Hilarisch, intrigerend en triest
2 reactiesDe ontroerende, indrukwekkende, maar ook hilarische bevallingsverhalen die we op de redactie hebben binnengekregen, bevestigden het vermoeden dat we met het thema voortplanting een aansprekende special konden maken.
En voortplanting is onlosmakelijk verbonden met seks, een onderwerp dat toch ook menigeen tot de verbeelding spreekt. Kortom, de redactie had er zin in. Dus in dit nummer huisartsen met een passie voor verloskunde, fertiliteitshoogstandjes en tips om de voortplanting leuk te houden, maar ook artikelen over ongewenste kinderloosheid en abortus. Dat laatste dan wel weer in een kliniek waar humor mag.
Dat voortplanting een serieuze zaak is, bewijst de relatief hoge perinatale sterfte in Nederland. Ligt het aan de telmethode? Nooit is er kritiek op de methodologie als de uitkomst wél gunstig is. Ligt het aan de thuisbevalling, aan de vaginale stuitbevalling, aan de kwaliteit van de verloskunde of aan de beschikbaarheid van de gynaecologen in Nederland? Ik weet het niet. Partijen wijzen voornamelijk naar elkaar. Kritisch naar het eigen handelen kijken, is niet eenvoudig. Ignaz Semmelweis maakte zich in 1861 al niet populair met de publicatie Die Ätiologie, der Begriff und die Prophylaxis des Kindbettfiebers.
Die eensluidende kritiek van verloskundigen, verenigd in de KNOV, en gynaecologen (NVOG) afgelopen week op het weinige geld dat Klink beschikbaar stelt om de perinatale sterfte aan te pakken, is een zeldzame vorm van saamhorigheid. Een klein voorbeeld: de verloskundigen zijn van mening dat een uitwendige versie in de eerste lijn kan. Omdat direct na verschijnen van dit standpunt in 2006 duidelijk was dat dit haaks staat op de gynaecologische visie, spraken beide partijen destijds af ‘de mogelijkheid van een multidisciplinaire richtlijn te onderzoeken’. Daarvan is in de in 2008 door de NVOG opgestelde richtlijn over de stuitbevalling echter niets terug te vinden.
Een intrigerend zinnetje in de verklaring van KNOV en NVOG uit 2006: ‘Alle partijen zijn het erover eens dat het verminderen van het aantal verwijzingen naar de tweede lijn nooit een doel op zich mag zijn.’ Het zal toch niet zo zijn dat er niet gezamenlijk naar mogelijke evidence is gekeken, omdat de uitkomst wel eens (financieel) ongunstig kan zijn voor een van de beroepsgroepen? Een quizvraag: hoeveel richtlijnen hebben KNOV en NVOG samen gemaakt? De winnaar krijgt een zakdoek.
Evert Pronk
-
Evert Pronk
Evert Pronk is een van de twee adjunct-hoofdredacteuren bij Medisch Contact. Hij houdt zich bezig met de online ontwikkeling van Medisch Contact, nascholingen, evenementen, boeken en andere uitgeefkansen. Het perspectief van de artsen staat hierbij centraal. Uitgeven vanuit de inhoud, is zijn devies.
,
De hoofdredacteur Evert Pronk heeft een commentaar geschreven dat als thema ‘bevallingsverhalen’ heeft. Hij noemt het commentaar zelf ‘hilarisch’. Daar is dan ook alles wel mee gezegd. Correct en waarheidsgetrouw is de inhoud in ieder geval niet. Hi...j vraagt zich af hoeveel richtlijnen de NVOG en KNOV samen hebben gemaakt.
Tja, nog voor de methodologie van de multidisciplinaire richtlijn in de jaren 90 van de vorige eeuw schoorvoetend zijn intrede in de geneeskunde deed, was er al de verloskundige Kloostermanlijst die beide beroepsgroepen gezamenlijk in de jaren 70 hebben vervaardigd. En in deze eeuw zijn er inmiddels 8 gezamenlijke richtlijnen gereed gekomen en nog even zo veel in de maak. Daarnaast wordt er eendrachtig samengewerkt om de adviezen van het Stuurgroeprapport zwangerschap en geboorte vorm te geven, is er een gezamenlijk standpunt over de inzet van de tweede lijns verloskundigen en zijn er stevige vorderingen gemaakt op het gebied van een gezamenlijk webbased patiëntendossier.
Wat ons betreft mag Evert Pronk de eigen zakdoek gebruiken om z’n tranen te drogen: het antwoord op zijn quizvraag wist hij zelf in ieder geval niet!
Theo Helmerhorst, bestuursvoorzitter NVOG
Angela Verbeeten, bestuursvoorzitter KNOV
Naschrift:
De goede lezer kon zien dat 'hilarisch' sloeg op de ingezonden bevallingsverhalen. Dat er maar bij een handvol van de tientallen huidige perinitale richtlijnen door NVOG en KNOV is samengewerkt, vond - en vind - ik bedroevend.
Evert Pronk -adjunct hoofdredacteur
F.D. Brons
, 'S-GRAVENHAGE
Ik plaats mijn reactie hier maar ook al gaat hij over de geplaatste cartoon. Ik zou mij er niet aan storen als hij in de Nieuwe Revue stond. Op deze plek past hij echter niet.
Frans Brons