Laatste nieuws
Ingrid Lutke Schipholt
5 minuten leestijd
armoede

Theater van leven en dood

Plaats een reactie

Gezondheid en ziekte in de Gouden Eeuw



Malaria, hongersnood, rode loop (amoebendysenterie) en cholera. In de zeventiende eeuw waren deze ziekten aan de orde van de dag en hadden geneeskundigen daaraan hun handen vol. De meeste ziekteoorzaken waren nog niet bekend en veel remedies waren er nog niet gevonden. Over wat dokters deden en wisten, gaat de tentoonstelling ‘Theater van Leven en Dood’ in het Museum Boerhaave in Leiden.



De Gouden Eeuw was voor een grote groep mensen een tijd van rijkdom, voorspoed en culturele vernieuwing. Maar ook toen was er een schaduwzijde aan het leven: ziekte. Voor de zieken was er slechts een beperkt arsenaal van adequate behandelingen bekend. De rijkdom van die tijd bracht mee dat ook de armen konden worden behandeld, en wel in het gasthuis. De rijken kregen voornamelijk thuis hun behandeling. De instrumenten waarmee artsen toen werkten, zullen nu weliswaar worden geassocieerd met vreemde martelwerktuigen, maar enkele daarvan zijn wel de voorlopers van het instrumentarium dat vandaag de dag in menig behandelkamer is te vinden. Met de beste wil en de beschikbare middelen probeerden medici en chirurgijns hun patiënten beter te maken. Vaak lukte dit niet, maar soms boekten ze goede resultaten. De tentoonstelling ‘Theater van Leven en Dood’ in het Leidse Museum Boerhaave toont aan de hand van zes casussen hoe en waar de patiënten hun behandeling kregen. Twee voorbeelden: Een vrouw met borstkanker, die de geslaagde amputatieoperatie met de dood bekoopt vanwege algehele zwakte. Het mammacarcinoom bleek gemetastaseerd te zijn, maar dat wist de chirurgijn niet vóór de operatie. Of een soldaat die overlijdt na een amputatie van één van zijn ledematen. De operatie is geslaagd, maar een infectie doet hem de das om.

Water
Van hygiëne had de zeventiende-eeuwse chirurgijn nog geen weet. Zijn instrumenten waren rijkelijk versierd met graveerwerk. Hij maakte ze schoon met wat water. De operaties voerde hij uit in zijn chirurgijnwinkel. Een voorbeeld van zo’n winkel is op de tentoonstelling te zien. Zo was het in die tijd een heel gewoon beeld dat een leerling aan de ene kant van de ruimte een baard schoor en de chirurgijn aan de andere kant een patiënt met een subduraal hematoom trepaneerde. ‘Soms overleefde de patiënt het ook nog, omdat mensen in de zeventiende eeuw beter tegen infecties bestand waren dan nu’, weet Kees Grooss, arts en samensteller van de tentoonstelling. ‘De chirurgijn Cornelis Solingen beschrijft in een boek dat hij een vrouw zag rondlopen bij wie hij twintig jaar geleden een trepaan had gezet. Hij vermeldde erbij dat zij destijds gewond was geraakt toen zijn langs een ontploffend kruitschip liep. In de tentoonstelling laten we enkele trepanen zien die in de zeventiende eeuw werden gebruikt. Opvallend is overigens dat Solingen wist dat vervuilde instrumenten van invloed konden zijn op het herstel van patiënten. Daarom versierde hij zijn instrumentarium niet.’ Solingen gold in zijn tijd als een vernieuwer. Hij schreef leerboeken over zijn ervaringen. Hij maakte zelf zijn instrumenten, volgens eigen inzicht. In de Gouden Eeuw kende de geneeskunde een duidelijk onderscheid tussen de medicus en de chirurgijn. Het anatomisch theater was een pleisterplaats waar beide professies elkaar ontmoetten. Hier leerden medici en chirurgijns hoe het lichaam in elkaar stak. Het studiemateriaal bestond uit lijken van arme mensen, zonder familie. Deze overledenen konden zonder al te veel bezwaren worden ontleed.

     

Behandeling van de liesbreuk 

Borstamputatie en nabehandeling

Onpopulair


Een anatomisch theater staat nagebouwd in Museum Boerhaave. Het museum is gevestigd in het oude


Caeciliagasthuis. Dit was tevens het eerste academisch ziekenhuis. De Leidse hoogleraar Otto Heurnis begon er met het geven van klinisch onderwijs. Hij beschreef tal van ziektegevallen, die meestal werden afgesloten met een autopsierapport. Twee stadsdokters waren verantwoordelijk voor de behandeling van de zieken in het gasthuis. Deze medici hadden een traktement met de stad. Zij moesten in tijden van epidemieën patiënten behandelen, terwijl vrijgevestigden zelf bepaalden wie zij behandelden. Dit was vermoedelijk een belangrijke reden waarom dit ambt niet bijzonder populair was. Aan de andere kant bood de overeenkomst met de stad enige zekerheid: een ziekenfonds bestond toen niet, dus het was voor een vrijgevestigd arts maar de vraag of een patiënt het consult betaalde.

Het nagebouwde anathomische theater in Museum Boerhaave

Het Leids anatomisch theater

Potjeslatijn


Van teamwork met goed overleg tussen chirurgijn en medicus was amper sprake. De medicus was de geleerde die in


potjeslatijn de diagnose stelde van de patiënt, die hij waarschijnlijk niet eens aanraakte. Daartegenover stond de chirurgijn die invasieve ingrepen deed en die dus eigenlijk symbool stond voor pijn. Er was sprake van animositeit tussen medici en chirurgijns. In de hiërarchie stond de medicus hoger in aanzien omdat hij veel theoretische kennis had. De uitverkorenen onderrichtten de chirurgijns in het chirurgijnsgilde, zoals de Amsterdamse prelector Sebastiaan de Vrij. Van zo’n les is een schilderij te zien op de tentoonstelling.

Twee overlieden van het Amsterdamse chirurgijnsgilde (waarschijnlijk A. Boekelman en Jan Six)

De osteologieles van Sebastiaan Egbertsz. de Vrij

Eigen domein
Medici en chirurgijns werkten ieder in hun eigen domein en er was ook een strikt onderscheid: de medicus beperkte zich tot het inwendige geheel, de chirurgijn tot de rest. Een chirurgijn die op het terrein van de dokter kwam, moest dit in een enkel geval met de bedelstaf bekopen. Zo is er een rechtszaak bekend van een chirurgijn die op de vuist was gegaan met een medicus die zich met een wond had beziggehouden. De dokter spande een rechtszaak aan tegen de chirurgijn omdat hij was geraakt door diens wandelstok met zilveren knop. De chirurgijn werd veroordeeld en leefde de rest van zijn leven in armoede. De chirurgijn was behalve ‘heelmeester’ ook barbier, omdat van snijden alleen niet viel te leven. Zijn opleiding kreeg hij bij een heelmeester. Vaak kreeg de chirurgijn in opleiding echter weinig operaties te doen, hij mocht zich voornamelijk bezighouden met knevels knippen. Wat hij verder mocht doen, hing af van de nukken van de meesterchirurgijn. Om toch heelkundig werk te kunnen doen, ging een leerling meevaren op een schip. Daarvoor moest hij eerst examen doen in Middelburg of Alkmaar. De kans om te slagen was groot, want het examen voor snijwerk op zee, de zeeproef, was gemakkelijker dan het examen om aan vaste land te mogen praktiseren. Eenmaal op zee deden de chirurgijns voldoende ervaring op met aderlaten, steenpuisten verwijderen of breuken opereren.

bang
‘Het volk was bang voor de chirurgijn, want hij deed de mensen altijd pijn’, legt Grooss uit. ‘De medicus stond in een veel hoger aanzien. Deze in het zwart gehulde man keek naar de patiënt, vormde een oordeel en schreef een recept uit dat de apotheker vervolgens maakte. Vaak wist de dokter niet eens of het middel werkte.’ Voor de medici was een belangrijke rol weggelegd in tijden van rampen en epidemieën. Zij acteerden in de betere kringen van de stad en hadden daardoor de juiste contacten om de ramp onder controle te krijgen als het om gezondheidszorg ging. ‘Deze mensen waren bij uitstek theoretici’, vertelt Grooss, ‘maar daarnaast waren het ook praktische regelaars. De mensen uit de gilden kenden elkaar en boden elkaar wederdiensten aan. Het was als het ware één grote familie. Zo wisten de medici bij een epidemie binnen enkele dagen opvangcentra met doktersposten te organiseren. Zo’n werkwijze ziet er nu heel anders uit, want artsen hebben nu met veel meer schijven te maken.’

 

http://www.museumboerhaave.nl/index.html

armoede borstkanker anatomie & fysiologie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.