Laatste nieuws
Sophie Broersen
5 minuten leestijd

‘Even afmaken die strijd’

1 reactie

Marith Rebel-Volp, de nieuwe voorzitter van de VNVA

Ze is huisarts in een achterstandswijk, beleidsadviseur bij de LHV, heeft een druk gezin en is sinds kort ook nog voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA): Marith Rebel-Volp. ‘Zolang vrouwen nog eicellen invriezen om in opleiding te komen’, ziet ze nog werk genoeg voor de vereniging.

Is het geen gepasseerd station, een vereniging voor vrouwelijke artsen? Vrouwen dringen zo langzamerhand bij alle vakken wel door.

‘De strijd is nog niet gestreden, we moeten het nog wel even afmaken. Er is natuurlijk ontzettend veel ten goede veranderd. Er zijn oudere VNVA-leden, die hebben echt nog als enige vrouw in de collegebanken gezeten. Dat is gelukkig allang niet meer zo; er zijn steeds meer vrouwelijke artsen, in alle specialismen.

Maar als je naar percentages vrouwelijke hoogleraren of bestuursleden kijkt, dan is Nederland nog een ontwikkelingsland. Of kijk naar salariëring. Het is moeilijk te achterhalen, maar alles wijst erop dat ook in de geneeskunde vrouwen ongeveer 20 procent minder betaald krijgen dan mannen in dezelfde positie.

Vervanging tijdens zwangerschapsverlof is nog steeds niet goed geregeld. En werk en privé combineren blijft moeilijk: scholen houden er geen rekening mee dat de overdracht om 8 uur is. Er is nog niet genoeg aandacht voor de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke patiënten als het gaat om diagnostiek en behandeling. Dus nee, ik wil de vlag nog niet uithangen en de vereniging nog niet opheffen.’

Maar als het gaat om het combineren van werk en privé, geldt dat toch ook steeds meer voor mannen?

‘Klopt. Het is misschien ook meer een probleem van een generatie dan van vrouwen alleen. Maar feit is wel dat het doorgaans nog steeds de vrouwen zijn die een stapje terug doen als er kinderen komen, of die toch niet kiezen voor een vak dat moeilijk is te combineren met een gezin.’

Hoe draagt de VNVA eraan bij dat zulke zaken verbeterd worden?

‘We willen discussies aanjagen. We zijn niet meer zo politiek gericht als voorheen. Dat heeft bij sommige discussies wel resultaat gehad, zoals bij de kwestie rondom zwangerschapsverlof en arbeidsongeschiktheidsverzekering. Dat is nu beter geregeld.

Maar jonge vrouwelijke dokters willen aandacht voor zaken als coaching en netwerken. Daar richten we ons steeds meer op. Zo geven we zogenaamde startavonden voor jonge artsen. Om het te hebben over hoe je zaken het beste kunt aanpakken om je doel te bereiken. Als je op zo’n avond vraagt wie neurochirurg wil worden, steken er wel tien hun hand op. Maar de realiteit is dat je dan niet alles meer kunt, en dat je een plan moet maken hoe je dat gaat aanpakken.’

Moet je niet juist tegen die vrouwen zeggen, ga ervoor en kijk maar waar het schip strandt – in plaats van ze ervan af te praten?

‘Misschien wel. Maar zolang ik nog lees over vrouwen die eicellen willen invriezen om maar in opleiding te komen, en verhalen hoor over vrouwen aan wie een opleidingsplek is beloofd, maar die wordt uitgesteld tot sint juttemis als ze zwanger worden, dan komt het blijkbaar nog niet allemaal vanzelf goed. Het is beter om daar vooraf over na te denken, een plan te maken, je omgeving erbij te betrekken, te bedenken – en met je partner te bespreken – wanneer je kinderen zou willen krijgen.’

Niet alle vrouwelijke artsen zien problemen.

‘Ja, maar het is ook not done om te klagen. Als je doorvraagt, lopen veel vrouwen tegen dezelfde problemen aan. Zeker naarmate ze ouder worden, de kinderwens gaat spelen en het werk meer gaat vragen.’

Er zijn ook opleidingen waar het veel beter is geregeld met zwangerschap en parttime werken, zoals de huisartsopleiding. Waarom kan het daar wel?

‘Omdat het aandeel vrouwen daar zoveel groter is, op alle posities. Om veranderingen teweeg te brengen heb je een zekere minimale kritische massa nodig. Als enige vrouw binnen een maatschap is het moeilijker om zaken aan te kaarten dan wanneer je met een stel bent.’

Maar dan komt het toch allemaal vanzelf goed? Als nu al 75 procent van de studenten vrouw is?

‘Inderdaad, opleiders kunnen op een gegeven moment niet meer om vrouwen heen als er
zoveel aanbod is. Maar het zou mij niet verbazen als de man-vrouwverhouding met het loslaten van de numerus fixus meer richting fiftyfifty gaat. Want opleidingen kunnen zelf gaan selecteren, hoeven niet meer te loten. Ik geloof dat er dan meer mannen worden aangenomen. Die kunnen in ieder geval niet zwanger worden.’

Dan is meteen het probleem van de feminisering van het vak opgelost.

‘Dat dat een probleem zou zijn, vind ik onzin. Vreemd ook dat we het nooit hebben over dat verpleegkundigen of doktersassistenten bijna allemaal vrouwen zijn. Het is decennia een mannenbolwerk geweest, daar viel ook niemand over. Laten we gewoon kijken hoe we vrouwen zo goed mogelijk kunnen inzetten.’

Wat kunnen vrouwen van elkaar leren?

‘Ze moeten elkaar meer opzoeken, niet alles zelf willen oplossen. Ze kunnen leren dat ze niet alles zelf moeten willen doen.

Als je ’s avonds laat thuiskomt, na een lange werkdag, een vergadering en een dienst, dan moet je niet ook nog eens de onderbroeken willen opvouwen, op jouw manier. Vrouwen neigen er nogal eens naar alles zelf te willen doen, want dan gebeurt het tenminste op hun manier, en dan weten ze dat het gebeurt. Maar als ik naar mezelf kijk: zonder de iPhone, waarin ik de agenda met mijn man afstem, mijn moeder die gastouder is, de Albert Heijn bezorgservice en de werkster, lukt het niet om alles te combineren.’

En dan toch nog voorzitter van de VNVA willen worden…

Lachend: ‘Ik wil nu eenmaal graag de baas zijn, van jongs af aan al. Vraag maar aan mijn moeder. Besturen is gewoon leuk, je kunt dan – hoe bescheiden het niveau ook is – aan de knoppen draaien. Ik zou het iedereen aanraden: neem iets op je, denk mee, beslis mee. Je komt met inspirerende mensen te werken en achteraf heb je tenminste recht van spreken als iets je niet zint.’

Sophie Broersen

Meer Medisch Contact-artikelen over vrouwen in de Geneeskunde:

Rem de meiden niet af - Mireille Oud

Tafelen met de top - Babs Verblackt

Vrouwenvrees ongegrond - P. Assmann

Marith Rebel-Volp is de nieuwe VNVA-voorzitter. ‘Ik wil nu eenmaal graag de baas zijn.’ beeld: De Beeldredaktie, Marc Driessen
Marith Rebel-Volp is de nieuwe VNVA-voorzitter. ‘Ik wil nu eenmaal graag de baas zijn.’ beeld: De Beeldredaktie, Marc Driessen
<b>PDF van dit artikel</b>
Marith Volp
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • m e i van den tweel-kootker

    arts np, HILVERSUM

    ‘Even afmaken die strijd’

    Ooit kreeg ik een uitnodiging lid te worden van de VNVA. De toenmalige leden stonden boven op de barricaden, waren goed gebekt en hadden een hoog Dolle Mina gehalte. Er werd behoorlijk aan de weg gewerkt. Ik koos na ampele ...overwegingen voor een breder vrouwennetwerk, de VVAO. Benieuwd naar de huidige VNVA las ik snel het interview.

    Wat een teleurstelling. Geen visie, geen nieuws onder de zon. Ooit schreef ik in 1993 ter gelegenheid van een VVAO jubileumcongres een column met tips voor alle hoog opgeleide vrouwen; ik tref nu een slap aftreksel van mijn tekst van destijds terug. Geen eis van, ik noem maar wat, deskundige 24-uurs kinderopvang rond ziekenhuizen maar een voorbeeld van een oma als (gesubsidieerde?) gastouder, alsof oma’s niet ook werkend zijn, recht hebben op een eigen leven en, echt waar, liefst de aanvullende omarol willen vervullen. Een voorzitter die denkt dat je als voorzitter de baas bent heeft het flink mis, het is een zeer achterhaald idee.

    Lieve jonge collega’s, wees niet afhankelijk van een partner of VNVA, trek je eigen plan. Het is jouw leven en jouw toekomst, koop alles in wat je zelf niet kunt of wilt doen. Dat duurt niet eeuwig en is een waardevolle investering in jezelf. VNVA-leden, zeg het lidmaatschap maar op, het bespaart je contributie en je hoeft niet mee te betalen aan “leuk besturen”.

    Ik heb gezegd.

    Hilversum, Marijke van den Tweel-Kootker, arts sedert 1972, nu np

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.