Laatste nieuws
Sophie Niemansburg
Sophie Niemansburg
1 minuut leestijd
neurologie

‘Richt de diagnostiek bij een wegraking op het insluiten’

Plaats een reactie

Bij patiënten met een wegraking is het effectiever om zich te richten op het insluiten van de diagnose dan op het uitsluiten daarvan. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek van de onderzoekers Maryam Ghariq e.a. in BMC Medicine.

De onderzoekers maakten gebruik van een pre-post(voor-na)studieopzet. De ene groep was de groep patiënten (n=275) die met de klacht syncope, dus wegraking, de Spoedeisende Hulp had bezocht, tussen maart 2017 en februari 2019. De andere groep (n=246)was de groep die werd behandeld in de periode tussen oktober 2017 en september 2019, volgens de in 2018 verschenen European Society of Cardiology (ESC)-richtlijn voor syncope. Vijf Nederlandse ziekenhuizen deden aan het onderzoek mee. De primaire uitkomstmaat was de diagnostische nauwkeurigheid, waarbij de diagnose door de artsen werd vergeleken met de definitieve diagnose, ofwel ‘referentiediagnose’. Die referentiediagnose werd bepaald aan de hand van een jaar follow-up van alle patiënten, waarbij in sommige gevallen ook een expertgroep zich over de diagnose boog. De patiënten bij wie de ESC-richtlijn was gevolgd, hadden vaker een juiste diagnose dan die in de andere groep (86 versus 69%).

Snelle beoordeling

In de Europese syncoperichtlijn is het uitgangspunt dat de diagnostiek zich richt op het vaststellen van de diagnose, en niet op het uitsluiten van diagnose. Om deze richtlijn te implementeren hanteerden de onderzoekers risicostratificatie. Bij hoogrisicofactoren werden patiënten opgenomen voor cardiale evaluatie en laagrisicopatiënten werden ontslagen naar de huisarts. Bij twijfelgevallen, dus bij patiënten bij wie de hoogrisicofactoren ontbraken, maar zonder evidente tekenen van vasovagale syncope, volgde een snelle beoordeling op een ‘syncopepolikliniek’. Daarnaast kregen de artsen op de SEH een zakkaartje met daarop een paar simpele checkvragen en een stroomschema.

Neuroloog Roland Thijs, laatste auteur van de studie, vertelt in een persbericht: ‘Een cardioloog zal vooral willen weten of een patiënt geen hartritmestoornis heeft, een neuroloog zal kijken of het niet om epilepsie gaat. Als dát het niet is, blijft de oorzaak vaak onbekend en start een reis langs verschillende specialisten. Insluiten van de diagnose, zo blijkt uit het onderzoek, werkt beter en sneller.’

Lees ook

Nieuws Wetenschap cardiologie neurologie
  • Sophie Niemansburg

    Sophie Niemansburg werkt sinds 2022 als journalist bij Medisch Contact Ze schrijft onder meer voor de rubrieken tucht en wetenschap. Ook bespreekt ze regelmatig een tuchtzaak in de wekelijkse podcast van Medisch Contact.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.