Voorschrijfgedrag ziekenhuizen verschilt

Tussen ziekenhuizen bestaan grote verschillen als het gaat om het voorschrijven van generieke geneesmiddelen, blijkt uit een onderzoek van Vektis in opdracht van het ministerie van VWS. In veel instellingen kan dus doelmatiger worden voorgeschreven.

Het aandeel van de verstrekte merkgeneesmiddelen is in de onderzochte periode (2007-2009) nagenoeg constant gebleven. In 2009 was dit aandeel 56 procent. De algemene ziekenhuizen schrijven in 57 procent van de gevallen een merkgeneesmiddel voor, in academische ziekenhuizen is dit 55 en in topklinische ziekenhuizen 54 procent. Zelfstandige behandelcentra schrijven het meest veelvuldig een merkgeneesmiddel voor (68%), maar het volume aan voorschriften bedraagt slechts 1 procent van het totaal.

Bij de algemene ziekenhuizen verschilt het aandeel van de merkgeneesmiddelen tussen 43 en 70 procent. De verschillen tussen ziekenhuizen per geneesmiddelengroep zijn soms nog groter. Bij de algemene ziekenhuizen varieert het aandeel merkgeneesmiddel bij de maagzuurremmers tussen de 24 en 77 procent.

Ook zijn er grote verschillen gevonden tussen geneesmiddelgroepen. Bloeddrukverlagers en antidepressiva worden voornamelijk als generiek medicijn verstrekt, terwijl middelen tegen astma vrijwel alleen als merkgeneesmiddel worden voorgeschreven. Dit ligt voor een groot deel aan het feit dat er weinig generieke middelen beschikbaar zijn tegen astma.

In de samenwerkende Schiedamse en Vlaardingse ziekenhuizen (het Vlietland Ziekenhuis en het Holy Ziekenhuis) worden de minste merkgeneesmiddelen voorgeschreven, in het Delftzicht Ziekenhuis de meeste.

Gezien de verschillen tussen ziekenhuizen lijkt het mogelijk dat het percentage voorgeschreven merkgeneesmiddelen verder kan dalen in de instellingen die er ten opzichte van andere meer voorschrijven, aldus het rapport.

Twan van Venrooij

Lees hier het rapport ‘Inventarisatie voorschrijfgedrag van geneesmiddelen door medisch specialisten voor extramuraal gebruik’

Lees ook:

• Meer nieuws