Risicofactoren dementie slaan harder toe bij etnische groepen

Het overgrote deel van al het onderzoek naar risicofactoren voor dementie is uitgevoerd onder mensen van Europese afkomst en heeft geen rekening gehouden met mensen uit andere etnische groepen. Opmerkelijk, zo betogen Nasheed Mukadam e.a. in PLOS ONE, omdat toch bekend is dat het verband tussen bijvoorbeeld vetdepositie en diabetes en tussen bloeddruk en beroerte sterker is bij bepaalde etnische minderheidsgroepen. Mukadam e.a. voorzien nu in die lacune met een studie waarbij ze gebruikmaakten van de patiëntgegevens van 865.674 Britse volwassenen, afkomstig van diverse etnische groepen.

Ze analyseerden op basis van deze data – middels Cox-regressie – het verband tussen dementie en vrijwel alle bekende risicofactoren: hypertensie, obesitas, gehoorverlies, diabetes, roken, depressie, alcoholgebruik, lage HDL en hoge LDL-gehalten, slaapstoornissen en hersentrauma. Na correctie voor factoren als comorbiditeit, leeftijd en geslacht gaf hypertensie een hoger risico op dementie bij zwarte mensen dan bij blanke mensen en hoge bloeddruk, zwaarlijvigheid, diabetes, laag HDL en slaapstoornissen zorgden voor een hoger risico op dementie bij Zuid-Aziatische mensen. Vergeleken met de effecten bij blanke mensen had hypertensie 1,57 keer meer impact op het risico op dementie bij Zuid-Aziatische mensen en 1,18 keer meer impact bij zwarte mensen.

In het licht van het feit dat van alle dementie maar liefst 40 procent vermijdbaar of te vertragen is, leiden deze bevindingen de auteurs tot de slotsom dat dementiepreventie pas effectief zal zijn als het op maat gebeurt, waarbij er dus rekening wordt gehouden met etniciteit en met het daarmee samenhangende ‘risicofactorprofiel’.