Laatste nieuws
2 minuten leestijd
Uitspraak tuchtcollege

MC 18- Verwarrende bedrust

Plaats een reactie

Wat beweegt een patiënt om na een ogenschijnlijk geslaagde operatie zijn chirurg aan te klagen? De tekst van onderstaande uitspraak geeft daarover geen duidelijkheid. De ernst van het ‘vergrijp’, en daarmee ook de opgelegde maatregel van een waarschuwing, doen ons de wenkbrauwen fronsen .

Bij een ongeval scheurt een man aan beide knieën zijn ligamentum patellae. De later aangeklaagde chirurg hecht deze pezen beiderzijds weer aan de patella’s, legt een gipsverband aan en schrijft bedrust voor. Zes weken later adviseert een collega van deze chirurg de patiënt om te oefenen en weer vier weken later wordt de patiënt verwezen naar de fysiotherapeut. Vier maanden na het ongeval ziet de aangeklaagde chirurg zijn patiënt voor het laatst, althans dat dacht hij toen nog. Behalve spierzwakte in beide quadriceps werden toen geen afwijkingen meer gevonden.

Een tevreden patiënt zou je denken. Maar nee hoor: toen patiënt en arts elkaar bij het Regionaal Tuchtcollege weer tegenkwamen,  kreeg de arts te horen dat hij de operatie verkeerd zou hebben uitgevoerd na onvoldoende onderzoek en dat hij er als algemeen chirurg niet bekwaam genoeg voor was geweest. Het tuchtcollege kon zich in die verwijten niet vinden. Het had echter wel commentaar op de statusvoering, hoewel de patiënt daarover nu net níet had geklaagd. Zo werd een niet-ingediende klacht gegrond bevonden. Want in plaats van ‘zes weken niet belasten’ had de arts slechts een summier ‘bedrust’ in de status geschreven. Zeker omdat de behandeling aan een collega was overgedragen, beschouwde het college dit als een omissie die de arts de maatregel van waarschuwing opleverde.

Een goede statusvoering is zeker ook bij het toenemend aantal overdrachtmomenten in ziekenhuizen essentieel, maar opnieuw doet de vraag zich voor hoever je hiermee moet gaan. Mag je bovendien van een collega-chirurg niet per definitie verwachten dat deze bij een dergelijk overgedragen patiënt wéét hoelang de immobilisatie moet zijn? Zou er geen protocol bestaan waarin de nazorg bij deze specifieke ingreep beschreven staat?

In een recent leerboek dat een van ons nasloeg, valt onder nabehandeling te lezen: ‘Een loopkoker met de knie in extensie gedurende 6 weken, quadricepsspierversterkende oefeningen.1  En als de collega de patiënt na twee weken al had laten traplopen en er wás een recidief ruptuur ontstaan, wie zou dan tuchtrechtelijk aansprakelijk zijn geweest? Het is allemaal niet gebeurd, maar ook een ogenschijnlijk simpele zaak kan stof tot nadenken geven.

 

B.V.M. Crul, huisarts

mr. W.P. Rijksen

Referentie

1. Letsels van het steun- en bewegingsapparaat , red. C.van der Werken, Elsevier Gezond-heidszorg, 2000, ISBN 90 6348 099 7.

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.