Een verzwegen moord?
Plaats een reactieIn de eindejaarsspecial schrijft collega Fransen over zijn vermoeden dat er iets niet in de haak was bij de dood van een 70-jarige patiënt (MC 51-52/2012: 2920). De oplossing voor dit dilemma is duidelijk: alsnog aangifte doen. De beslissing om het niet-pluisgevoel terzijde te schuiven is niet aan de praktiserend geneeskundige maar aan de officier van justitie. Daarin verschilt de forensische geneeskunde van de curatieve geneeskunde. In de curatieve sector is het aan de dokter om het niet-pluisgevoel terzijde te schuiven. De overweging dat behandeling toch geen effect meer heeft, is daarbij vaak doorslaggevend.
In de forensische praktijk maakt de officier van justitie die afweging. Die besluit om nader onderzoek te doen en eventueel te gaan vervolgen. Dat is niet aan ons.
Als we bij forensische zaken ons klinische niet-pluisgevoel terzijde schuiven om daarmee een formele procedure te ontlopen, staan we toe dat er onregelmatigheden kunnen ontstaan die alleen maar bijdragen aan een verkeerd imago van de medicus practicus. Dat moeten we kost wat kost vermijden en het enige wat je in deze situatie kunt doen, is advies vragen aan de officier van Justitie. Als die vervolgens besluit om niet over te gaan tot nader onderzoek dan is de last van onze schouders af. Eerder niet.
Willem van Bork, arts maatschappij en gezondheid, Oegstgeest
- Er zijn nog geen reacties