Blogs & columns
Mara Simons
3 minuten leestijd
Column

Elevator pitch

Plaats een reactie

Het is tien voor acht op dinsdagochtend. Vier grijze, stalen liftdeuren staren me emotieloos aan. Dan, ‘pling’, daar is ie, de tweede van rechts. De deuren schuiven open en ik stap naar binnen. Welkom in de elevator pitch.

Ik heb het spelletje vaak genoeg gespeeld bij mijn studievereniging. Je staat alleen in de lift en plots komt op de tweede verdieping de professor/hoofd opleidingen/decaan binnen die jou een baan/opleidingsplek/een hoger cijfer voor je laatste tentamen kan bezorgen. Je hebt dertig seconden voor jullie je bestemming bereikt hebben en hij uitstapt. Go!

De lift is een vreemde biotoop in het normaal altijd zo hiërarchische en strikt gescheiden ziekenhuiswereldje. Hier staat opeens de hele ziekenhuisbevolking iets te dicht op elkaar in een iets te klein ongemakkelijk hokje. Hoofd chirurgie naast de echtgenoot van de vrouw die nu op H4 ligt te bevallen, bouwvakker die werkt in de enorme herrie van G6 naast tweedejaarsstudent verpleegkunde op weg naar haar eerste stagedag. Zonder de druk van een elevator pitch en het idee dat je nú nú nú die opleidingsplek chirurgie moet bemachtigen, is de lift al ongemakkelijk genoeg. De stilte die er hangt, is altijd van het pijnlijke soort en iedereen doet mee aan het spelletje: hoe observeer ik de rest van de lift, maar kijk ik tegelijkertijd niemand aan? De spiegel aan de achterwand is hierbij bruikbaar, maar tegelijkertijd gevaarlijk: voor je het weet heeft iemand hetzelfde idee en staar je elkaar via de spiegel aan.

Op de eerste verdieping stapt een witte jas in. De kindernefroloog. Bekende liftsituatie als coassistent: ‘ik ken jou wel, maar ken jij mij ook en moet ik je dan ook gedag zeggen?’ Hij knikt me toe, ik knik terug. Derde verdieping, deuren gaan open.

‘Hey, Mara!’ Mede-co van de interne stapt naar binnen. ‘Hey, hoe is het?’ We praten op gedempte toon, volume openbare ruimte waarin men elkaar vooral niet mag storen. ‘Goed, met jou?’ ‘Ook goed.’ Stilte. Waar kun je het over hebben in een lift met zes meeluisteraars? Iets te dicht naast me staan een man in krijtstreeppak, een kindernefroloog, een ouder echtpaar dat nauwlettend de liftknopjes in de gaten houdt, een schoonmaakster en een fors uitgevallen verpleegkundige. ‘Lekker weekend gehad?’ vraagt interne-co dan maar. ‘Ja…’ zeg ik langzaam. Ik ben me opeens erg bewust van mijn witte jas. Een erg gezellige zaterdagavond en een zondag bankhangen met een kater, dat is niet echt hoe een perfecte bijna-dokter haar weekenden besteedt, of wel? Ik houd het dus maar bij ja. Welkom terug, ongemakkelijke stilte. Verdieping vier. Er stappen een man en vrouw in, hij met stierennek en strak hemd zonder mouwen, zij in joggingbroek met tanktop. Ze kijken me aan en knikken kort. Situatie ‘jij kent mij wel, maar ik heb geen idee wie jij bent’. Oh, wacht, de ouders van die jongen op G5Noord… Toch? Die jongen bij wie ik twee keer mis prikte en nu elke keer begint te huilen zodra ik zijn kamer binnenkom, die jongen.

‘Ga je zaterdag weer naar De Gieter?’ Co interne heeft toch weer een gespreksonderwerp gevonden. ‘Vorige week was een mooi feestje of niet dan?’

Ik wil het niet over feestjes hebben, jongen. Stap eens uit, zit interne niet op de vierde? ‘Nog een leuke patiënt voor je presentatie gevonden? Die met CF?’ gaat hij vlekkeloos over op een volgend onderwerp. Ja, die met CF ja, en zijn ouders staan recht tegenover je, wil ik tegen hem schreeuwen. In plaats daarvan kijk ik strak voor me uit en mompel een mmm.

‘Hey, heb jij je tussenbeoordeling nou ook van dokter X gehad?’ Jammer dat alleen mijn mede-co het concept liftstilte nog niet begrepen heeft. Verder houdt namelijk iedereen keurig zijn mond. Fijn, zo’n gesprek van twee kleine witte jasjes om je aandacht op te richten.

Als hij zijn mond opent om de vraag opnieuw te stellen, knik ik vlug: ‘Ja.’
‘En? Een A plus? Jij ging toch voor cum laude?’De kindernefro kijkt me intussen geïnteresseerd aan. Cum laude, hoor ik hem grijnzend denken, jíj?

Ik sla met mijn vlakke hand op het knopje van de zesde verdieping. ‘Sorry, ik moet er hier echt uit.’
Als de deuren dicht zijn druk ik opnieuw op het liftknopje. ‘Hallo,’ groet ik op lift-volume, als ik de nieuwe lift binnenstap. Ze knikken me allen kort toe en kijken weg van mijn blik. Heerlijk zo’n stilte.

Mara Simons


>> Meer columns van Mara Simons


beeld: Thinkstock
beeld: Thinkstock
chirurgie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.