Laatste nieuws
Arnold Bakker c.s.
9 minuten leestijd
carrière

Carrière-counseling via internet

Plaats een reactie

KNMG-project brengt werkstress en arbeidsvreugde van artsen in beeld

Op de website van de federatie KNMG kunnen artsen aan de hand van een vragenlijst vaststellen of ze in hun werk stress of juist arbeidsplezier ervaren. De site brengt bovendien ontwikkelingen in de arbeidsbeleving van de gehele beroepsgroep in beeld en maakt daardoor gericht beleid mogelijk.

Artsen worden geconfronteerd met het lijden en de dood van patiënten, wachtlijsten, weekend- en avonddiensten en steeds meer bureaucratie. Bovendien worden patiënten mondiger. Het behoeft nauwelijks betoog dat de rol van de arts hierdoor is veranderd. Van een alles wetende en alom gerespecteerde geneesheer is de arts geworden tot een raadgever en keuzebegeleider. Veel artsen ervaren een hoge werkdruk en zijn ontevreden over de beschikbare tijd voor hun patiënten. Frequente of langdurende blootstelling aan dergelijke stressoren kan leiden tot vermoeidheid en burn-out.1 Dit is niet alleen een probleem voor artsen zelf, het kan ook de kwaliteit van de zorg negatief beïnvloeden. ‘Opgebrande’ artsen zijn geneigd het bijltje erbij neer te gooien2 en gestresste collega’s die doorwerken, worden onpersoonlijk en cynisch tegenover hun patiënten.3

Energiebronnen

Waarom zijn sommige artsen al op jonge leeftijd opgebrand, terwijl anderen jarenlang bevlogen met hun vak bezig zijn? De federatie KNMG ging na wat de belangrijkste stressoren en energiebronnen voor artsen zijn. Op de KNMG-site kunnen artsen nagaan in hoeverre zij een balans hebben gevonden in hun werk. Als voldoende artsen hebben meegedaan, komt ook informatie over de gehele beroepsgroep beschikbaar. Hiermee kan het beleid worden geëvalueerd en eventueel aangepast.4

Mensen zijn vooral gemotiveerd als de eisen die het werk stelt, in balans zijn met de energiebronnen waarover ze beschikken.5 6 Energiebronnen zijn te vinden in het werk, maar kunnen ook onderdeel zijn van de eigen persoonlijkheid. Zo zullen extraverte artsen makkelijker de steun van collega’s kunnen mobiliseren.

Ook de werkomgeving kan energiebronnen verschaffen. Waardering voor het werk - door patiënten, het management en de samenleving - motiveert om door te gaan. Autonomie, feedback over prestaties, sociale steun van collega’s en een goede onderlinge communicatie vergroten het arbeidsplezier. Dergelijke energiebronnen kunnen leiden tot tevredenheid, geluk, toewijding en zelfs bevlogenheid.7

Arbeidsplezier

Om inzicht te krijgen in de belangrijkste werkstressoren en energiebronnen voor artsen heeft de federatie KNMG de ‘carrièremonitor’ laten ontwikkelen. De carrièremonitor is een elektronische vragenlijst (te vinden op www.artsennet.nl/loopbaanbureau ).

Uitgangspunt van de carrièremonitor is het WEB-model (werkstressoren-energiebronnen-beleving).5-8 Dit model stoelt op twee aannames. De eerste is dat de werkomgeving is te verdelen in werkstressoren en energiebronnen. De tweede veronderstelling is dat aan werkstress en arbeidsplezier twee processen ten grondslag liggen. In het eerste proces, het ‘stress-proces’, leiden stressoren (zoals hoge werkdruk, veeleisende patiënten, bureaucratische richtlijnen) tot spanning en op termijn tot chronische vermoeidheid, burn-out. Mogelijke gevolgen zijn afnemende kwaliteit van de zorg, patiënten die minder tevreden zijn en meer ziekteverzuim. In het tweede, motivationele proces leiden energiebronnen (zoals feedback over geleverde prestaties, goede communicatie, afwisseling, vrijheid van handelen) juist tot motivatie en arbeidsplezier. Een bevlogen arts voelt zich vitaal, is toegewijd en verliest regelmatig de tijd uit het oog. Op de lange duur leidt dit tot betere prestaties en meer tevreden patiënten.

Actie

Via de carrièremonitor9 kunnen individuele artsen on line nagaan in hoeverre zij een balans hebben gevonden in hun werk en wat voor hen de belangrijkste werkstressoren en energiebronnen zijn. Bovendien krijgen ze feedback over hun scores. Hiermee kunnen ze actie ondernemen om hun arbeidssituatie te verbeteren.

Na verloop van tijd - als de database groeit - komt ook informatie beschikbaar over de hele beroepsgroep. Aan de hand hiervan kan het beleid worden aangepast om de kwaliteit van de zorg te optimaliseren. Daarmee kunnen, naast de federatie KNMG, ook andere partijen bijdragen aan een belangrijk maatschappelijk doel: het artsenvak aantrekkelijk houden.

Netwerk van artsen

De carrièremonitor staat niet op zichzelf. Sinds 2000 biedt de federatie KNMG haar leden loopbaanondersteuning. Het loopbaanbeleid wordt uitgevoerd door het Loopbaanbureau en de Steun- en Verwijspunten voor Artsen (SVA’s). Het Loopbaanbureau verzorgt trainingen, workshops, supervisie en begeleiding bij solliciteren, loopbaanplanning en burn-out. De steun- en verwijspunten vormen een netwerk van artsen die voor collega’s een vertrouwensfunctie bekleden. De SVA-consulenten fungeren als gesprekspartner voor artsen die problemen ervaren met hun beroepsuitoefening. Te denken valt aan stoornissen in werkverhoudingen, een onbalans tussen professioneel en persoonlijk functioneren en natuurlijk ook de behoefte aan een nadere oriëntatie op de loopbaan. Met de feedback uit de carrièremonitor kan een arts een gericht beroep doen op de SVA-consulent.

Sectorbreed

In een vooronderzoek zijn werkstressoren en energiebronnen geïdentificeerd. Op basis hiervan is een betrouwbare en valide elektronische vragenlijst geconstrueerd. Als veel artsen deze vragenlijst invullen, kan worden nagegaan welke werkstressoren en energiebronnen sectorbreed een rol spelen bij het ontstaan van werkstress en arbeidsplezier.

Zoals gezegd worden de resultaten periodiek aan de KNMG gerapporteerd, zodat beleidsaanpassingen op actuele en wetenschappelijk onderbouwde resultaten kunnen worden gebaseerd. Na het invullen van de vragenlijst krijgt iedereen individuele feedback, waarin de behaalde scores op diverse schalen zijn te zien (zie afbeelding op blz. 455).

De scores worden afgezet tegen die van een normgroep. Zo wordt inzichtelijk hoe de individuele arts in absolute zin scoort en ook hoe deze score zich verhoudt tot die van collega’s. Verder krijgt men feedback over de eigen arbeidsbeleving en mogelijke gevolgen daarvan. Zo nodig volgt een doorverwijzing naar de SVA-consulenten.

Andere mogelijkheden

Artsen kunnen de zelfdiagnose verscheidene keren per jaar uitvoeren. Door gegevens van grote groepen artsen te combineren kunnen we in de tijd nagaan hoe men het werk beleeft en of dit verandert. Ook individuele arts kunnen, door de vragenlijst op verschillende tijdstippen in te vullen, ‘monitoren’ of er iets in hun situatie is veranderd. Daarbij is kwantificering van de arbeidsbeleving en vergelijking op bijvoorbeeld functie-, maatschap-, ziekenhuis- en regioniveau mogelijk. Zo kunnen we de kans op burn-out en ‘uitval’ verkleinen, het arbeidsplezier laten toenemen, het personeelsverloop reduceren en de patiënttevredenheid vergroten. n

 

Arnold Bakker,

HCMG Human Capital Management Group, Universiteit Utrecht

Wilmar Schaufeli,

Universiteit Utrecht

Annemieke Bulters,

HCMG Human Capital Management Group

Arno van Rooijen,

KNMG

Ewout ten Broek,

HCMG Human Capital Management Group

SAMENVATTING

l   Doordat het artsenvak zwaarder is geworden, haken meer artsen af.

l   De carrièremonitor brengt de arbeidsbeleving van zowel individuele artsen als van de beroepsgroep in beeld.

l   Met de resultaten van de carrièremonitor kan het beleid worden aangepast om de werkstress te verminderen en het arbeidsplezier te vergroten.

 

Referenties

4. Burnout: een aan werk gerelateerd syndroom dat bestaat uit drie componenten, namelijk a. oververmoeidheid, het gevoel helemaal ‘leeg’ te zijn; b. een cynische, negatieve houding ten opzichte van het werk en de patiënten en c. het in twijfel trekken van de eigen deskundigheid.

5. Bakker AB. Hoe werkomstandigheden van invloed zijn op werkstress en burnout: Het WEB-model. In: Hoogduin C, Schaufeli WB, Schaap C, Bakker AB (red.), Behandelingsstrategieën bij burnout. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001: 21-39.

9. Carrièremonitor voor artsen: vragenlijst voor artsen die via internet wordt aangeboden:

www.artsennet.nl/loopbaanbureau

en

www.knmgcarrieremonitor.nl

.  Artsen die de monitor anoniem invullen, ontvangen feedback op maat over hun werkbeleving (stress of werkplezier), en de oorzaken daarvan. Op landelijk niveau wordt de informatie bovendien gebruikt om het beleid van de KNMG te onderbouwen.

In het artikel 'Plezier in je werk' wordt het KNMG- ledenpanel belicht.

KNMG carrière
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.