‘Maak géén uitzondering op medische beroepsgeheim bij schadeclaims’

Maak geen uitzondering op het medisch beroepsgeheim bij de afhandeling van medische schadeclaims. Dat adviseert advocaat-generaal Ton Hartlief aan de Hoge Raad.

De rechtbank van Rotterdam vroeg de Hoge Raad om een rechtsregel uit te leggen. Dat kan een rechtbank doen als die een zaak in behandeling heeft en wil weten hoe de Hoge Raad denkt over een rechtsregel waarover de raad niet eerder heeft beslist.

Darmperforatie

In de zaak bij de rechtbank van Rotterdam draait het om een patiënte bij wie de darm perforeerde tijdens een kijkoperatie. Hierop diende ze een schadeclaim in bij het ziekenhuis. Dat vroeg patiënte om een medische machtiging in te vullen. Vervolgens gaf patiënte wel toestemming om haar medische gegevens te delen met een medisch adviseur van de aansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis, maar níét om die informatie óók met een jurist te delen, zoals de schadebehandelaar van de verzekeraar. Volgens het ziekenhuis is dat echter nodig om de schadeclaim te kunnen afhandelen. De vraag is nu: ‘Mogen juristen van een aansprakelijk gestelde medisch hulpverlener (zoals een ziekenhuis) kennisnemen van het medisch dossier van de patiënt, ook wanneer de patiënt daar geen machtiging voor afgeeft?’

Uitzondering

Die vraag beantwoordt advocaat-generaal Ton Hartlief nu met ‘nee’. ‘Het ziekenhuis en de verzekeraar kunnen er namelijk voor kiezen om de claim niet te behandelen zolang toestemming van de patiënt voor het delen van medische gegevens ontbreekt, zeker als de patiënt bezwaren heeft.’ Bovendien biedt de privacywet, AVG, hier volgens hem ook geen ruimte voor. Dat betekent wel dat het ziekenhuis in dergelijke situaties géén inhoudelijk standpunt hoeft in te nemen over een claim, aldus Hartlief. ‘Dat kan echter niet worden verlangd als de patiënt niet toestaat dat een jurist kennisneemt van relevante medische gegevens’. De Hoge Raad kan het advies van de advocaat-generaal overnemen of terzijde schuiven.