Laatste nieuws
2 minuten leestijd

Dromen van je opleider

Plaats een reactie
beeld: thinkstock
beeld: thinkstock

Mijn assistententijd was een heerlijke tijd. Een hele gezellige groep assistenten, een oud ziekenhuis met veel sfeer, zusters die alles voor je deden als ze je mochten en hetzelfde gold voor het polipersoneel. Je begon met een zaalstage. In die tijd waren de oogheelkundige operatiepatiënten nog opgenomen en moest je van elke cataractpatiënt élke dag refractie doen. Dit vooral om het astigmatisme te meten. De waarde hiervan was, volgens de assistenten, direct evenredig met je handigheid. Had je een hoog astigmatisme, kon je blijkbaar niet goed hechten. Gelukkig was de natuur mild en zag je het astigmatisme meestal afnemen in de loop van de twee weken durende opname.
In die tijd waren er nog geen phoropters, automatische refractometers en meer van dat soort instrumenten waarmee je makkelijk refractie kan doen.
Het astigmatisme werd gemeten met het toestel van Javal en vervolgens werd de gemeten cilinder met glaasjes uit de brillendoos in een ouderwets pasmontuur op de neus van de patiënt gezet. Voordat je het goede glaasje had, had je meestal wel wat verschillende glaasjes geprobeerd. Als je nagaat dat je ongeveer twintig refracties moest doen per dag, kun je nagaan hoeveel glaasjes er aan het eind van die sessie verspreid over mijn bureau lagen.
Mijn hoogleraar was/is een schat. Een enorm gedreven man, continu bezig met denken, praten, luisteren en dat meestal allemaal tegelijk. Een man die blij was als hij ’s nachts naar een acuut glaucoom kon komen kijken. Nooit een probleem om hem als supervisor te hebben. Zijn energie raakte nooit op. Waren wij assistenten aan het eind van de dag uitgeblust en konden wij geen oog meer zien, begon hij met een jaloersmakende energie aan de overdracht. Hij stoof de onderzoekskamer binnen met in zijn kielzog de statusbak. Ik zat nog aan mijn bureau de laatste dingen te noteren en had nog geen kans gehad de brillendoos op te ruimen. Dat heb ik geweten. Uitgefoeterd werd ik: álle glaasjes moesten aan het eind van de dag op hun plaats liggen! Met een rood hoofd toog ik aan de slag.
Die nacht droomde ik. Ik rende door de lange gang van het ziekenhuis. Mijn hoogleraar rende, zwaaiend met een status, achter mij aan, terwijl ik riep: ‘Niet slaan Caesar, niet slaan!’
Laatst bekeek ik de video, gemaakt bij mijn afscheidsborrel waarbij ik dit verhaal vertelde. Hij kon er hartelijk om lachen.

Eva Beems, oogarts


«« meer Lezersbijdragen

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.