Hoogleraar orthopedie verliest baan door jarenlang intimiderend gedrag

Een orthopedisch chirurg en hoogleraar orthopedische chirurgie van het Amsterdam UMC verliest zijn baan, omdat hij jarenlang met zijn gedrag een onveilige werksfeer en een bedreigend leerklimaat veroorzaakte. Al sinds 2014 wordt de orthopedisch chirurg bijna elk jaar aangesproken op de manier waarop hij coassistenten, aiossen en verpleegkundigen bejegent, zo blijkt uit een uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank in Amsterdam.

De bijna 60-jarige orthopedisch chirurg is sinds 2002 in dienst van het Amsterdam UMC, locatie AMC. Vanaf 2014 komt in diverse beoordelingen, feedbackrapporten en gesprekken naar voren dat collega’s moeite hebben met de manier waarop hij hen bejegent en feedback geeft. Er is sprake van woede-uitbarstingen, scheldpartijen, denigrerend en minachtend gedrag en een gespannen en negatieve sfeer op de operatiekamer. In 2019 behoort hij zelfs tot de 1,5 procent slechtst beoordeelde opleiders van Nederland.

In 2022 heeft hij diverse aanvaringen met een collega-orthopedisch chirurg, met een SEH-arts en verpleegkundigen én doet ook een coassistent melding van de onveilige sfeer in de operatiekamer. Het ziekenhuis ontvangt in december brieven namens alle aiossen en namens alle verpleegkundigen over het leer- en werkklimaat. Daarin wordt hij onder meer omschreven als kortaf, onvriendelijk, onvoorspelbaar en wordt zijn minachtende en denigrerende houding aan de kaak gesteld. De hoofdverpleegkundige geeft daarbij aan zich zorgen te maken over de patiëntveiligheid, omdat het risico bestaat dat verpleegkundigen de orthopedisch chirurg tijdens diensten ’s avonds of ’s nachts niet durven te bellen, of daar terughoudend in zijn.

De orthopedisch chirurg wordt vervolgens met betaald verlof naar huis gestuurd en er volgt – niet voor het eerst – een coachings- en mediationtraject, dat voortijdig wordt beëindigd zonder dat er een oplossing wordt bereikt. Uiteindelijk besluit het ziekenhuis in juni 2023 de ontslagprocedure in te zetten bij de kantonrechter.

Voor de kantonrechter stelt de orthopedisch chirurg zelf dat hij wel ‘kort door de bocht’ is, maar dat dit voortkomt uit gedrevenheid en het dienen van patiëntenbelangen. Hij trekt een deel van de door het ziekenhuis genoemde voorvallen in twijfel en vindt dat hij aan het werk kan blijven, omdat hij na zijn laatste coachingstraject niet meer zal vervallen in zijn oude gedrag.

De kantonrechter stelt echter het ziekenhuis in het gelijk en concludeert dat er sprake is van een dusdanig verstoorde arbeidsverhouding dat ontslag terecht is. De kantonrechter wijst daarbij ook op de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis voor de patiëntveiligheid en voor een veilig werkklimaat.

Hoewel de orthopedisch chirurg wél recht heeft op de wettelijke ontslagvergoeding, gaat de rechter niet mee in zijn eis van een extra vergoeding van ruim 1,2 miljoen euro. Dit omdat niet het ziekenhuis ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, maar de orthopedisch chirurg zelf zich verwijtbaar heeft gedragen.