Laatste nieuws
Annet Schefman
2 minuten leestijd

Buikpijn

Plaats een reactie

Tijdens het begin van mijn opleiding interne geneeskunde, inmiddels alweer bijna tien jaar geleden, werd een Marokkaanse vrouw van 22 jaar met buikpijn ingestuurd op de Spoedeisende Eerste Hulp.



Als ik de SEH betreed, komt het gegil en gejammer me al tegemoet. Het blijkt afkomstig van mijn patiënte. De onderzoeksruimte zit vol familieleden: vader, moeder, broers en zussen. De vrouw zelf ligt in hun midden luidkeels te kreunen. Op mijn vraag wat er aan de hand is, reageert ze alleen door nog harder te jammeren. De vader neemt het woord en vertelt in gebroken Nederlands dat zijn dochter sinds enkele uren buikpijn heeft. Ze had geen koorts, had niet gebraakt, geen diarree en was tot vanmiddag gezond. Zijn dochter spreekt overigens goed Nederlands, zegt hij. Dochterlief blijft echter jammeren en geeft geen antwoord op mijn vragen. Mijn verzoek om aan te wijzen waar zij pijn heeft, heeft geen enkel effect.



Wanhopig vraag ik mij af wat er aan de hand is: heeft ze buikpijn, en zo ja: hoe erg? Is dit gedrag cultuurbepaald of is ze hysterisch? De familie corrigeert haar niet, ook niet als ik de vrouw vraag om mee te werken. Ik besluit mijn patiënte maar te onderzoeken en stuur alle familie naar buiten. Overal waar ik haar aanraak, gilt ze het uit. Ik weet werkelijk niet wat ik met haar moet beginnen.



Opeens ben ik het spuugzat; ik vraag haar boos om zich niet zo aan te stellen. Ik besef dat mijn boosheid voortkomt uit frustratie en machteloosheid, en uit een volkomen onbegrip van haar gedrag. Mijn woede grenst aan minachting dat een volwassen vrouw zich zo ontzettend ligt aan te stellen. Ik weiger me in te leven in deze cultuur als dit cultuurbepaald is. De familie ziet mijn boosheid en lijkt oprecht verbaasd over mijn reactie: hun dochter is ziek en heeft pijn, dat is toch duidelijk!



Ik vertel haar vader dat het voor mij zo onmogelijk is om te ontdekken wat er aan de hand is en wil de onderzoekkamer weer uitlopen. Gelukkig besluit hij dan, het lijkt niet echt van harte, om zijn dochter te vragen mee te werken.


Korte tijd later verlaat ik opgelucht de onderzoekkamer en bedenk dat ik beter overweg kan met de nuchtere boer die vanochtend met zijn grote teen in zijn hand kwam binnenlopen omdat hij daarmee onder de grasmaaier was gekomen.


Mijn patiënte bleek overigens een acute appendicitis te hebben; alle reden dus om pijn te hebben.



Annet Schefman, Oldenzaal


verpleeghuisarts


koorts
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.