Laatste nieuws
marktwerking

Vijf vragen over de NMa-boete voor de LHV

1 reactie

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) een boete opgelegd van ruim 7,7 miljoen euro, omdat zij haar leden zou adviseren bij het opwerpen van drempels voor de vrije toetreding van nieuwe huisartsen tot de markt. Het is de hoogste boete die de kartelwaakhond ooit aan een branchevereniging oplegde. Twee LHV-medewerkers, die volgens de NMa leidinggaven aan het zogenoemde ‘vestigingsbeleid’, kregen persoonlijke boetes van 50.000 en 25.000 euro. De LHV gaat in hoger beroep, maar onthoudt zich van inhoudelijk commentaar. Maar hoe kon dit eigenlijk gebeuren? Vijf vragen over huisartsenzorg en mededinging.

1. Hoe is het vestigingsbeleid eigenlijk ontstaan?

Tot 1980 was er geen mogelijkheid om de vestiging van huisartsen te reguleren, met overschotten (en te kleine praktijken) of tekorten (en te grote praktijken) van huisartsen in bepaalde regio’s tot gevolg. Nadien konden de ziekenfondsen ontheffing aanvragen van de plicht om met iedere huisarts een ‘medewerkersovereenkomst’ af te sluiten.

In 1983 werd een privaatrechtelijke vestigingsregeling van de LHV van kracht, maar die was alleen bindend voor de eigen leden. Zij mochten zich alleen vestigen in gebieden waar bestaande huisartsenpraktijken gemiddeld ruim een kwart te groot waren, uitgaande van de normpraktijk van 2500 patiënten. Veel niet-leden lapten de regeling echter aan hun laars, en openden zogenoemde ‘wilde vestigingen’. Begin 1986 werden wettelijke regels van kracht: aankomende huisartsen moesten sindsdien een vergunning aanvragen bij de gemeente waar zij zich wilden vestigen, waarbij vooral werd beoordeeld of er getalsmatig wel ‘ruimte’ was voor een nieuwe huisarts. De regel leek enig succes te hebben: de ongelijke spreiding van huisartsen over het land was drie jaar later aanzienlijk minder geworden. Het wettelijk vestigingsbeleid werd in 1992 afgeschaft. Districtshuisartsenverenigingen en regionale ziekenfondsen gingen weer een privaatrechtelijk vestigingsbeleid voeren, op basis van onderling vastgelegde afspraken.

In 1998 werd de Mededingingswet ingevoerd, waarmee het vestigingsbeleid zich niet verhield. In 2001 waarschuwde de NMa de huisartsen hier al voor, maar kwam nog niet in actie. Enige tijd geleden startte de kartelwaakhond een onderzoek naar aanleiding van tips en signalen van en over huisartsen die uit regio’s werden geweerd.

2. De LHV is geen bedrijf. Valt de organisatie toch onder het mededingingsrecht?

Ondernemingen vallen onder het mededingingsrecht, maar ook ondernemersverenigingen. Zo staat het in de wet. Dat geldt evenzo voor de LHV en aangesloten huisartsen, als voor de BOVAG en aangesloten garagehouders. Zijn huisartsen dan ondernemers? Volgens een commentaar in Het Financieele Dagblad is dat met de NMa-uitspraak voor eens en voor altijd aangetoond: huisartsen voelen zich weliswaar zorgverleners met een soort publieke taak, en in die zin dus geen ondernemers, maar dat is ‘een onjuiste opvatting’, aldus de krant.

En inderdaad, juridisch is het ook zo geregeld. Veel mededingingsrecht is gebaseerd op Europees recht. Het Europese Hof van Justitie ziet zorgaanbieders als ondernemers en heeft dat in het geval van apothekers en medisch specialisten ook bevestigd. Gek genoeg ligt dat genuanceerder als het gaat om zorgverzekeraars. In landen met een zorgstelsel waarin veel solidariteit zit ingebouwd, zijn zorgverzekeraars naar het oordeel van het Hof niet altijd ondernemingen. Bij de totstandkoming van de nieuwe Zorgverzekeringswet zag de Nederlandse wetgever die bui hangen en heeft daarom expliciet in de wet laten opnemen
dat zorgverzekeraars in ieder geval volgens het Nederlandse mededingingsrecht ondernemingen zijn. Het omgekeerde, een besluit van de politiek om de huisarts tot een apart
geval te bestempelen, is volgens juristen kansloos.

3. Had de NMa niet bij de zorgverzekeraars moeten zijn?

Misschien wel. Uit documenten van zorgverzekeraars VGZ, Agis, en Menzis waar de NOS vorige week de hand op wist te leggen, blijkt dat huisartsen die zich willen vestigen uitsluitend een contract krijgen als ze eerst overleggen met de lokale huisartsenorganisatie. De NMa zegt ook de rol van de zorgverzekeraars in haar onderzoek te hebben bekeken, maar vond daarin geen reden om ook de verzekeraars te beboeten.

4. De LHV gaat in beroep tegen de boete. Heeft dat wel zin?

Dat kan wel degelijk zin hebben. Zo maakte gasleverancier Gasterra vorig jaar met succes bezwaar tegen een boete, die was opgelegd wegens vermeend misbruik van haar positie op de gasmarkt. Na grondige heroverweging concludeerde de NMa dat er van machtsmisbruik toch geen sprake was. De boete verdween van tafel.

Ook een gang naar de rechter kan succesvol zijn, maar vergt soms wel een zeer lange adem. In 2004 kregen fietsfabrikanten Accell, Gazelle en Giant boetes van samen bijna 30 miljoen euro opgelegd, wegens vermeende prijsafspraken op de Nederlandse markt. Ze tekenden bezwaar aan en de NMa verlaagde de boetes met 10 procent. Ook daarmee namen de fietsproducenten geen genoegen: zij stapten naar de rechter. In 2007 oordeelde de Rotterdamse rechter dat de boetes inderdaad nog te hoog waren, en halveerde ze. Maar dat maakte de zaak nog niet rond. Zowel de NMa als de fietsfabrikanten gingen tegen die uitspraak in beroep. Afgelopen oktober vernietigde het College van Beroep voor het Bedrijfsleven het vonnis van de de rechter, en verhoogde de boetes weer iets. Acht jaar procederen resulteerde er uiteindelijk in dat de drie boetes samen een derde lager uitvielen.

5. Is er van de politiek nog iets te verwachten?

SP-Kamerlid Henk van Gerven is woedend en heeft een Kamerdebat aangevraagd. Bij het ter perse gaan van dit nummer was het waarschijnlijk, maar nog niet zeker of dat debat er zal komen. Van Gerven zegt twee dingen te beogen. ‘In de eerste plaats moet deze boete van tafel. Dit kan echt niet. De huisartsenzorg is gebaseerd op samenwerking en afspraken maken. De marktfundamentalisten van de NMa gaan daaraan totaal voorbij. In de tweede plaats vinden wij dat de NMa geen rol meer zou moeten spelen in de zorg, een sector die in dienst staat van het algemeen belang. Wij willen van de minister weten hoe zij hier tegenaan kijkt.’ Minister Schippers van Volksgezondheid heeft toegezegd haar visie hierover dit voorjaar in een brief toe te lichten.

Henk Maassen, Mathijs Smit, Joost Visser


Zie ook:

beeld: ANP-Photo
beeld: ANP-Photo
PDF van dit artikel
huisartsen marktwerking
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • PJM Elders

    huisarts , AMSTERDAM

    Als de ziektenkostenverzekeringen dus ondernemingen zijn. Hoe is het dan mogelijk dat wij van een Achmea een contract kregen "aangeboden" waar niet over te onderhandelen viel en waar ons medewerking aan het LSP werd afgedwongen. Er stond doodleuk bij... dat dit met alle ziektenkostenverzekeraars was afgesproken. Dat mag dan toch niet?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.