Laatste nieuws
Tjeerd Boorsma
3 minuten leestijd

Camera’s altijd funest voor beroepsgeheim

Plaats een reactie

KNMG moet stelling nemen tegen herkenbare patiënten op tv

Of de patiënt nou toestemming geeft voor een televisieopname of niet, het beroepsgeheim wordt sowieso geschonden. De verontwaardiging van veel medici en de KNMG over de VUmc-serie van RTL4 is daarmee verwarrend, of zelfs hypocriet.

De KNMG beschuldigt het VUmc van schending van het medisch beroepsgeheim en de privacy van de patiënt met het programma 24 uur tussen leven en dood. Terecht natuurlijk. Maar de verontwaardiging is nogal selectief, want het beroepsgeheim wordt aan de lopende band geschonden in De Huisartsenpost, Traumacentrum, De Stadsdokter en vele andere semi-realityprogramma’s. Het gebeurt dan wel met toestemming van de patiënt, maar dat doet aan die schending niets af.

Waarom laten artsen en andere hulpverleners dit zo makkelijk en in zo groten getale gebeuren als er televisiecamera’s aan te pas komen?

Richtlijnen
Laten we eens te rade gaan bij de geldende richtlijnen en wetgeving. In de richtlijnen van de KNMG staat over televisieopnames het volgende: ‘Dergelijke opnamen zijn alleen toegestaan met expliciete toestemming van de instelling, de patiënt en de hulpverleners die aanwezig zijn bij de opnames. De patiënt moet vooraf toestemming voor de opnames geven.’ Toestemming is dus nodig van alle betrokken partijen, maar de KNMG geeft in de richtlijn niet weer welke afwegingen de medici moeten of kunnen maken alvorens in te stemmen met televisieopnames.

Ook de wetgever biedt op dit gebied geen houvast. De WGBO eist natuurlijk ook toestemming van de patiënt als anderen mee willen kijken, maar spreekt niet specifiek over televisieopnames. De wet verschaft wel een uitweg voor de behandelaar die niet mee wil werken. In artikel 459 staat: ‘Indien de hulpverlener door verrichtingen te doen waarnemen niet geacht kan worden de zorg van een goed hulpverlener in acht te nemen, laat hij zulks niet toe.’ Wat er dan precies met een ‘goed hulpverlener’ wordt bedoeld, laat de wet dan weer over aan de ‘...geldende professionele standaard’ (art.453). Oftewel, we worden weer terugverwezen naar de richtlijnen van de KNMG.

Amusement
Als we de richtlijn Omgaan met medische gegevens er nog eens op naslaan, vinden we in de eerste alinea van het hoofdstuk Beeld- en geluidsopnames een essentieel uitgangspunt: ‘Elke opname behoort te worden gemaakt met een vooraf opgesteld doel. Dat doel bepaalt mede waarvoor de gegevens gebruikt mogen worden.’ Dan volgt een aantal specifieke voorbeelden van doelen waaronder televisieopnames, maar verdere kwalificering van dit doel blijft helaas achterwege.

In het geval van eerdergenoemde tv-programma’s lijkt mij het primaire doel amusement. Zou het accent op informatieverschaffing over ziekte of zorginstellingen liggen, dan had men namelijk kunnen kiezen voor het onherkenbaar maken van patiënten en eventueel behandelaars. Men zou ook voor een hele andere vorm van televisie kunnen kiezen: gewoon ouderwets met een deskundige aan tafel praten over een bepaalde aandoening. Maar blijkbaar levert dit geen aansprekende beelden op, zodat de productiemaatschappijen reality-tv hebben binnengebracht bij de gezondheidszorg. En dus verschuift de focus richting amusement en zijn informatievoorziening en voorlichting hieraan ondergeschikt geworden.

Verantwoording
Op het moment dat een zorginstelling die naamsbekendheid nastreeft, en een patiënt die het gewoon leuk vindt om op televisie te komen, hebben ingestemd om mee te werken aan deze vorm van entertainment, is de hulpverlener aan de beurt om een afweging te maken. Deze heeft nu geen enkele regel of richtlijn die gevolgd moet worden.

Er worden geen eisen gesteld aan de opzet van het programma, geen eisen aan wat wel en wat niet getoond mag worden en geen eisen aan wat er met het beeldmateriaal gebeurt na de opnames. Dat het doel amusement is, maakt voor de KNMG blijkbaar niet uit. Er kan zonder verdere verantwoording overgegaan worden tot het verbreken van dit beroepsgeheim tegenover een paar honderdduizend kijkers. Een simpel ‘Ja, lijkt me leuk!’ is verantwoording genoeg.

Dit is dus de reden dat we zoveel dokters en verpleegkundigen op televisie hun kunsten zien vertonen: het mag gewoon!

KNMG
Toch denk ik dat je niet alles zou moeten doen wat mag. Ik denk ook dat de KNMG zelf niet vindt dat deze vorm van amusement ter bevordering van de geneeskunst dient. Ik roep de KNMG dan ook op haar leden vanaf nu te adviseren geen medewerking meer te verlenen aan enige vorm van televisieopnames waarbij patiënten herkenbaar in beeld komen. Zo kunnen we ons medisch beroepsgeheim weer in ere herstellen.

Er wordt vanuit de overheid al genoeg gemorreld aan de fundamenten van de gezondheidszorg. Laten we er in vredesnaam met z’n allen voor zorgen dat niet ook deze pijler omver wordt geworpen.

Tjeerd Boorsma, huisarts

Correspondentieadres: tboorsma@me.com; c.c.: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld.

Meer artikelen:


beroepsgeheim
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.