Ik denk dat de inspectie ermee in de maag zit. Ze schijnen het nogal druk te hebben, en er zijn natuurlijk wel belangrijkere zaken. Maar ik vind het prima als het tuchtcollege de zaak in behandeling neemt. Zeker gezien alle ophef moet je vooral niet de mening versterken dat dokters elkaar de hand boven het hoofd houden. Ik zie er niet tegenop. De klacht betreft niet alleen de zaak rond Friso. Er zijn wat zaken bijgenomen. Anders bleef er waarschijnlijk helemaal niets van over. De klacht gaat ook over wat ik bij Pauw & Witteman vertelde over de behandeling van de politicus Jo Cals. Ik noemde zijn naam niet, maar het was wel herleidbaar. En dat ik stelde dat in ziekenhuizen informatie over vooral VIP-patiënten rondzoemt. Dat is natuurlijk zo, maar dat had ik niet mogen zeggen.’

‘Natuurlijk is het medisch beroepsgeheim vreselijk belangrijk. Maar in deze zaak lijkt het alsof dat het belangrijkste is, en dan pas komt of je een goede dokter bent. Dat is natuurlijk precies omgekeerd. De meest ethische dokter is de technisch beste dokter. In mijn vakgebied is dat nu collega Juha Hernesniemi in Helsinki. Dat is een ongelooflijk autistische figuur. Ik denk dat zijn patiënten niet eens verstaan wat ‘ie zegt. Maar die kan zo godvergeten goed opereren. Nou, dat is de meest ethische neurochirurg van dit moment.’

‘Ik heb mezelf ook altijd uitgesloofd om maar zo goed mogelijk te worden. Iedere week zat ik een halve dag in het lab mij gek te oefenen met die microscoop. Daarom kon ik bloedvaatjes werkelijk met de ogen dicht achter mijn rug aan elkaar naaien. Ontzettend veel patiënten hebben daarvan plezier gehad. De meest ethisch dokter is de technisch beste dokter. Of de huisarts die de juiste diagnose stelt en precies op het juiste moment doorstuurt. Dat klinkt heel kil, natuurlijk. Dan komt die enge neurochirurg weer boven.’



In het boek Over de grenzen van het medisch beroepsgeheim – Dilemma’s rond privacy en vertrouwen in de zorg van Herman Jansen en Michel Knapen is ook een hoofdstuk aan Kees Tulleken gewijd. Zie de voorpublicatie uit dit boek in Medisch Contact.


Lees ook

Oorspronkelijk artikel in NRC Handelsblad:

Over Tulleken als neurochirurg:

Over de affaire-Friso:

<b>Download dit artikel (PDF)</b>
interview
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Z.J. de Langen

    kinderchirurg.n.p., HAREN GN

    Tulleken
    Collega Tulleken kreeg in MC (MC 47/2012: 2638) een platform om ons deelgenoot te laten worden van zijn denkbeelden over medische ethiek. Eens terecht verheven op een schild vanwege zijn baanbrekende werk heeft de gepensioneerde collega de ...vaste grond onder de voeten helaas niet meer teruggevonden. De uitspraak dat de meest ethische dokter de technisch beste dokter zou zijn laat zien dat deze collega de ongewenste karikatuur is van zijn vak. De ambachtelijke kant van de chirurgische vakken is de kerncompetentie die ons allen zo dierbaar is. In die ambachtelijke kant schuilt ook het grote gevaar van arrogantie en stoerheid die van chirurgen een ongewenste karikatuur maken. Wie niet kan opereren is uiteraard geen goede chirurg, maar wie niet voelt wat de werkelijke angsten en wensen van de patiënt zijn, wie niet in staat is de patiënt als volwaardig medemens te zien, is überhaupt geen dokter. Er is veel harmonie in de mens zelf nodig om als goede arts en dus ook als goed chirurg te kunnen functioneren. Geneeskunde is de wetenschap die zich bezighoudt met de aard en oorzaak van ziekten en middelen om deze te genezen. Geneeskunst is de kunst van het genezen, waarbij de patiënt met al zijn mogelijkheden, psychische, emotionele, intellectuele, spirituele en lichamelijke opbouw als één elkaar ondersteunend geheel wordt gezien - wat men tegenwoordig holistisch noemt. Onderdeel van de geneeskunst is juist de relatie tussen arts en patiënt. Naast het instrumentele gedrag dat cognitief en biomedisch van aard is, vormt het affectieve gedrag gericht op het scheppen van een goede relatie een belangrijk instrument om als arts te kunnen functioneren. De basisvoorwaarde is empathie, waarin warmte, echtheid en acceptatie zijn vertegenwoordigd. Anders gezegd…zonder empathie kan men van geneeskunde geen geneeskunst maken.

    Zacharias J. de Langen, kinderchirurg n.p., Haren

  • L.H. Penning De Vries-Bos

    neuroloog, MAASLAND

    Helemaal eens met Rensing uit Den Haag.
    Aanvullend op mijn vorige reactie:

    1. Tulleken heeft op eigen intiatief geprobeerd een collega te verleiden zijn beroepsgeheim de schenden. Dat is maar deels gelukt.
    2. Tulleken heeft de ontfutselde informat...ie volstrekt onjuist geïnterpreteerd.
    3. Tulleken heeft de informatie gedeeld met een journaliste of heeft toegestaan dat zij de informatie kreeg.
    4. Tulleken heeft niet weerhouden dat deze informatie werd gepubliceerd in een Nederlands dagblad.
    5. Tulleken toont nog steeds geen spijt over zijn handelingen die het vertrouwen in artsen ernstig schaadden.
    6. Tulleken deed er nog een schepje bovenop.

    Tuchtrechterlijk lijkt me vooral punt 1, 3 4n 4 ernstig verwijtbaar.

    Persoonlijk vind ik het allemaal ernstig verwijtbaar.

  • Jos Rensing

    huisarts, 'S-GRAVENHAGE

    Opmerkelijke redenaties van Tulleken in dit interview:

    "‘Natuurlijk is het medisch beroepsgeheim vreselijk belangrijk. Maar in deze zaak lijkt het alsof dat het belangrijkste is, en dan pas komt of je een goede dokter bent. Dat is natuurlijk precies... omgekeerd. De meest ethische dokter is de technisch beste dokter.'

    Ik kan geen touw vastknopen aan deze redenaties: Wat wil Tulleken nu beweren?
    Dat een 'goede dokter' zich niet aan voor alle dokters geldende regels rondom het beroepsgeheim hoeft te houden?
    Dat een technisch goede dokter qualitate qua een ethische dokter is?

    Tulleken wekt met deze uitspraken de indruk dat hij meent boven de wet te staan omdat hij een uitmuntend en alom gerespecteerd neurochirug was in zijn tijd. Om die reden lijkt een tuchtrechterlijk oordeel over zijn gedrag zeer wenselijk. Hij geeft immers door het ontbreken van enige reflectie en introspectie een slecht signaal af.

  • L.H. Penning De Vries-Bos

    neuroloog, MAASLAND

    Het ging bij Friso niet om traumatisch hersenletsel, zoals Tulleken had kunnen weten, maar om postanoxische encefalopathie, iets waar neurochirurgen vrijwel nooit mee van doen hebben. Vijf kwartier is er gereanimeerd.

    Tulleken is, nadat hij van zij...n vrouw hoorde dat Friso in en naburig ziekenhuis was opgenomen, op eigen initiatief naar dat ziekenhuis gegaan, in de verwachting dat hij wel informatie zou krijgen. Hij was niet de aangewezen persoon, maar zag dat zelf niet in. Al of geen schedelbasisfractuur was in deze situatie niet relevant. De ten onrechte positieve berichten werden dan ook al snel gerelativeerd door de geciteerde Thomé.

    Als pseudo deskundige heeft hij deze informatie gedeeld met of laten delen door zijn vrouw, die er een groot verhaal van maakte. Ook zij zag niet in dat hier geen ter zake deskundige aan het woord was.

    De arrogantie en de blijvende onverschilligheid zijn tekenend voor een man bij wie het ontbreekt aan respect en bescheidenheid. Of de zaak in behandeling wordt genomen of niet: van mij krijgt hij alvast een berisping. En een waarschuwing voor de andere genoemde feiten (Cals, makkelijk dossiers kunnen inzien met een druk op de knop, rondzoemen van medische informatie bij opname van een bekend persoon).

  • A.J.C. Roling

    oud-huisarts, WORMERVEER

    Een beetje droevig word ik wel van dit interview. Weer komt het "stofje Oudkerk" aan bod. Het optreden in het ziekenhuis in Lech was noch ethisch, noch media-technisch een hoogstandje en de echtgenote heeft de rekening gepresenteerd gekregen. Zelfs d...e minister-president heeft geleerd "sorry" te zeggen na een ongelukkig optreden. Het loflied op autisme en onverstaanbaarheid in relatie tot ethiek lijkt nergens op. De heer Juha Hernesniemi in Helsinki heeft met zo een vriend geen vijand meer nodig.

  • Kaspar Mengelberg

    psychiater, Amsterdam

    Ik ben rabiaat verdediger van het medisch beroepsgeheim. Desondanks sympathiseer ik met Tulleken, en ben geneigd om zijn relatief onschuldige lapsus rond Prins Friso, gezien de algehele context aldaar, met mildheid te betrachten. Tulleken is een geën...gageerd medicus, Spinozist bovendien, wat wil je nog meer.

    Citaat: "En dat ik stelde dat in ziekenhuizen informatie over vooral VIP-patiënten rondzoemt. Dat is natuurlijk zo, maar dat had ik niet mogen zeggen.’". Tulleken heeft volkomen gelijk. Ook ik weet veel over veel mensen, al dan niet bekend, vanuit het informele circuit van collegae, zowel psychiaters als somatici. Ik vind dat ook niet erg. Ik hou naar buiten toe mijn bek wel, zoals de meeste medici voor wie het beroepsgeheim een tweede natuur is geworden.

    Het echte probleem van het medisch beroepsgeheim is niet dat artsen onderling allerlei plegen te bespreken. Dat gebeurt vanzelf wanneer je in een ziekenhuis werkt of daarbij betrokken bent. Het echte probleem zit hem in de bureaucratisch-administratief verplichte of afgedwongen doorbreking van het beroepsgeheim richting belangengroepen, zoals verzekeraars en overheid, die binnen het medisch bedrijf in engere zin niks te zoeken hebben. Het echte probleem zit hem evenzeer in medisch collegae-hofhonden die deze misstand geëntameerd hebben, entameren en in stand willen houden. Zoals verdedigers van de DBC-systematiek en het door de Eerste Kamer om privacyreden afgeschoten landelijk EPD, onder het nieuwe eufemisme 'zorginfrastructuur'.

  • Wim van der Pol

    ziekenhuisapotheker, Delft

    Indien we de casus abstraheren, dan heeft het veel raakvlakken met een klassiek drama. De overeenkomsten zijn terug te vinden in het boek van Rene Girard La Violence et le Sacre, vertaald in God en Geweld, 1994, over de oorsprong en cultuur. Hierin w...ordt uitleg gegeven over de betekenis van het offer en de zondebok onder hele kommervolle omstandigheden.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.