Blogs & columns
Miquel Ekkelenkamp
Miquel Ekkelenkamp
2 minuten leestijd
Uitbraak

Wishful-thinking-infiltraat

1 reactie

Column Uitbraak

Liegt u wel eens over uw patiënten tegen andere specialisten? Of laat u uw arts-assistenten wel eens liegen? Niet? Ook niet telefonisch tegen ondersteunende specialisten? Zelfs niet onbewust?

Er zijn meerdere redenen om een arts-microbioloog te bellen: voor uitslagen, voor overleg, voor advies, en soms voor medeplichtigheid. Telefonisch adviseren, in het bijzonder van mensen die je niet persoonlijk kent, vereist zijn eigen technieken en kent zijn eigen valkuilen. Je leert bijvoorbeeld al snel dat een uitspraak als ‘de patiënt heeft koorts en is dyspnoïsch’ niet automatisch betekent dat de collega aan de andere kant van de lijn de patiënt die dag ook daadwerkelijk heeft gezien. Dat moet je dus expliciet navragen.

Intussen oefen je geduld op minder adequate coassistenten, die vragen stellen als: ‘We hebben een patiënt die ceftriaxon i.v. krijgt en we willen over op iets oraals, wat moeten we geven?’ (Voor de duidelijkheid: de voorgaande zin is dan geen onderdeel van een vraag waarin bijvoorbeeld de reden voor de ceftriaxon i.v. wordt gemeld, maar de gehéle vraag.)

Een belangrijke categorie consulten is die van koorts en verdenking sepsis bij een opgenomen patiënt. Het liefst heeft iedereen dat koorts wordt veroorzaakt door een ziekenhuispneumonie, want die kun je – zonder verder iets te doen – met alleen antibiotica behandelen. Een darmperforatie of een naadlekkage zijn veel vervelender verklaringen. Ik zou een euro moeten vragen voor elk ‘beginnend infiltraat op de X-thorax’ dat nooit een echt infiltraat wordt; zeg maar het ‘wishful-thinking-infiltraat’. Het onaangenaamst zijn echter de gesprekken met beginnende arts-assistenten wier baas opdracht heeft gegeven een antibioticum te starten en maar met de microbioloog te overleggen welke precies. Als je het er niet mee eens bent dat er überhaupt met antibiotica wordt gestart en weigert iets te noemen, moet hij of zij opnieuw overleggen met de baas, met het verschrikkelijke gezichtsverlies van dien. Er wordt dus nogal wat in de strijd gegooid om maar de naam van een middel los te krijgen.

30 procent is
‘waar binnen een bepaalde, variabele foutmarge’

Zelf ga ik ervan uit dat ongeveer 70 procent van wat beginnende arts-assistenten me vertellen waar is. De overige 30 procent is ‘waar binnen een bepaalde, variabele foutmarge’. Het jaar dat ik zelf zaalarts/SEH-arts was in een perifere kliniek moest ik namelijk de waarheid ook regelmatig een foutmarge meegeven. Zo was het in die tijd nog bijzonder moeilijk om een spoed-CT te regelen. De radiologen leken er een sport van te maken hun scans vrij te verklaren van klinische implicaties en daarmee waren spoed-CT’s onnodig; soms leken ze beter te weten wat de aanvragers met hun uitslagen zouden doen dan de aanvragers zelf. Het leven werd een stuk makkelijker zodra je doorhad om welke symptomen ze absoluut niet heen konden. Ook het regelen van intercollegiale consulten bij specialisten vereiste een doordacht plan, aangezien dezen zich daar regelmatig met man en macht (en hard geblaat) onderuit probeerden te wurmen. Zelfs mijn eigen bazen hadden wel eens een creatieve versie van de werkelijkheid nodig, in het bijzonder als ze via mij trachtten uit te vechten waar een patiënt opgenomen moest worden.

Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten, zullen we maar zeggen. En de jongere versie van mezelf in gedachte houdend, is die 30 procent misschien nog wel laag ingeschat.

Miquel Ekkelenkamp is arts-microbioloog en schrijver (onder de naam Bulnes)

Meer bijdrage in van de column Uitbraak



  • Miquel Ekkelenkamp

    Miquel Ekkelenkamp werkt als arts-microbioloog in het UMC Utrecht. Onder de naam Miquel Bulnes schreef hij al verscheidene romans. Ekkelenkamp was al eerder (2011-2012) columnist voor Medisch Contact.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • ,

    Columnist en arts-microbioloog Miquel Ekkelenkamp schrijft in Medisch Contact nr. 16 de volgende zin: "Het jaar dat ik zelf zaalarts/SEH-arts was...". Ik betwijfel ten zeerste of dhr. Ekkelenkamp SEH-arts is geweest. De titel SEH-arts betreft immers ...een driejarige opleiding met profielregistratie in het register van de MSRC. Ik denk dat hij hier doelt op een jaar waarin hij werkzaam was als poortarts, te weten algemeen ANIOS zonder specifieke training op het gebied van de spoedeisende geneeskunde. De opleiding tot SEH-arts is nu meer dan 10 jaar geleden in Nederland geintroduceerd. Doel hiervan is geweest de spoedeisende geneeskunde naar een hoger niveau te tillen, waarmee de gevariëerde en vaak ernstig zieke populatie op de Nederlandse SEH's recht wordt gedaan. Het verwarren van SEH-artsen met arts-assistenten werkzaam als poortarts of ANIOS op de SEH is niet wenselijk gezien het forse verschil in opleidingsniveau, dat de directe aanleiding was tot het ontstaan van het profiel. Rectificatie van de tekst van deheer Ekkelenkamp lijkt mij dan ook wenselijk; als nieuw profiel tracht de SEH-arts zich van het oude fenomeen poortarts te onderscheiden.

    Annemarie van der Velden
    AIOS SEH-arts KNMG

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.